Opmerkingen over de e-bike
6.5.3 Bediening
Het ABS-systeem is alleen beschikbaar als de accu is opgeladen
en geplaatst.
Als de acculading opgebruikt is, blijft het remsysteem functioneren,
alleen de ABS-regeling is niet beschikbaar.
Het controlelampje van het ABS-systeem moet gaan branden
na het inschakelen en moet na ongeveer 5 km/h na het starten
uitgaan.
Als het controlelampje niet uitgaat na het starten of gaat branden
tijdens het rijden, is er een storing in het ABS-systeem.
De functionaliteit van het remsysteem blijft behouden, de ABS-
regeling is niet langer beschikbaar
Wanneer de remmen worden gebruikt, detecteert het ABS-
systeem door wielstoerentalsensoren op het voor- en achterwiel
de draaibeweging van de wielen (zie afb. "ABS-componenten").
Als een van de wielen tot stilstand dreigt te komen, beperkt het
ABS-systeem de remdruk op het voorwiel en stabiliseert het.
De ABS-functie wordt beëindigd door een van de volgende
gebeurtenissen:
–
De voorraadkamer in de ABS-regeleenheid is volledig gevuld.
–
De e-bike is tot stilstand gekomen.
–
De berijder laat de rem los.
•
Controleer bij het inschakelen van het systeem of het ABS-
controlelampje op het display oplicht.
•
Controleer vóór elke rit de werking van de voor- en van de
achterrem.
22
1
2
3
Afb.: ABS-componenten
1 Wielsnelheidssensor
2 Sensorschijf
4
3 Remschijf
4 Remhendel