Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Bedieningsfuncties En Prestaties; Bedieningshandelingen En Prestaties - Toshiba RAV-HM561BTP-E RAV-HM801BTP-E Handleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

Bevestiging en controle
Als er na het controleren van de punten hierboven zich iets ongebruikelijks voordoet, stop dan de werking van de
unit, schakel de circuitonderbreker uit, en breng de leverancier waar u het product hebt aangeschaft op de hoogte
van het modelnummer en de symptomen van de storing. Probeer niet zelf de unit te repareren. Dit is namelijk
gevaarlijk. Als een controle-indicator (bijvoorbeeld ) op het display van de bedrade afstandsbediening verschijnt,
geef deze informatie dan ook door aan de dealer.
Als de airconditioner niet goed werkt,
geeft de aanduiding Timer Uit de
controlecode en het nummer van de
niet goed functionerende binnenunit.
Verslag van eerder opgeloste problemen en bevestiging
Als de airconditioner niet goed werkt, kunt u het verslag van eerder opgeloste problemen inzien door als volgt te
werk te gaan.
(Het verslag van eerder opgeloste problemen kan maximaal 4 gevallen bevatten.)
U kunt het verslag van eerder opgeloste problemen inzien wanneer de airconditioner aan staat of uit staat.
Als u het verslag van eerder opgeloste problemen inziet terwijl de OFF-timer is ingeschakeld, wordt de
OFF-timer uitgeschakeld.
Stap
Houd de knop Timer Off langer dan 10 seconden ingedrukt tot er
een pictogram verschijnt dat aangeeft dat u in de stand Verslag
van eerder opgeloste problemen bent.
Als [
Maintenance overhaul] (Onderhoudswerkzaamheden)
verschijnt, is dat een teken dat u in de stand Verslag van eerder
1
opgeloste problemen bent.
• De temperatuuraanduiding is [01: Volgorde Verslag van eerder
opgeloste problemen].
• De aanduiding Timer Off geeft [Controlecode] en het [Nummer
binnenunit] van de unit waar de storing is opgetreden.
Druk herhaaldelijk op de instelknop en het verslag van eerder op-
geloste problemen wordt weergegeven in de volgorde [01] (meest
recent) tot [04] (minst recent).
VEREISTE
2
Druk in de stand Verslag van eerder opgeloste problemen niet
langer dan 10 seconden op de knop Menu. U wist dan namelijk
het gehele Verslag van eerder opgeloste problemen.
Druk, nadat de controle is voltooid, op de knop ON/OFF en ga
terug naar de normale stand.
3
Het systeem zal dan doorgaan in de bedrijfsstand, als het in
de bedrijfsstand stond. Druk weer op de knop AAN/UIT als het
systeem in de stand Stop stond.
23-NL
Het nummer van de binnenunit
Controlecode
waarin de storing is opgetreden.
Bedieningsinstructies
1
8

