Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

 
 
 
 
 
Solana‐gebruikershandleiding 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Samenvatting van Inhoud voor Quidel Solana

  • Pagina 1                                       Solana‐gebruikershandleiding      1 ...
  • Pagina 2       Quidel Corporation  Worldwide Headquarters  9975 Summers Ridge Road  San Diego, CA 92121  Verenigde Staten  quidel.com  +1 858.552.1100                MDSS GmbH  Schiffgraben 41  30175 Hannover   Duitsland                2 ...
  • Pagina 3: Inhoudsopgave

    Contactgegevens Quidel ............................. 6  Etikettering en symbolen ............................ 7  Korte waarschuwingen, voorzorgsmaatregelen en beperkingen ............... 8  Veiligheidsmaatregelen  ........................... 8  Beoogd gebruik .............................. 10  Productbeschrijving  ............................ 10  Systeemonderdelen ............................ 10  Systeemscherm .............................. 10  Functiebeschrijving ............................ 11  Hardware  ................................ 11  Opstellings‐ en aansluitingsprocedures ...................... 13  De Solana uitpakken  ............................ 13  Plaatsing van de Solana  ............................. 13  Netstroomaansluiting  ............................ 14  De stekkers van de Solana aansluiten en ontkoppelen .................. 14  De Solana vergrendelen en ontgrendelen ...................... 15  Transportvergrendeling  .......................... 15  De Solana opstarten ............................ 17  Opstarten  ............................... 17  Algemene werking ............................ 18  Procedurele opmerkingen  .......................... 18  Gebruiker aanmelden ............................ 19 ...
  • Pagina 4 Veiligheidsinstellingen  ........................... 23  Workflowinstellingen ............................ 23  Volgorde‐instellingen .......................... 24  Resultaatverwerking  .......................... 25  Apparaatinstellingen ............................. 25  Datum en tijd  ............................. 26  Taal ................................ 26  Toegangscontrole gebruikers ........................ 27  Netwerkinstellingen .......................... 30  Helderheid en Slaapmodus ........................ 33  Patiëntinfo in alle records verwijderen ..................... 33  Onderhoud ................................ 34  Virena‐status .............................. 34  LIS‐status ............................... 35  Software/Testmethoden/Rapportsjabloon .................... 35  Beheren van talen ............................. 36  Software‐update installeren  ........................ 36  Methoden beheren ........................... 37  Rapportsjabloon ............................ 37  Gebeurtenislogboek ............................ 38  Nieuwe test starten ............................. 39  Nieuwe test starten (testselectie: modus Auto‐invullen Uit) ................ 39  Nieuwe test starten (testselectie: modus Auto‐invullen Aan)  ................ 40  Eén testmethode per run  .......................... 40  Procedure om verschillende testmethoden in dezelfde batch uit te voeren .......... 41  Monstertype en ‐id toewijzen  ........................... 43  Auto‐monstervolgorde Uit ...
  • Pagina 5 Een verkeerd ingevoerde monster‐id uit de barcode corrigeren  .............. 47  Test wordt uitgevoerd  ............................ 47  Tijdens de run monsters toewijzen of monster‐id's bewerken ................ 48  LIS‐orders .............................. 50  LIS‐orders toewijzen  ............................ 50  Resultaten beoordelen en beheren  ...................... 53  Resultaten weergeven............................ 53  Resultaten beheren  ............................ 54  Uitschakelen  .............................. 56  Onderhoud en reiniging .......................... 57  Problemen oplossen ............................ 58  Technische specificaties .......................... 67  Mechanische gegevens en hardwarefuncties  .................... 67  Optiek ................................ 68  Voedingsvereisten van het instrument  ...................... 68  Accessoires ................................ 68    Een overzicht van de symbolen kunt u vinden op quidel.com/glossary            5 ...
  • Pagina 6: Algemene Informatie

      Algemene informatie  Contactgegevens Quidel   Website quidel.com  Indien u vragen hebt over het gebruik van dit product, neemt u contact op met de technische ondersteuning  van Quidel op +1 800.874.1517 (in de VS) of via technicalsupport@quidel.com.  Indien u zich buiten de VS  bevindt, kunt u meer informatie verkrijgen bij uw distributeur of rechtstreeks bij Quidel op een van  onderstaande telefoonnummers. Raadpleeg quidel.com voor meer opties voor ondersteuning.   Land  Telefoonnummer   E‐mailadres  +353 (91) 412 474  emeatechnicalsupport@quidel.com   Europa, Midden‐Oosten en Azië  (hoofdnummer)  0 1800 200441 (gratis)  Oostenrijk  +43 316 231239  Frankrijk  0 (805) 371674  Duitsland  +49 (0) 7154 1593912  Nederland  0 800 0224198  Zwitserland  0 800 554864  Verenigd Koninkrijk  0 800 3688248  Italië  +39 (800) 620 549  Noord‐Amerika, Azië‐Oceanië, Latijns‐ 858.552.1100  technicalsupport@quidel.com   Amerika  437.266.1704  technicalsupport@quidel.com Canada  (hoofdnummer) ...
  • Pagina 7: Etikettering En Symbolen

    Etikettering en symbolen  Symbool  Beschrijving  Fabrikant    In‐vitrodiagnostica    CE‐conformiteitsmarkering (Conformité Européenne)    Raadpleeg de gebruiksaanwijzing    Gemachtigde vertegenwoordiger in de Europese Gemeenschap    Temperatuurlimiet    Richtlijn 2002/96/EG met betrekking tot afgedankte elektrische en  elektronische apparatuur (AEEA)    Serienummer    Catalogusnummer    Onderdeelnummer    Speciaal belangrijke informatie    Waarschuwing! Geeft een gevaarlijke situatie aan die, indien niet vermeden,  kan leiden tot letsel van de bediener of een omstander (bijvoorbeeld  elektrische schok of uv‐blootstelling).    Potentieel biologisch gevaarlijk! Een stof van biologische oorsprong die een  nadelig effect op mensen kan hebben, zoals micro‐organismen en allergenen  of toxinen die afkomstig zijn van deze organismen of van hogere planten en    dieren.  Let op! Geeft een situatie aan die, indien niet vermeden, schade kan  veroorzaken aan het apparaat of foutieve resultaten kan opleveren.    7 ...
  • Pagina 8: Korte Waarschuwingen, Voorzorgsmaatregelen En Beperkingen

    Gebruik geen andere voedingsadapter met de Solana dan de adapter die bij het apparaat is geleverd.   Laat de Solana niet vallen. Dit kan het toestel beschadigen.   Plaats geen voorwerpen bovenop de Solana.   Begin niet met testen zonder dat er reageerbuizen zijn geplaatst.   Open de dop van de reageerbuis niet (opnieuw) als deze eenmaal gesloten is.    Vloeistof die in de testwells wordt gegoten, kan de Solana beschadigen. Mors geen bleekmiddel in de wells,  omdat dit corrosie van de interne onderdelen kan veroorzaken, wat tot falen van het instrument kan leiden.   De werkruimte en apparatuur moeten worden onderhouden en ontsmet in overeenstemming met de vastgestelde  laboratoriumprotocollen en ‐schema's. Quidel vereist geen preventief onderhoud voor het instrument.    Schakel de Solana uit als het apparaat niet in gebruik is.  Veiligheidsmaatregelen   De Solana is ontworpen voor een veilige en betrouwbare werking bij gebruik volgens de instructies in deze  gebruikershandleiding. Indien de Solana wordt gebruikt op een wijze die niet in de gebruikershandleiding  wordt aangegeven, kan dit de bescherming aantasten die het apparaat biedt.  Alle waarschuwingen en voorzorgsmaatregelen moeten in acht worden genomen om persoonlijk letsel of  schade aan het apparaat tot een minimum te beperken.    Waarschuwing!   Ga als volgt te werk om het risico van een elektrische schok te verkleinen:    Neem de stekker uit het stopcontact voordat u de Solana reinigt. Als het Solana‐instrument moet worden  verplaatst om de werkbank te reinigen, gebruikt u de transportvergrendeling voordat u het instrument  verplaatst. Zie Transportvergrendeling voor details.   Sluit het apparaat aan op een goedgekeurd, correct geïnstalleerd stopcontact of universele voedingsbron.   Niet onderdompelen in water of reinigingsoplossingen.   De instrumentbehuizing niet openen en het apparaat niet uit elkaar nemen.   Gebruik het juiste netsnoer voor uw regio.  Als deze waarschuwingen niet in acht worden genomen, vervalt de garantie.    8 ...
  • Pagina 9   Potentieel biologisch gevaarlijk!   Maatregelen om het risico van biologisch gevaarlijk materiaal te verkleinen:    Behandel monsters als mogelijk biologisch gevaarlijk materiaal.   Voer gebruikte monsters af volgens de van toepassing zijnde lokale, regionale en nationale regelgeving.   Reinig de Solana volgens de instructies in het deel Onderhoud en reiniging voordat het apparaat wordt  opgeslagen, vervoerd of afgevoerd.   Vraag specifieke training of begeleiding als u geen ervaring hebt met de procedures voor monsterafname  en ‐hantering.   Gebruik goed passende nitriel, latex of andere ondoordringbare wegwerphandschoenen bij het hanteren  van specimens van patiënten of bekend positieve monsters.       Let op!   Maatregelen om het risico van foutieve resultaten te verkleinen:    De Solana moet worden gebruikt door getrainde en gekwalificeerde operatoren.   Raadpleeg de specifieke documentatie voor de analyse voor details over specifieke tests.   Gebruik de assaykit vóór de houdbaarheidsdatum.  Maatregelen om het risico van beschadiging van de Solana te verkleinen:    De Solana is bedoeld om in een normale laboratoriumomgeving en op een werkblad te worden gebruikt.   De Solana is niet bestand tegen vocht, extreme luchtvochtigheid of extreme temperaturen.   De Solana is niet bestand tegen zware schokken of sterke trillingen.   De instrumentbehuizing niet openen en het apparaat niet uit elkaar nemen.   Gebruik geen bleekmiddel op de buizenhouder.  Als de hierboven vermelde voorzorgsmaatregelen niet in acht worden genomen, vervalt de garantie.   Maatregelen om het risico van milieuschade te verkleinen:    Neemt contact op met de technische ondersteuning van Quidel als de binnenzijde van de Solana besmet of  vuil is.  ...
  • Pagina 10: Beoogd Gebruik

