3. Druk op de cameratoets om
het beeld vast te leggen.
De afbeelding wordt
opgeslagen in de map
Afbeeldingen in Galerij.
Als u de afbeelding wilt
verwijderen, selecteert u Opties > Verwijderen.
4. Selecteer Opties > Afsluiten als u de hoofdcamera wilt sluiten.
Tweede camera
1. Als u de tweede camera wilt inschakelen, drukt u eerst op de cameratoets
om de hoofdcamera in te schakelen. Selecteer vervolgens Opties > Tweede
camera gebr..
2. Druk de bladertoets omhoog of omlaag als u wilt in- of uitzoomen.
3. Selecteer Vastleggen om een afbeelding te maken. De afbeelding wordt
opgeslagen in de map Afbeeldingen in Galerij. Als u de afbeelding wilt
verwijderen, selecteert u Opties > Verwijderen.
4. Selecteer Opties > Afsluiten als u de tweede camera wilt sluiten.
Als u de panoramamodus wilt gebruiken, selecteert u Opties > Panoramamodus
of drukt u de bladertoets naar rechts.
geactiveerd. Druk op de opnametoets om het vastleggen van een panoramabeeld
te starten. Draai langzaam naar rechts of links. U kunt de richting niet veranderen.
Als de pijl in het scherm rood is, draait u te snel. Druk nogmaals op de
opnametoets om het vastleggen van het panorama te stoppen. Deze optie
is alleen beschikbaar in de hoofdcamera.
Als u de flitser automatisch wilt inschakelen als dat nodig is, selecteert u Opties >
Flits > Automatisch. Deze optie is alleen beschikbaar in de hoofdcamera.
Houd een veilige afstand aan wanneer u de flitser gebruikt. Richt de flitser niet van dichtbij
op mensen of dieren. Dek de flitser niet af wanneer u een foto maakt.
Als u bij weinig licht de nachtmodus wilt gebruiken, selecteert u Opties >
Nachtmodus > Aan.
Als u een reeks foto's achter elkaar wilt maken, selecteert u Opties >
Reeksmodus > Aan. Als u op de cameratoets drukt, maakt de camera met
korte tussenpozen zes foto's achter elkaar.
Als u een zelfontspanner wilt gebruiken, selecteert u Opties > Zelfontspanner en
het gewenste tijdsinterval.
C a m e r a
geeft aan dat de panoramamodus is
49