Ingebruikneming
11 Ingebruikneming
11.1 Voor elke fietsrit
•
Controleer uw e-bike volgens het gedeelte "Controle-
aanwijzingen" op pagina 30 in deze gebruiksaanwijzing en in
de gebruiksaanwijzing voor uw fiets.
VOORZIChTIG
De e-bike kan bij een verkeerde bediening anders
reageren dan u verwacht.
Gevaar voor letsel!
• Lees het gedeelte "Bediening" op pagina 32 vóór de
eerste keer inschakelen volledig door.
•
Laad de accu voor de eerste fietsrit volledig op.
11.2 De eerste rit
•
Leer de fiets te bedienen en te gebruiken op een open terrein
weg van het openbare verkeer.
•
Oefen op een effen en vaste ondergrond waarop de fiets
een goede grip heeft.
1. Selecteer op de bedieningseenheid het
laagste ondersteuningsniveau (zie het
gedeelte "Ondersteuningsniveau instellen" op pagina 55).
Begin langzaam te fietsen.
2. Bedien voorzichtig de remmen en wen aan de remwerking, bij
modellen met ABS went u aan de ABS-regeling.
30
3. Als u veilig de remmen kunt gebruiken, dient u te leren
wennen aan de volledig automatische ondersteuning.
4. Als u veilig kunt fietsen, herhaalt u de gewenningsfase met
een remtest voor de verdere ondersteuningsniveaus.
5. Oefen het omgaan met de duwhulp (zie het
gedeelte "Duwhulp" op pagina 57).
11.3 Controle-aanwijzingen
•
Kijk na of het accuslot is vergrendeld.
•
Controleer de accu op mogelijke schade (visuele inspectie).
•
Controleer de aandrijving op mogelijke schade (visuele
inspectie).
•
Controleer de kabels en connectoren op beschadigingen en
een veilig houvast (visuele inspectie).
•
Ontdekt u ontbrekende of beschadigde onderdelen,
gebruik dan de e-bike niet.
•
Laat de e-bike door uw fietsspecialist repareren.
•
Controleer of de voor- en achterrem goed werken.
Opmerking:
Afhankelijk van het type fiets is uw e-bike uitgerust
met een frameaccu, een bagagedrageraccu of een accu die in het
frame is geïntegreerd.
•
Lees de volledige gebruiksaanwijzing alvorens de e-bike te
gebruiken.
•
Bereid de accu en de oplader voor op het ingebruikneming
van uw e-bike.