    Beoogd gebruik   De Solana is een zelfstandig instrument dat maximaal 12 buizen met diagnostische Solana‐assays kan  uitvoeren.    Het apparaat mag uitsluitend worden gebruikt volgens de veiligheidsmaatregelen die worden uiteengezet in  het deel Korte waarschuwingen, voorzorgsmaatregelen en beperkingen. De Solana is uitsluitend compatibel  met Quidel Solana‐assays die worden uitgevoerd door getrainde, gekwalificeerde medewerkers.    Productbeschrijving    De Solana gebruikt isotherme, helicase‐afhankelijke amplificatie en fluorescente, probegebaseerde detectie,  waarbij wordt belicht door een ultraviolette (uv) en zichtbare lichtbron om specifieke resultaten te genereren.     Elke reageerbuis bevat een interne procescontrole die ook met behulp van fluorescentie wordt afgelezen.  Hierdoor wordt verzekerd dat in de reageerbuis amplificatie is opgetreden die een nauwkeurige meting  mogelijk maakt.     De Solana geeft vervolgens de testresultaten voor de gebruiker op het scherm weer (Positief, Negatief,  Ongeldig). Deze resultaten kunnen worden afgedrukt op een aangesloten of op het netwerk aanwezige printer  of etikettenprinter, worden opgeslagen op een USB‐station en/of naar een laboratoriuminformatiesysteem  (LIS) worden verzonden.    Systeemonderdelen  De volgende systeemonderdelen worden meegeleverd:   Solana‐instrument   Voedingsbron en snoeren   Ethernetkabel   DYMO LabelWriter 450‐printer   DYMO LabelWriter 450‐printeretiketten   Stylus   Workflowtray  ...
  • Pagina 11: Functiebeschrijving

    Functiebeschrijving  Hardware  In Afbeelding 1, Afbeelding 2 en Afbeelding 3 worden de onderdelen van het Solana‐instrument aangegeven.   Deksel met buizenverwarmer  Buizenhouder  Aanraakscherm  USB‐poort (type A)  Voedingsindicator  Voedingsschakelaar  Interne  barcodelezer    Afbeelding 1  3 x USB‐poort (type A)  Aansluitpunt voor  USB‐poort (type B)  voedingsbron  RJ‐45‐poort    Afbeelding 2  11 ...
  • Pagina 12 Poortschema van instrument  Batterijvak  Instrumentetiket  Transportvergrendeling    Afbeelding 3      12 ...
  • Pagina 13: Opstellings- En Aansluitingsprocedures

    Opstellings‐ en aansluitingsprocedures   De Solana uitpakken  Inspecteer de verzenddoos voordat u deze opent op zichtbare schade. Pak de inhoud uit en plaats de Solana  rechtop op een droog, stabiel en horizontaal oppervlak. Controleer de Solana zorgvuldig op beschadiging.  Controleer of alle overige systeemonderdelen aanwezig (zie het deel Systeemonderdelen) en in goede staat  zijn.     Neem contact op met de technische ondersteuning van Quidel in geval van beschadiging of ontbrekende  onderdelen.     Plaatsing van de Solana  De Solana is draagbaar en als het goed vergrendeld is, kan het apparaat worden verplaatst naar een geschikte  locatie voor testen of opslag.    Vergrendel de mechanische transportvergrendeling als u het instrument verplaatst. Zie het gedeelte De  Solana vergrendelen en ontgrendelen voor instructies over het vergrendelen, ontgrendelen en afsluiten van  het instrument.  De Solana moet op een droog, stabiel en horizontaal oppervlak worden geplaatst binnen de gebruiksomgeving  die wordt gespecificeerd in het deel Technische specificaties. De locatie moet binnen bereik liggen van een  geschikt wandstopcontact en andere draadgebonden aansluitingen (zoals een DYMO‐printer). Bovendien moet  de locatie het apparaat voldoende ruimte bieden om de volgende functies te kunnen uitvoeren:   Het deksel met buizenverwarmer moet gemakkelijk kunnen openen en sluiten om de reageerbuizen te  plaatsen en verwijderen;    Houd er bij de plaatsing van het instrument rekening mee dat alle aansluitpoorten op de achterzijde van  het instrument, zoals het aansluitpunt voor de voedingsbron, gemakkelijk bereikbaar moeten zijn in  noodgevallen of bij afwijkende werking.   Het gemeten signaal kan door de volgende oorzaken veranderen:   veranderingen in de sterkte van de omgevingsverlichting,   vuil op de optische onderdelen (bijvoorbeeld corrosie door bleekmiddel en lekkende monsters),   elektromagnetische interferentie,   temperatuurveranderingen (bijvoorbeeld door plaatsing onder luchtroosters en in direct zonlicht),   mechanische bewegingen (trillingen, bijvoorbeeld door centrifuges en grote machines).   Plaats de Solana niet op een locatie waar trillingen kunnen optreden, zoals in de buurt van machines die  trillen, schudden of centrifugeren. De Solana is een uiterst gevoelig optisch precisie‐instrument.  ...
  • Pagina 14: Netstroomaansluiting

     Plaats de Solana niet in de buurt van sterke lichtbronnen (zoals direct zonlicht). De Solana heeft een  interne correctie voor een normale mate van omgevingslicht, maar zeer sterk licht dat in de  buizenhouderpoort valt, kan de meting aanzienlijk beïnvloeden.   Plaats de Solana niet onmiddellijk naast een magnetron of elektromagnetische storingsbron.   Stel de Solana niet bloot aan hogere omgevingstemperaturen dan 15 tot 35 C.    Netstroomaansluiting   De Solana werkt op: 100 tot 240 V wisselstroom, 0,5 A, 50 tot 60 Hz.   Gebruik uitsluitend de meegeleverde voedingsbron. Gebruik van een tijdelijk stroomsnoer (zoals  verlengsnoeren, stekkerdozen) moet worden vermeden. U kunt een universele voedingsbron gebruiken.     Sluit de Solana aan op een correct geïnstalleerd elektrisch stopcontact of universele voedingsbron.   De stekkers van de Solana aansluiten en ontkoppelen    Houd de stekker stevig vast en steek deze met de platte zijde van de stekker omlaag gericht in de    voedingsaansluiting op de achterzijde van de Solana (Afbeelding 4).    Sluit de netstroomstekker aan op een correct geïnstalleerd elektrisch stopcontact.        Afbeelding 4  Om het instrument te ontkoppelen, houdt u de stekker van het instrument stevig vast (Afbeelding 5) en  trekt u deze uit de voedingsaansluiting van het instrument. Niet ontkoppelen door aan het snoer te  trekken. Als aan het snoer wordt getrokken, leidt dat ertoe dat de instrumentstekker losraakt en niet goed  contact maakt met het instrument.     14 ...
  • Pagina 15: De Solana Vergrendelen En Ontgrendelen