Bedieningsfuncties en prestaties

▼ Controle alvorens gebruik
• Controleer of de aardedraad is ontkoppeld.
• Controleer of de luchtfi lter geplaatst is.
• Schakel de circuitonderbreker ten minste 12 uur
alvorens het starten van de unit in.
▼ 3 minuten beschermingsfunctie
De beveiligingsfunctie van 3 minuten voorkomt dat
de airconditioner kan worden gestart in de eerste 3
minuten nadat de hoofdschakelaar/stroomonderbreker
ingeschakeld is voor het herstarten van de
airconditioner.
▼ Stroomonderbreking
De werking van de unit stopt als de stroom wordt
onderbroken.
• Druk, als u het toestel opnieuw wile starten, op de
ON/OFF-knop op de afstandsbediening.
• Bliksem of de nabijheid van een draadloze mobiele
telefoon kunnen de werking van het toestel
verstoren. Schakel de hoofdschakelaar of de
stroomonderbreker uit en opnieuw in. Druk op de
ON/OFF-knop van de afstandsbediening om opnieuw
op te starten.
▼ Ontdooien
Als de buitenunit tijdens het verwarmen bevriest,
zal de functie ontdooien automatisch (gedurende
ongeveer 2 tot 10 minuten) worden ingeschakeld zodat
de verwarmingscapaciteit op peil wordt gehouden.
• De ventilatoren van zowel de binnen- als de
buitenunit stoppen tijdens het ontdooien.
• Tijdens het ontdooien, wordt het water via de
onderplaat van de buitenunit afgevoerd.
▼ Verwarmingscapaciteit
Tijdens het verwarmen wordt de warmte van buiten
geabsorbeerd en naar de kamer gestuurd. Het
warmtepompsysteem gebruikt deze manier van
verwarmen. Bij te lage buitentemperaturen verdient het
aanbeveling aanvullende verwarmingsapparatuur te
gebruiken in combinatie met de airconditioner.
▼ Gebruiksomstandigheden voor de airconditioner
Gebruik de airconditioner voor optimale prestaties bij volgende temperatuursomstandigheden:
Stand Koelen
Stand verwarmen
2
3
Als de airconditioner niet onder bovenstaande omstandigheden wordt gebruikt, kan de beveiligingsvoorziening in
werking treden.
– 12 –
▼ Beveiligingsvoorziening
• Stopt de werking wanneer de airconditioner
overbelast raakt.
• Als de beveiliging in werking treedt, stopt de werking
van de unit en knipperen de inbedrijf-indicator en
controle-indicator op de afstandsbediening.
▼ Als de beveiliging geactiveerd is
• Schakel de circuitonderbreker uit en inspecteer. Het
voortzetten van het gebruik kan een onjuiste werking
veroorzaken.
• Controleer of de luchtfi lter geplaatst is. Daarbij kan
de warmtewisselaar door stof verstopt zijn waardoor
er water gaat lekken.
▼ Tijdens koelen
• De luchtinlaat of luchtuitlaat van de buitenunit is
verstopt.
• Er blaast voortdurend sterke wind tegen de uitlaat
van de buitenunit.
▼ Tijdens het verwarmen
• Het luchtfi lter is door veel stof verstopt.
• De luchtinlaat en/of luchtuitlaat van de binnenunit
zijn/is geblokkeerd.
▼ Schakel de stroomonderbreker niet uit
• Tijdens het gebruiksseizoen van de airconditioner
moet u de circuitonderbreker in de AAN-stand
geschakeld houden en de unit in- en uitschakelen
met de ON/OFF-knop van de afstandsbediening.
▼ Let op sneeuw en het bevriezen van de
buitenunit
• De luchtinlaat en -uitlaat van de buitenunit kunnen in
de winter door sneeuw worden bedekt of bevriezen.
De unit zal niet goed functioneren of slecht
verwarmen als er sneeuw of ijs op de buitenunit ligt.
• Controleer derhalve in de winter dat water goed
via de aftapslang wegloopt en er geen water in het
systeem achterblijft. Bevroren water in de aftapslang
of in de buitenunit veroorzaakt een onjuiste werking
of slechte verwarming.
Buitentemperatuur
: –15°C tot 46°C (drogekleptemp.)
Ruimtetemperatuur
: 21°C tot 32°C (drogekleptemp.), 15°C tot 24°C (nattekleptemp.)
Relatieve luchtvochtigheid in de kamer – lager dan 80%. Als de
[OPGELET]
airconditioner bij temperaturen buiten dat bereik wordt gebruikt, kan zich
condenswater vormen op het oppervlak van de airconditioner.
Buitentemperatuur
: –15°C tot 15°C (nattekleptemp.)
Ruimtetemperatuur
: 15°C tot 28°C (drogekleptemp.)
NL
24-NL

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Rav-hm901btp-eRav-hm1101btp-eRav-hm1401btp-eRav-hm1601btp-eRav-hm561btp-eRav-hm801btp-e

Inhoudsopgave