8.2.2 Speciale verwarmingsbedrijfsstanden
8.2.3 Uitblaasrichting
FXAA15~63AUV1B
VRV-systeemairconditioner
4P622295-1B – 2022.02
Werking
Ontdooien
Om een verlies van het verwarmingsvermogen door ijsvorming
in de buitenunit te voorkomen, schakelt het systeem
automatisch over naar de ontdooistand.
In de ontdooistand wordt de ventilator van de binnenunit
stilgelegd en verschijnt het volgende symbool op het
thuisscherm:
Na ongeveer 6 tot 8 minuten wordt de normale werking hervat.
Warme start
Bij warme start wordt de ventilator van de binnenunit stilgelegd
en verschijnt het volgende symbool op het thuisscherm:
Wanneer. Stel de uitblaasrichting in naar wens.
Wat. Het systeem blaast de lucht uit in de door de gebruiker ingestelde richting.
VOORZICHTIG
▪
Regel de hoek van de horizontale klep ALLEEN met een gebruikersinterface (bijv.
draadloze afstandsbediening). Wanneer u de horizontale klep met de hand
verplaatst terwijl ze draait, geraakt het mechanisme defect.
▪
Verander de stand van de verticale kleppen voorzichtig. In de luchtuitlaat draait
een ventilator met hoge snelheid.
1 Verticale uitblaasrichting
De volgende verticale uitblaasrichtingen kunnen worden ingesteld met de
gebruikersinterface:
Richting
Vaste stand. De binnenunit blaast de
lucht uit in 1 van 5 vaste standen.
Draaien. De binnenunit wisselt af
tussen de 5 standen.
Opmerking: De aanbevolen stand van de horizontale kleppen hangt af van de
bedrijfsstand.
a
b
Beschrijving
Scherm
Uitgebreide handleiding voor de installateur en de gebruiker
8
Werking
|
29