      Afbeelding 5    De Solana vergrendelen en ontgrendelen  Transportvergrendeling   De transportvergrendeling wordt gebruikt om het instrument te vergrendelen en af te sluiten voordat dit  wordt verplaatst of verzonden.   Bij de aanvankelijke verzending door de fabrikant wordt de transportvergrendeling van de Solana  geactiveerd.  De transportvergrendeling uitschakelen na de eerste opstelling en nadat het instrument verplaatst is.   De Solana opstarten (zie De Solana opstarten).   Als de melding om de transportvergrendeling te ontgrendelen wordt weergegeven (Afbeelding 6), plaatst  u de Solana op een stabiel oppervlak. Met de voorzijde van het instrument naar u toe gericht, kantelt u het  instrument op de linkerzijde ervan.    Ontgrendel het apparaat door de hendel naar de ontgrendelde positie te schuiven (zie Afbeelding 7).    Afbeelding 6    15 ...
  • Pagina 16   Afbeelding 7   Druk op   nadat u hebt bevestigd dat het instrument ontgrendeld is. Opmerking: Deze melding  wordt niet weergegeven als het instrument werd uitgeschakeld volgens de normale uitschakelprocedures  (uitschakelen zonder de ingebouwde transportvergrendeling te activeren of het instrument handmatig  te vergrendelen).  De transportvergrendeling inschakelen om het instrument te verplaatsen of te verzenden:   Ga naar Systeem  Onderhoud  Transportvergrendeling.   Druk op Transportvergrendeling.    Druk op  om het vergrendelen en afsluiten te bevestigen.   De onderstaande melding (Afbeelding 8) wordt kort weergegeven terwijl het instrument gereed wordt  gemaakt voor vergrendeling.     Afbeelding 8   In een nieuwe melding wordt de gebruiker verzocht de transportvergrendeling in te stellen (Afbeelding 9).  16 ...
  • Pagina 17: De Solana Opstarten

      Afbeelding 9   Vergrendel het apparaat.    Plaats de Solana op een stabiel oppervlak en kantel het instrument naar links, zodat dit op de  linkerzijde ervan rust.    Verplaats de hendel van de transportvergrendeling naar de vergrendelde positie.    Zet het instrument weer rechtop.     Druk op   om te bevestigen dat het instrument vergrendeld is.   Het instrument sluit automatisch af.  De Solana opstarten  Opstarten   Houd de voedingsschakelaar  (Afbeelding 1) ongeveer 2 seconden ingedrukt. Het scherm wordt  verlicht met het Quidel‐logo (Afbeelding 10). Het systeem wordt geïnitialiseerd en de voedingsindicator  wordt groen.      Afbeelding 10  17 ...
  • Pagina 18: Algemene Werking

     Tijdens de initialisatie geeft de Solana een zelfcontrolescherm weer (Afbeelding 11). Een interne  zelfcontrole wordt uitgevoerd om te verzekeren dat de waarden van de interne referentienormen binnen  een vastgesteld bereik vallen. Door de Solana worden interne instellingen met een interne vaste‐ fluorescentiestandaard vergeleken.    Als de Solana ingeschakeld blijft, wordt elke 15 uur een zelfcontrole uitgevoerd.   Als tijdens de zelfcontrole een fout optreedt, raadpleegt u het gedeelte Problemen oplossen of neemt  u contact op met de technische ondersteuning.                           Afbeelding 11  Algemene werking  Procedurele opmerkingen   De standaardwaarden voor de gebruikers‐id en het wachtwoord van de beheerder zijn respectievelijk 'Admin'  en 'admin'. Het wachtwoord moet worden gewijzigd en beheerd volgens de procedures van uw organisatie.  U kunt een tijdelijk (24 uur geldig) wachtwoord op beheerdersniveau krijgen door contact op te nemen met de  technische ondersteuning van Quidel en het serienummer van het instrument op te geven dat onderop het  instrument staat.   De Solana heeft een aanraakscherm. Raak een pictogram aan om de gewenste actie te selecteren. Als  u informatie moet invoeren, drukt u op het invoerveld om het schermtoetsenbord te activeren en drukt u op  de toetsen op het scherm.   Op de meeste schermen drukt u op het groene vinkje   om wijzigingen, selecties of acties te  bevestigen/op te slaan.   Op de meeste schermen drukt u op de rode stopknop   om een menu te verlaten of wijzigingen,  selecties of verwerking te annuleren.   Raak de blauwe stopknop ...
  • Pagina 19: Gebruiker Aanmelden

     Druk op de thuisknop   om naar het hoofdmenu te gaan.   Knoppen die in grijs worden weergegeven, duiden op acties die niet beschikbaar zijn. De netwerkknop   is bijvoorbeeld grijs omdat de Solana niet met het netwerk verbonden is.   In de slaapmodus wordt de Solana na een periode van 20 minuten zonder activiteit in de slaapstand gezet  en na 2 uur wordt het instrument volledig uitgeschakeld. Druk op de voedingsschakelaar om de Solana te  activeren.    Als de slaapmodus uitgeschakeld is, blijft de Solana altijd ingeschakeld en actief.      Gebruiker aanmelden  Als Toegangscontrole gebruikers ingeschakeld (Aan) is, wordt het aanmeldscherm weergegeven  (Afbeelding 12) en moet de gebruiker een gebruikers‐id en wachtwoord invoeren om verder te gaan naar het  hoofdmenu. Als Toegangscontrole gebruikers uitgeschakeld (Uit) is, is aanmelden niet nodig en wordt het  hoofdmenu weergegeven. Zie hieronder het gedeelte Afmelden gebruiker. Raadpleeg het deel  Toegangscontrole gebruikers voor details over het wijzigen van deze functie.      Afbeelding 12  Als Toegangscontrole gebruikers ingeschakeld (Aan) is, moet elke gebruiker zich na gebruik afmelden.   Druk op het afmeldpictogram   in het hoofdmenu (Afbeelding 14).    Druk op   om het afmelden te bevestigen (Afbeelding 13).   Voer de gebruikers‐id en het wachtwoord in.   U kunt ook een barcode met de gebruikers‐id scannen.    Druk op Enter om de instellingen in te voeren.    Het hoofdmenu (Afbeelding 14) wordt weergegeven als de ingevoerde aanmeldinformatie juist is,  ongeacht de interne kalibratiestatus (geslaagd/mislukt); het hoofdmenu wordt altijd weergegeven.   ...
  • Pagina 20: Gebruiker Afmelden

    Gebruiker afmelden  Als Toegangscontrole gebruikers ingeschakeld (Aan) is, moet elke gebruiker zich na gebruik afmelden.   Druk op het afmeldpictogram   in het hoofdmenu (Afbeelding 14).    Druk op   om het afmelden te bevestigen (Afbeelding 13).    Afbeelding 13    Hoofdmenu  Het hoofdmenu (Afbeelding 14) biedt de volgende keuzemogelijkheden:   Nieuwe test: een nieuwe test starten;   Resultaten beoordelen: de resultaten van voltooide tests weergeven;    Systeem: de workflow‐ en apparaatinstellingen wijzigen, onderhoudsfuncties openen en  instrumentinformatie ophalen;    LIS‐orders (als de verbinding met de LIS‐server ingeschakeld (Aan) is): ontvangen LIS‐orders weergeven;    Afmelden gebruikers (als Toegangscontrole gebruikers ingeschakeld is): om af te melden bij het  instrument of van gebruiker te veranderen.  20 ...
  • Pagina 21   Afbeelding 14   De opties worden hieronder in afzonderlijke delen beschreven.   21 ...
  • Pagina 22: Systeem

    Systeem  Het menu Systeem (Afbeelding 15) heeft 3 keuzemogelijkheden.   Instellingen   Onderhoud   Info  Afbeelding 15  De optie Info geeft de softwareversie, de Linux‐versie, het serienummer van het instrument, het MAC‐adres en  de build weer.   OPMERKING: Wijzigingen in Instellingen en Onderhoud worden opgeslagen en in het vervolg bij gebruik van  het instrument toegepast. We adviseren om Systeem: Instellingen goed door te nemen voordat u de Solana  voor de eerste keer gebruikt.  Instellingen  Er zijn drie soorten instellingen (Afbeelding 16):    Veiligheidsinstellingen   Workflowinstellingen    Apparaatinstellingen    Afbeelding 16  22 ...
  • Pagina 23: Veiligheidsinstellingen

    Veiligheidsinstellingen  Veiligheidsinstellingen Binnen de veiligheidsinstellingen kunnen de onderstaande geconfigureerd worden  (Afbeelding 17):     CUPS‐interface    USB    Netwerk (SSH)  CUPS‐interface AAN (standaard) – Met deze optie heeft u toegang tot de CUPS‐printinterface, die nodig is  voor netwerkprinten. Zie het deel Software/Testmethoden/Rapportsjabloon.     USB AAN (standaard) – Met deze optie kan het Solana‐instrument gekoppelde USB‐apparaten herkennen.  Netwerk (SSH) AAN (standaard) – Met deze optie is het mogelijk op afstand in te loggen op het Solana‐ instrument.      Afbeelding 17  Workflowinstellingen  Binnen Workflowinstellingen kan het volgende worden geconfigureerd (Afbeelding 18):    Volgorde‐instellingen   Resultaatverwerking    Afbeelding 18  23 ...
  • Pagina 24: Volgorde-Instellingen

