4. Plaats de achtercover terug (5, 6).
■ De batterij opladen
Schakel het apparaat altijd uit en ontkoppel de lader voordat u de batterij verwijdert.
De batterij is gedeeltelijk opgeladen in de fabriek. Als het apparaat aangeeft dat
het batterijniveau laag is, gaat u als volgt te werk:
1. Sluit de lader aan op een gewone
wandcontactdoos.
2. Sluit de lader aan op het apparaat.
3. Wanneer het apparaat aangeeft dat de batterij
volledig is opgeladen, maakt u eerst de lader los
van het apparaat en haalt u de lader vervolgens uit
het stopcontact.
Het opladen van de batterij is niet aan een bepaalde tijdsduur gebonden en u kunt
het apparaat tijdens het opladen gewoon gebruiken. Als de batterij volledig
ontladen is, kan het enkele minuten duren voordat de batterij-indicator op het
scherm wordt weergegeven en u weer met het apparaat kunt bellen.
■ microSD-kaart
U kunt gegevens zoals beltonen, thema's, tonen, afbeeldingen en
videoclips opslaan op een compatibele microSD-kaart.
Het is mogelijk om de microSD-geheugenkaart tijdens het gebruik
van de telefoon te verwijderen of terug te plaatsen zonder dat u daartoe de
telefoon hoeft uit te schakelen.
Uw telefoon ondersteunt microSD-kaarten tot 8 GB.
Gebruik alleen compatibele microSD-kaarten die door Nokia zijn goedgekeurd voor gebruik
met dit apparaat. Nokia maakt gebruik van goedgekeurde industriële normen voor
geheugenkaarten, maar sommige merken zijn mogelijk niet geheel compatibel met dit
14
A a n d e s l a g