    Volgorde‐instellingen  Binnen Volgorde‐instellingen kan het volgende worden geconfigureerd (Afbeelding 19):    Testselectie Auto‐invullen    Monstervolgorde Auto‐monstervolgorde     Afbeelding 19  Testselectie: De standaardinstelling voor Auto‐invullen is Uit. Zie de delen Nieuwe test starten voor meer  informatie over testselectie.  Auto‐invullen Uit: Deze optie laat de gebruiker eerst de testmethode selecteren en vervolgens de  geselecteerde test aan individuele monsterbuizen toewijzen, ongeacht in welke volgorde. De selectie van  een test hoeft niet voor elke buis te worden herhaald.   Auto‐invullen Aan: Deze optie laat de gebruiker eerst de buizen selecteren en vervolgens een  testmethode toewijzen door de test per buis te selecteren.     Druk op het pictogram Aan/Uit om de weergegeven instelling te wijzigen.   (Bij paarse markering staat   de testoptie aan).   Druk op   om de selectie te bevestigen.  Monstervolgorde: De standaardinstelling voor Auto‐monstervolgorde is Uit. Zie het gedeelte Monstertype en  ‐id toewijzen voor meer informatie over de monstervolgorde.   Auto‐monstervolgorde Uit: Deze optie laat de gebruiker één monster‐id toewijzen aan meerdere buizen.  Het invoeren van de monster‐id hoeft niet voor elke buis te worden herhaald.   Auto‐monstervolgorde Aan: Deze optie laat de gebruiker automatisch een monster‐id toewijzen aan de  volgende beschikbare buis. Deze instelling is nuttig bij het scannen van barcodes voor opeenvolgende  specimens van patiënten.    Druk op het pictogram Aan/Uit om de weergegeven instelling te wijzigen.   (Bij paarse markering staat   de testoptie aan).   Druk op   om de selectie te bevestigen.  24 ...
  • Pagina 25: Resultaatverwerking

    Resultaatverwerking  Binnen Resultaatverwerking kan het volgende worden ingesteld (Afbeelding 20):    Resultaten overschrijven    Resultaten automatisch afdrukken     Overschrijven Uit (standaard): Deze optie zorgt dat de oudste resultaten niet worden overschreven met  de nieuwste resultaten. Wanneer het Solana‐geheugen vol is, wordt een waarschuwing weergegeven en  kan de gebruiker geen nieuwe test starten (de knop Nieuwe est starten is niet beschikbaar in het  hoofdmenu). De resultaten moeten handmatig worden verwijderd om geheugen vrij te maken.  Overschrijven Aan: Deze optie zorgt dat de oudste resultaten worden overschreven met de nieuwste  resultaten wanneer het Solana‐geheugen vol is.   Automatisch afdrukken Uit (standaard): De afdrukoptie moet handmatig worden geselecteerd.  Automatisch afdrukken Aan: het resultaat van elke testrun wordt door de Solana automatisch afgedrukt.  Er moet een instrumentprinter zijn aangesloten.    Afbeelding 20   Druk op het pictogram Aan/Uit om de weergegeven instelling te wijzigen.     (Bij paarse  markering staat de testoptie aan).   Druk op   om de selectie te bevestigen.  Apparaatinstellingen  Binnen Apparaatinstellingen kunnen de volgende parameters worden geconfigureerd (Afbeelding 21):   Datum en tijd   Taal   Toegangscontrole gebruikers   Netwerkconfiguratie   Helderheid en Slaapmodus   Patiëntinfo in alle records verwijderen ...
  • Pagina 26: Datum En Tijd

      Afbeelding 21  Datum en tijd  Binnen de instellingen Datum en tijd kunnen de datum, tijd en indelingen worden ingesteld (Afbeelding 22).   Afbeelding 22   Datum: Druk op de pijl naar links   of rechts   om de datum te wijzigen en het jaar, de  maand en de dag in te stellen.   Datumindeling: Druk op de pijl van het vervolgmenu om de selecties te zien voor het wijzigen van de  datumindeling (dd. MM jjjj, jjjj‐MM‐dd of MM/dd/jjjj). Druk op de gewenste datumindeling.   Tijd: Druk op de pijl naar links of de pijl naar rechts om de tijd te wijzigen en het uur en de minuten in te  stellen.   Tijdsindeling: Druk op de pijl van het vervolgmenu om de selecties te zien voor het wijzigen van de  tijdsindeling. De 12‐uurs‐ en de 24‐uursindeling zijn beschikbaar. Druk op de gewenste tijdsindeling.   Druk op   om de selectie(s) te bevestigen.  Taal  Binnen Taalinstellingen kan de gewenste taal (indien beschikbaar) worden ingesteld. De taal kan ook worden  ingesteld voor het toetsenbord (indien beschikbaar). De standaardtaal is Engels.  26 ...
  • Pagina 27: Toegangscontrole Gebruikers

    Toegangscontrole gebruikers  Het menu Toegangscontrole gebruikers kan alleen door de beheerder worden geopend (Afbeelding 23). De  standaardinstelling voor Toegangscontrole gebruikers is Uit.      Afbeelding 23  Toegangscontrole gebruikers Uit: Met deze optie zijn er geen gebruikersrollen aan gebruikers toegewezen en  hoeven gebruikers zich niet aan te melden.  Toegangscontrole gebruikers Aan: Met deze optie heeft de beheerder of lab‐gebruiker rollen toegewezen aan  gebruikers en moeten gebruikers zich aanmelden.   Druk op het pictogram Aan/Uit om de weergegeven instelling te wijzigen.     Hieronder ziet u de  functies die door een lab‐gebruiker en beheerder kunnen worden uitgevoerd.  Er zijn twee typen niveaus voor gebruikerstoegang of rollen: Beheerder en Lab‐gebruiker. Elke gebruiker in het  laboratorium kan de rol van beheerder of lab‐gebruiker toegewezen krijgen. Een beheerder en een lab‐ gebruiker kunnen beiden alle functies uitvoeren die te maken hebben met het uitvoeren van een test. Alle  gebruikers kunnen resultaten weergeven, afdrukken en naar een USB‐station exporteren.    Beheerders hebben toegang tot meer functies dan lab‐gebruikers. Beheerders kunnen gebruikers en  wachtwoorden toevoegen of verwijderen, rollen van gebruikers wijzigen en resultaten verwijderen. De  beheerder kan aan gebruikersspecifieke rollen toegewezen rechten niet wijzigen.   Nadat een gebruiker zich heeft aangemeld, zijn functies of menu's die voor een rol niet toegankelijk zijn, niet  zichtbaar op de grafische gebruikersinterface. In de onderstaande tabel worden de functies beschreven die  beschikbaar zijn voor beheerders en lab‐gebruikers met betrekking tot instrumentinstellingen en  systeembeheer.      Functie  Lab‐gebruiker  Beheerder  Instrumentinstellingen wijzigen  Testselectie Auto‐invullen aan/uit    X  Auto‐monstervolgorde aan/uit    X  27 ...
  • Pagina 28 Functie  Lab‐gebruiker  Beheerder  Auto‐resultaatverwerking aan/uit    X  Datum, datumindeling, tijd, tijdsindeling    X  aanpassen  Taal wijzigen    X  Toetsenbord wijzigen    X  Inschakelen/uitschakelen    X  Een nieuwe gebruiker toevoegen    X  Gebruiker verwijderen    X  Een bestaande gebruiker bewerken    X  Netwerkconfiguratie bewerken    X  LIS activeren    X  LIS‐netwerkconfiguratie bewerken    X  Virena® activeren    X  Virena‐netwerkinstellingen bewerken ...
  • Pagina 29 Methoden verwijderen    X  Nieuwe rapportsjabloon importeren    X  Gebeurtenislogboek weergeven  X  X  Gebeurtenissen naar USB exporteren  X  X  Gebeurtenissen in gebeurtenislogboek    X  verwijderen  Transportvergrendeling voor verzending    X  vergrendelen    Als Toegangscontrole gebruikers Aan   is (Afbeelding 23), zijn in het menu Toegangscontrole gebruikers  de volgende opties beschikbaar voor beheerders:  Een nieuwe gebruiker toevoegen  Een bestaande gebruiker bewerken    Een gebruiker verwijderen   Een nieuwe gebruiker toevoegen: Druk op het juiste pictogram (zie boven) en voer de informatie in voor  de velden Gebruikers‐id, Wachtwoord en Rol.    Druk op   om de invoer te bevestigen.     Een bestaande gebruiker bewerken: Selecteer de gebruiker in de vervolgkeuzelijst Gebruikers‐id.    Druk op het betreffende pictogram (zie hierboven).   Wijzig zo nodig de velden Gebruikers‐id, Wachtwoord en Rol. ...
  • Pagina 30: Netwerkinstellingen

    Netwerkinstellingen  De instellingen voor LAN, LIS‐server en Virena kunnen worden geprogrammeerd (Afbeelding 24).     Afbeelding 24  LAN    Druk op LAN om LAN‐netwerkinstellingen toe te voegen.    Selecteer een Statisch IP‐adres of een Dynamisch IP‐adres (Afbeelding 25).   Voer in de daarvoor bestemde velden het IP‐adres, het subnetmasker en de standaardgateway in (kunnen  door uw netwerkprovider worden verstrekt).    Druk op   om de invoer te bevestigen.      Afbeelding 25  LIS‐server  Als de LIS‐server ingeschakeld is (LIS‐server Aan), kan de gebruiker in het hoofdmenu LIS‐orders zien. De  standaardinstelling is Uit.   Druk op LIS‐server (Afbeelding 24) om de netwerkinstellingen van de LIS‐server te wijzigen.    Druk op het pictogram Aan/Uit   (Afbeelding 26) om de weergegeven instelling te wijzigen.     Als de LIS‐server Aan is, voert u de gegevens in van de server‐IP, serverpoort en listenerpoort  (beschikbaar bij de LIS‐coördinator van uw lab).   30 ...
  • Pagina 31  Auto‐volgorde nummer is een optie die op Aan of Uit kan worden ingesteld.   Als Auto‐volgorde  nummer Aan is, worden bij afwezigheid van geselecteerde of ingevoerde volgordenummers door de  Solana automatisch volgordenummers aangemaakt en toegewezen.   Druk op   om de invoer te bevestigen.   Als er verbinding met de LIS‐server is, is het symbool   zichtbaar.    Druk op Test om de verbinding met de LIS‐server te testen. Een pop‐upvenster bevat informatie over de  LIS‐teststatus.   Druk op   om de teststatus te bevestigen.    Afbeelding 26  Virena®‐instellingen  Virena is een wereldwijd draadloos surveillance‐ en gegevensbeheersysteem voor instrumenten op afstand  dat een bijna realtime, geanonimiseerde database biedt. Als Virena geactiveerd is, kunnen de  geanonimiseerde resultaten van patiëntenmonsters worden doorgestuurd naar Virena. De standaardinstelling  is Uit. Voor gedetailleerde instructies over het activeren van Virena raadpleegt u de gebruiksaanwijzing van de  Solana Virena in de verpakking van de Virena‐router.    Druk op Virena‐instellingen (Afbeelding 24) om de Virena‐instellingen te wijzigen.    Druk op het pictogram Aan/Uit   (Afbeelding 27) om de weergegeven instelling te wijzigen.    Afbeelding 27  31 ...
  • Pagina 32  Als Virena activeren Aan is, stelt u Resultatenoverdracht en Netwerk‐updates in op Aan of Uit.    o Resultatenoverdracht verwijst naar het verzenden van resultaten naar Virena. Als deze functie  Aan is, worden de resultaten bij voltooiing van de test automatisch naar Virena gezonden. Als de  functie Uit is, worden de resultaten niet automatisch verzonden.  Deze functie is mogelijk momenteel niet beschikbaar. Neem contact op met de  Netwerkupdates: technische ondersteuning voor informatie over de beschikbaarheid van software‐upgrades of ga  naar het klantenportaal op myquidel.com voor meer informatie.   Druk op de pijl naar rechts (volgende)   onderin het scherm om naar het volgende scherm te gaan.    Voer het Virena IP‐adres in (Afbeelding 28).    Afbeelding 28   Voer indien van toepassing Resultatenoverdracht poortnmr. (nummer) en Netwerkupdate poortnmr. in.   Druk desgewenst op Test om de Virena‐verbinding te testen. Een pop‐upvenster bevat informatie over de  Virena‐teststatus. Opmerking: Als Virena geactiveerd is en de Solana niet‐verzonden resultaten heeft,  wordt in de bovenste regel een geel gemarkeerde 'V'   weergegeven (Afbeelding 28).   Druk op   om de teststatus te bevestigen.   Druk op de pijl naar rechts (volgende) onderin het scherm om naar het volgende scherm te gaan.    Voer Postcode in (Afbeelding 29).     Afbeelding 29  32 ...
  • Pagina 33: Helderheid En Slaapmodus

     Druk op   om de selecties en invoer op te slaan en te bevestigen, of druk op de pijl naar links   (terug) om de bewerkingen te annuleren en naar vorige schermen terug te keren.     Helderheid en Slaapmodus  Binnen de instellingen voor Helderheid en Slaapmodus kan het volgende worden gewijzigd (Afbeelding 30).   Helderheid  De standaardinstelling is de maximale helderheid.   Druk links (‐) of rechts (+) van de huidige instelling om de helderheid respectievelijk te verlagen of  verhogen.    Druk op   om de selectie te bevestigen.    Afbeelding 30  Slaapmodus  Solana‐gebruikers kunnen de slaapmodus op Uit instellen. Als de slaapmodus geactiveerd is, komt het Solana‐ instrument na een periode van inactiviteit in de slaapmodus met laag energieverbruik. Houd de  voedingsschakelaar van de Solana ingedrukt om deze modus af te sluiten.  Patiëntinfo in alle records verwijderen  Als de instelling Patiëntinfo in alle records verwijderen geactiveerd is, worden alle  patiëntidentificatiegegevens of LIS‐ordernummers tegelijk verwijderd. Deze functie kan worden gebruikt als  instrumenten naar Quidel worden teruggezonden. Opmerking: De instelling verwijdert niet de resultaten,  maar verwijdert alle mogelijke persoonlijke identificatie‐informatie. Als er niet‐verzonden LIS‐resultaten zijn,  moeten deze met de hand worden verwijderd. Zie het gedeelte LIS‐status voor details.   Druk desgewenst op Patiëntinfo in alle records verwijderen om deze functie te activeren.    Druk op   om de selectie te bevestigen.         33 ...
  • Pagina 34: Onderhoud

    Onderhoud   De volgende opties zijn beschikbaar in de instellingen voor Onderhoud:   Virena‐status   LIS‐status    Software/Testmethoden/Rapportsjabloon   Gebeurtenislogboek   Transportvergrendeling (zie Transportvergrendeling voor details)  Virena‐status  Als Virena geactiveerd is, wordt op het scherm Virena‐status weergegeven of er resultaten via Virena zijn  overgedragen en kan de gebruiker niet‐verzonden resultaten verzenden. Raadpleeg de installatie‐instructies  van de Solana Virena‐modus voor de Virena WR11‐router. (Beschikbaar op Quidel.com, of neem contact op  met de technische ondersteuning van Quidel op 1.800.874.1517 (in de VS) of via  technicalsupport@quidel.com.    Druk op Virena‐status.   Bekijk weergegeven meldingen (Afbeelding 31).    Afbeelding 31   Druk zo nodig op Uploaden     De status wordt onderin het scherm weergegeven.    Als er resultaten moeten worden verzonden, drukt u op  naast de gewenste optie(s) (Niet‐verzonden  resultaten verzenden, Laatste resultaat verzenden, Alle resultaten in DB verzenden [database]).    Als  er  bijvoorbeeld  niet‐verzonden  resultaten  beschikbaar  zijn,  drukt  u  op ...
  • Pagina 35: Lis-Status

    LIS‐status  Als de verbinding met de LIS‐server gemaakt en bevestigd is, wordt op het scherm LIS‐status de status van de  niet‐verzonden LIS‐resultaten weergegeven (Afbeelding 32).    Afbeelding 32   Druk op LIS‐status.    Bekijk weergegeven LIS‐resultaten.   Selecteer het resultaat dat actie vereist door op de eerste kolom te drukken van de rij met het betreffende  resultaat. Naast het geselecteerde LIS‐resultaat wordt een vinkje weergegeven.   Druk zo nodig op Uploaden.    De status wordt onderin het scherm weergegeven.    Als er resultaten moeten worden verzonden, drukt u op  naast de gewenste optie(s) (Niet‐verzonden  resultaten verzenden, Laatste resultaat verzenden, Alle resultaten in DB verzenden [database]).    Als  er  bijvoorbeeld  niet‐verzonden  resultaten  beschikbaar  zijn,  drukt  u  op  naast  Niet‐ verzonden resultaten verzenden.   Als de informatie verzonden is, wordt een melding over de status van het exporteren weergegeven (zoals  Resultaten exporteren begonnen).    Druk op   om te bevestigen.  ...
  • Pagina 36: Beheren Van Talen

    Afbeelding 33  Beheren van talen  De optie Beheren van talen wordt gebruikt om de voorkeurstalen te selecteren vanuit de beschikbare opties.  Software‐update installeren   De optie Software‐update installeren wordt gebruikt om software bij te werken door de update te  downloaden van een USB‐station.    Plaats het USB‐station.    Druk op Software‐update installeren.    Selecteer de bron van de update door op het pictogram van het USB‐station te drukken (Afbeelding 34).   Druk op   om de installatie te bevestigen.    Er wordt een pop‐upmelding weergegeven waarin u wordt gevraagd de Solana opnieuw op te starten om  verder te gaan met het installatieproces.   Druk op   en de Solana wordt automatisch uit‐ en weer ingeschakeld.     Tijdens de opstartcyclus wordt een melding weergegeven dat aangeeft dat de update wordt uitgevoerd.  Schakel de Solana niet uit.    Nadat de installatie is voltooid, wordt de Solana automatisch nogmaals opnieuw opgestart.    Na deze laatste opstartcyclus is het installatieproces voltooid.    Afbeelding 34  36 ...
  • Pagina 37: Methoden Beheren

    Een methodebestand verwijderen   Om een testmethode te verwijderen, selecteert u de testmethode in de weergegeven lijst.   Druk op Verwijderen.     Druk op   om de verwijdering te bevestigen.  Rapportsjabloon  De optie Rapportsjabloon wordt gebruikt om nieuwe printersjablonen te importeren die worden geleverd  door Quidel.    Druk op Rapportsjabloon.    Plaats het USB‐station.   Druk op   om de installatie te bevestigen.  Opmerking: Testresultaten kunnen worden afgedrukt op een netwerkprinter. Hiervoor is het volgende nodig:   het IP‐adres en het merk/model van de netwerkprinter,   een computer met beheerdersrechten om netwerkinstellingen te wijzigen,   sluit de Solana aan op het LAN (zie het gedeelte Netwerkinstellingen),   LAN‐instellingen ingesteld op Dynamisch IP‐adres,   als de Solana verbonden is met Virena, neemt u contact op met de technische ondersteuning  om gelijktijdig afdrukken via Virena en het netwerk te installeren,   upload het afdruksjabloon naar de Solana (zie het deel Rapportsjabloon),   sluit de computer aan op het LAN,   configureer het printerstuurprogramma op de computer.  Zie voor details de afzonderlijke instructies voor het installeren van een netwerkprinter voor de Solana. Neem  contact op met de technische ondersteuning of ga naar de Quidel‐website om deze instructies te verkrijgen.   37 ...
  • Pagina 38: Gebeurtenislogboek

    Gebeurtenislogboek   Het gebeurtenislogboek (Afbeelding 35) wordt gebruikt om recente Solana‐softwaregebeurtenissen weer te  geven, zoals aanmeldgegevens, zelfcontroleloggegevens en foutmeldingen met betrekking tot het instrument.     Afbeelding 35   Om informatie op een andere pagina weer te geven, drukt u op de schuifbalk aan de rechterzijde van het  scherm.   Om detailinformatie te zien, drukt u op de betreffende rij op het scherm.    Om de datumsorteervolgorde te wijzigen, drukt u op de pijl omhoog of pijl omlaag   in de  kolomkop Datum  .    Druk op de pijl naar links (terug)   om naar het vorige scherm terug te keren.  38 ...
  • Pagina 39: Nieuwe Test Starten

    Nieuwe test starten  Nieuwe test starten (testselectie: modus Auto‐invullen Uit)  Zie ook het deel Toewijzing LIS‐orders om tests te starten die zijn gebaseerd op LIS‐orders.   Met Auto‐invullen Uit wordt eerst de testmethode geselecteerd, en vervolgens wordt de test aan de  betreffende buizen toegewezen. Raadpleeg het deel Volgorde‐instellingen om de modus Testselectie Auto‐ invullen in te stellen.  Opmerking: De knop Nieuwe test wordt niet weergegeven als het instrument de interne kalibratie niet  foutloos doorloopt. Start het instrument opnieuw op of neem contact op met de technische ondersteuning  van Quidel.    Druk in het hoofdmenu op Nieuwe test   om een nieuwe test te starten.   Het scherm Selectie testmethode wordt weergegeven (Afbeelding 36).   Afbeelding 36   Druk op het vervolgkeuzemenu Test selecteren om de testmethode te selecteren (Afbeelding 37).    Voer de Lot‐id in en druk op Enter.     Voer Houdbaarheidsdatum kit in met de indeling MM/DD/JJJJ (Afbeelding 37). Als de datum bijvoorbeeld  23 juni 2019 is, voert u in 06/23/2019. Druk op Enter   om de invoer te bevestigen.   Opmerking: Door de barcode te scannen van de assay die zich in elke Solana‐assaykit bevindt, worden  automatisch de testmethode, de lot‐id en de uiterste gebruiksdatum van de kit ingevuld.  Afbeelding 37  39 ...
  • Pagina 40: Nieuwe Test Starten (Testselectie: Modus Auto-Invullen Aan)

     Selecteer de buizen die u wilt testen (Afbeelding 38).  Opmerking: De selecties kunnen ongedaan worden gemaakt door op de buis te drukken die per abuis was  geselecteerd en vervolgens op Verwijderen te drukken. Als bijvoorbeeld buis 1 per abuis was geselecteerd,  drukt u op buis 1 om deze te markeren en drukt u vervolgens op X   om de selectie  ongedaan te maken.    Afbeelding 38  Het is mogelijk meerdere testmethoden in één run te toe te wijzen als de methodebestanden compatibel zijn.  Na toewijzing van de eerste test biedt het vervolgkeuzemenu van het instrument alleen de compatibele tests.    Om een test met een compatibel methodebestand toe te voegen, kunt u de testinformatie selecteren of  scannen en de buislocaties toewijzen zoals hierboven beschreven.    Druk op de pijl naar rechts (volgende)   om naar het monstervolgordescherm te gaan. Zie het  gedeelte Monstertype en ‐id toewijzen voor verdere instructies.  Nieuwe test starten (testselectie: modus Auto‐invullen Aan)  Zie ook het deel Toewijzing LIS‐orders om tests te starten die zijn gebaseerd op LIS‐orders.  Met de optie Auto‐invullen Aan worden eerst de buizen geselecteerd en wijst de gebruiker vervolgens de  testmethode toe door de test per buis te selecteren.  Raadpleeg het deel Volgorde‐instellingen om de modus  Testselectie Auto‐invullen in te stellen.  Een run bevat maximaal 12 buizen die samen in dezelfde batch worden getest. Hieronder vindt u instructies  voor het uitvoeren van 1 test in één run en voor het uitvoeren van meerdere tests in één run.  Eén testmethode per run    Druk in het hoofdmenu op Nieuwe test om een nieuwe test te starten.   Het scherm Selectie testmethode wordt weergegeven (Afbeelding 39). De eerste buis wordt gemarkeerd.    40 ...
  • Pagina 41: Procedure Om Verschillende Testmethoden In Dezelfde Batch Uit Te Voeren

    Afbeelding 39   Druk op de laatste buis die nodig is om alle buizen tussen buis 1 en de laatste geselecteerde buis te  selecteren. Zie het voorbeeld in Afbeelding 40. Buis 4 was als de laatste buis gekozen en dus zijn  buizen 1 t/m 4 geselecteerd.       Afbeelding 40   Voer de Lot‐id in en druk vervolgens op Enter.     Voer Houdbaarheidsdatum kit in met de datumindeling MM/DD/JJJJ. Als de datum bijvoorbeeld  23 juni 2019 is, voert u in 06/23/2019. Druk op Enter om de invoer te bevestigen.    Druk op het vervolgkeuzemenu Test selecteren om de testmethode te selecteren (Afbeelding 41).   Opmerking: Door de barcode te scannen van de assay die zich in elke Solana‐assaykit bevindt, worden  automatisch de testmethode, de lot‐id en de uiterste gebruiksdatum ingevuld wanneer de testbuizen zijn  geselecteerd.   Druk op de pijl naar rechts (volgende)   om naar het monstervolgordescherm te gaan. Zie het  gedeelte Monstertype en ‐id toewijzen voor verdere instructies.  Procedure om verschillende testmethoden in dezelfde batch uit te voeren  Het is mogelijk meerdere testmethoden in één run te toe te wijzen als de methodebestanden compatibel zijn.  Na toewijzing van de eerste test biedt het vervolgkeuzemenu van het instrument alleen de compatibele tests.  41 ...
  • Pagina 42    Volg de instructies in het deel Eén testmethode per run om buizen en tests te selecteren voor de eerste  set buizen die moet worden getest, maar druk NIET op de rechterpijl (volgende)  .   Voor de tweede test is de eerste beschikbare buis gemarkeerd (Afbeelding 41). In het voorbeeld in  Afbeelding 41 worden buizen 1 tot en met 4 getest met de eerste test. Buis 5 is gemarkeerd en  beschikbaar voor de tweede test.  Afbeelding 41   Druk op de positie van de laatste buis voor de tweede test om alle buizen ertussen te selecteren. In het  voorbeeld in Afbeelding 42 is buis 8 als laatste buis gekozen en werden buizen 5 tot en met 8 dus  geselecteerd.   Afbeelding 42   Voer de Lot‐id in en druk op Enter.     Voer Houdbaarheidsdatum kit in met de datumindeling MM/DD/JJJJ. Als de datum bijvoorbeeld  23 juni 2019 is, voert u in 06/23/2019. Druk op Enter om de invoer te bevestigen.   Druk op het vervolgkeuzemenu Test selecteren om de naam van de test te selecteren.   Opmerking: Door de barcode te scannen van de assay die zich in elke Solana‐assaykit bevindt, worden automatisch  de testmethode, de lot‐id en de uiterste gebruiksdatum ingevuld wanneer de testbuizen zijn geselecteerd.   Druk op de pijl naar rechts (volgende)   om naar het monstervolgordescherm te gaan. Zie het  gedeelte Monstertype en ‐id toewijzen voor verdere instructies.  42 ...
  • Pagina 43: Monstertype En -Id Toewijzen

    Monstertype en ‐id toewijzen  Het monstertype en de id worden in het monstervolgordescherm ingesteld (Afbeelding 43).  De standaardwaarde voor Monstertype is Patiënt. De standaard‐id is leeg.    Afbeelding 43  Auto‐monstervolgorde Uit   Met deze optie kan de gebruiker dezelfde monster‐id toewijzen aan meerdere buizen. Het invoeren van de  monster‐id hoeft niet voor elke toepasselijke buis te worden herhaald.  QC‐monsters   Selecteer QC in de vervolgkeuzelijst Monstertype (Afbeelding 43).   Er wordt een opdracht weergegeven om de kwaliteitscontrolebarcode te scannen (Afbeelding 44).   Opmerking: QC‐monster‐id's worden uitsluitend via een barcodescanner ingevoerd.      Afbeelding 44   Om de id van het QC‐monster in te voeren, drukt u op   om de selectie van een QC‐monster te  bevestigen.   Als het QC‐monstertype per abuis was ingevoerd, drukt u op Afsluiten. Het Monstertype gaat  terug naar Patiënt. Zie hierboven de instructies voor Patiëntenmonsters.  43 ...
  • Pagina 44: Handmatige Invoer Van Patiëntenmonsters

    Opmerking: Van QC‐monsters die als patiëntenmonsters zijn geïdentificeerd, worden de resultaten als  patiëntenmonsters behandeld. Als dit van toepassing is, heeft dit invloed op de Virena‐rapportage.   Scan de barcode van het QC‐monster.   Als een barcode wordt gescand die niet wordt herkend als id van een QC‐monster, wordt een  foutmelding weergegeven.    Druk op de toepasselijke buizen om de id aan de QC‐buis toe te wijzen.   Herhaal dit zo nodig voor meer QC‐monsters.  Handmatige invoer van patiëntenmonsters   Selecteer zo nodig Patiënt in de vervolgkeuzelijst Monstertype.   Als Virena niet geactiveerd is, drukt u op het veld ID en voert u de monsterinformatie in (Afbeelding 43).   Druk op Enter en vervolgens op de betreffende buizen om de weergegeven monsterinformatie toe  te wijzen.   Extra monsterinformatie invoeren:    Druk op het veld ID.   Gebruik de knop Terug   om de id te verwijderen die momenteel wordt weergegeven.   Herhaal de procedure zoals hierboven beschreven.   Druk op Afspelen   om de tests te starten.   Druk op   om te bevestigen dat alle buizen zijn geplaatst en om de run te starten (Afbeelding 45).      Afbeelding 45  Barcode‐invoer van patiëntenmonsters   Selecteer zo nodig Patiënt in de vervolgkeuzelijst Monstertype.  ...
  • Pagina 45: Patiëntenmonsters Invoeren Bij Gebruik Van Virena

     Druk op   om te bevestigen dat alle buizen zijn geplaatst en om de run te starten.  Patiëntenmonsters invoeren bij gebruik van Virena   Als Virena geactiveerd is, voert u de monster‐id in of scant u de barcode (Afbeelding 46).    Voer de leeftijd in (in jaren, met gebruik van hele getallen).    Selecteer de status (Klinisch, Poliklinisch of Vaardigheid) in de vervolgkeuzelijst.   Opmerking: Monster‐id, Leeftijd en Status zijn vereist voor Virena. Indien deze niet worden ingevoerd, wordt  na afloop van de run een foutmelding gegenereerd.    Afbeelding 46   Voer zo nodig de onderzoeksvelden in door op Open te drukken.    Opmerking: Deze functie is optioneel en kan nuttig zijn om monsters in wetenschappelijke onderzoeken te  vinden.   Voer 2‐cijferige numerieke waarden in voor maximaal 4 onderzoeksvelden.    Druk op Enter   wanneer de gegevens volledig zijn ingevoerd.   Druk op   om de invoer in de onderzoeksvelden te bevestigen.   Druk op Enter   (Afbeelding 46).   Ga door met het invoeren van monsters zoals hierboven beschreven.  Een verkeerd ingevoerde monster‐id corrigeren   Druk op de buis met een invoerfout.   Druk op Verwijderen  om de informatie te wissen.   Voer de gecorrigeerde monsterinformatie in, zoals hierboven beschreven.   ...
  • Pagina 46: Qc-Monsters

    QC‐monsters   Selecteer zo nodig de toepasselijke buis.    Selecteer QC in de vervolgkeuzelijst Monstertype.   Er wordt een opdracht weergegeven om de kwaliteitscontrolebarcode te scannen (Afbeelding 44).  Opmerking: QC‐monster‐id's worden uitsluitend via een barcodescanner ingevoerd.   Om de id van het QC‐monster in te voeren, drukt u op   om de selectie van een QC‐monster te  bevestigen.   Als het QC‐monstertype per abuis was ingevoerd, drukt u op Afsluiten. Het monstertype gaat  terug naar Patiënt. Zie hierboven de instructies voor Patiëntenmonsters.   Opmerking: Van QC‐monsters die als patiëntenmonsters zijn geïdentificeerd, worden de  resultaten als patiëntenmonsters behandeld. Als dit van toepassing is, heeft dit invloed op de  Virena‐rapportage.   Scan de barcode van het QC‐monster.   Als een barcode wordt gescand die niet wordt herkend als id van een QC‐monster, wordt een  foutmelding weergegeven.    Wijs de id toe aan de QC‐buis.   Herhaal dit zo nodig voor meer QC‐monsters.  Handmatige invoer van patiëntenmonsters   Selecteer zo nodig de toepasselijke buis.    Selecteer zo nodig Patiënt in de vervolgkeuzelijst Monstertype.   Als Virena niet geactiveerd is, drukt u op het veld ID en voert u de monsterinformatie in.   Druk op Enter.  De id wordt automatisch voor de volgende beschikbare buis ingevuld.   Om aanvullende monsterinformatie in te voeren, herhaalt u bovengenoemde stappen.  ...
  • Pagina 47: Een Handmatig Verkeerd Ingevoerde Monster-Id Corrigeren

     Druk op Enter   (Afbeelding 46).   Druk op   om de id‐invoer voor het monster te bevestigen.   Ga door met het invoeren van monsters zoals hierboven beschreven.  Een handmatig verkeerd ingevoerde monster‐id corrigeren   Druk op de buis met een invoerfout.   Voer de correcte monsterinformatie in het veld ID in.   Druk op Enter  .  Een verkeerd ingevoerde monster‐id uit de barcode corrigeren   Druk op de buis met een invoerfout.   Druk op Verwijderen  om de informatie te wissen.   Scan de juiste monsterbarcode. De juiste id wordt automatisch ingevuld.      Test wordt uitgevoerd  Na aanvang van de test geeft de voortgangsbalk voor Test wordt uitgevoerd het voltooiingspercentage weer,  en een aftelklok boven het menu geeft de algehele voortgang van de test aan (Afbeelding 47).    Indien nodig kunt u de test afbreken door op Afbreken   te drukken.   Druk op   om de beëindiging van de run te bevestigen.   Voer de buizen af nadat u de test(s) hebt afgebroken.    Als de afgebroken run moet worden herhaald, raadpleegt u de bijsluiter van de afzonderlijke Solana‐ assay om er zeker van te zijn dat de oorspronkelijke monsters aan de opslagspecificaties voldoen.   47 ...
  • Pagina 48: Tijdens De Run Monsters Toewijzen Of Monster-Id's Bewerken

      Afbeelding 47  Na afloop van de test worden de resultaten weergegeven (Afbeelding 48).    Afbeelding 48  Opmerking: Nadat het testen is voltooid, kunnen de lotspecifieke gegevens of monsterinformatie niet meer  worden bewerkt.    Tijdens de run monsters toewijzen of monster‐id's bewerken  Het is mogelijk tijdens de testrun de namen of nummers van monsters te bewerken (Afbeelding 49).    QC monstertype is niet toegankelijk voor deze functie. QC‐informatie moet vóór aanvang van de run  worden toegevoegd.    Druk in het scherm Test wordt uitgevoerd op Bewerken   om de informatie te bewerken  (Afbeelding 47).   Voeg zo nodig monsterinformatie toe of bewerk deze. Zie het gedeelte Monstertype en ‐id toewijzen voor  details.    48 ...
  • Pagina 49   Afbeelding 49     Druk op Afspelen   om de bewerkte informatie op te slaan en terug te keren naar het  scherm Test wordt uitgevoerd.  49 ...
  • Pagina 50: Lis-Orders

    LIS‐orders   De optie LIS‐orders is beschikbaar in het hoofdmenu (Afbeelding 14) als de LIS‐serverinstellingen zijn  geconfigureerd en er verbinding met de LIS is. Druk op LIS‐orders om de ontvangen LIS‐orders weer te geven  (Afbeelding 50).    Afbeelding 50    LIS‐orders toewijzen  Om een resultaat van de Solana naar een LIS‐systeem te verzenden, moet een LIS‐order aan een buis worden  toegewezen.   Om een order aan een test toe te wijzen, drukt u in het hoofdmenu op Nieuwe test  .    Wijs testmethoden toe volgens de instructies in het gedeelte Nieuwe test starten (Afbeelding 51).    Afbeelding 51   Druk op de pijl naar rechts (volgende)  om naar het monstervolgordescherm te gaan.   Wijs monsterinformatie toe volgens de instructies in het gedeelte Monstertype en ‐id toewijzen.   Druk op de pijl naar rechts (volgende)   om naar het scherm Bestelnummer te gaan.  50 ...
  • Pagina 51      Voer met de hand een bestelnummer in het veld Bestelnummer in. Gebruik hiervoor de barcodelezer of  druk op LIS‐orderlijst rechts van het veld Bestelnummer (Afbeelding 52).      Afbeelding 52   Druk op de eerste kolom van de rij met de relevante order (Afbeelding 53). Er wordt naast de  geselecteerde LIS‐order een vinkje weergegeven.      Afbeelding 53   Druk op   om de selectie te bevestigen. Het LIS‐ordernummer wordt nu weergegeven.              51 ...
  • Pagina 52      Druk op de juiste buis of de juiste buizen om het Ordernummer toe te wijzen. Het Ordernummer wordt  weergegeven met de overeenkomstige buis (Afbeelding 54).    Afbeelding 54     Druk op Afspelen   om de test te starten.    Druk op   om te bevestigen dat alle buizen zijn geplaatst en om de run te starten.   Na afloop van de test (Afbeelding 55) worden de resultaten voor elke buis met een toegewezen LIS‐order  automatisch overgedragen.    Afbeelding 55  52 ...
  • Pagina 53: Resultaten Beoordelen En Beheren

    Resultaten beoordelen en beheren  Het menu Resultaten beoordelen wordt gebruikt om resultaten van voltooide tests weer te geven en beheren.     Resultaten weergeven   Druk in het hoofdmenu op Resultaten beoordelen (Afbeelding 14).    Een lijst met runs met Datum en Run‐id wordt weergegeven met de recentste resultaten bovenaan  (Afbeelding 56). Per pagina worden vijf runs weergegeven.      Afbeelding 56   Blader zo nodig door de lijst met runs door op Vooruit of Achteruit te drukken.   Om afzonderlijke monsterresultaten in een run te zien, drukt u op de datum   of de run‐id  van de betreffende run.   Resultaten worden met één pagina tegelijk weergegeven (Afbeelding 57).   Blader zo nodig door de resultaten door zo nodig op Achteruit   of Vooruit   te drukken.   Raadpleeg de documentatie van de Solana‐assay voor interpretatie van het resultaat.  53 ...
  • Pagina 54: Resultaten Beheren

       Afbeelding 57    Resultaten beheren  Rungegevens kunnen worden afgedrukt, naar een USB‐station worden geëxporteerd of worden verwijderd.   Opmerking: De officiële records van alle testresultaten worden weergegeven en/of afgedrukt. Opgeslagen  gegevens (resultaten) zijn uitsluitend voor uw gemak en worden beheerd door de beheerder.    Selecteer in het scherm Resultaten de betreffende run(s) (Afbeelding 58).    Afbeelding 58   Druk zo nodig op Verwijderen  , Afdrukken   of Exporteren   onderin het  scherm.    Als u naar een USB‐station wilt exporteren, wordt u gevraagd een USB‐station te plaatsen.   Opmerking: Gegevens worden als csv‐bestand geëxporteerd.   Plaats zo nodig het USB‐station.   Druk op   om te bevestigen dat het USB‐station is geplaatst.     54 ...
  • Pagina 55 Resultaten van afzonderlijke buizen kunnen worden afgedrukt als de Solana verbonden is met een printer.   Selecteer de buizen in het scherm Monsterresultaten (Afbeelding 56).   Druk op Afdrukken onderin het scherm.    Nadat de activiteit voltooid is, krijgt de gebruiker een melding. Druk op   om te bevestigen.    Zie het deel Problemen oplossen voor meer informatie.   55 ...
  • Pagina 56: Uitschakelen

    Uitschakelen  Opmerking: Als het instrument wordt uitgeschakeld voor transport, raadpleegt u het deel De Solana  vergrendelen en ontgrendelen voor de juiste instructies. Als het instrument wordt getransporteerd zonder de  transportvergrendeling te activeren, kan de functionaliteit van de Solana beschadigd raken.    Houd de voedingsschakelaar   ten minste 4 seconden ingedrukt.    Er wordt een melding weergegeven waarin u wordt gevraagd het uitschakelen te bevestigen.   Druk op   om het uitschakelen te bevestigen.  Het apparaat is volledig uitgeschakeld als het scherm donker is en de voedingsindicator niet meer brandt.        56 ...
  • Pagina 57: Onderhoud En Reiniging

    Onderhoud en reiniging   U moet de veiligheidsinformatie zorgvuldig lezen en goed begrijpen voordat u met  onderhoudswerkzaamheden start.    De Solana moet regelmatig worden gereinigd. De werkruimte en apparatuur moeten worden onderhouden en  ontsmet in overeenstemming met de vastgestelde laboratoriumprotocollen en ‐schema's.  Gebruik geen bijtende reinigingsmiddelen zoals aceton of bleekmiddel op de buizenhouder. Pas op dat u geen  vloeistoffen introduceert in de binnenkant van de Solana via de open buisopeningen, de randen van het  weergavescherm of de connectoren aan de achterkant. Neemt contact op met de technische ondersteuning  van Quidel als de binnenzijde van de Solana besmet of vuil is.      57 ...
  • Pagina 58: Problemen Oplossen

    Problemen oplossen  De informatie die op de grafische gebruikersinterface van de Solana wordt weergegeven, kan worden verdeeld  in drie verschillende niveaus:   Uitsluitend ter informatie: Er is geen actie vereist en het pop‐upvenster verdwijnt vanzelf, of de gebruiker  bevestigt acties door op het groene vinkje te drukken. Deze pop‐upvensters hebben een groene  markering.    Gebruikersinteractie is vereist: De gebruiker wordt gevraagd de informatie, bevestiging of afwijzing via het  aanraakscherm in te voeren. Deze pop‐upvensters hebben een gele markering.    Kritieke informatie: De gebruiker moet corrigerende maatregelen nemen om meer schade te vermijden.  Deze pop‐upvensters hebben een rode markering.   De onderstaande tabel bevat algemene meldingen samen met de oorzaak en de oplossing. Opmerking: De  pop‐upmeldingen die in de onderstaande tabel worden weergegeven, dienen als voorbeelden van de  meldingen die kunnen worden weergegeven. De tekst in de voorbeelden kan verschillen van de werkelijke  meldingen die op de huidige versie van de Solana worden weergegeven.    Uitsluitend ter informatie (groen)  Pop‐upmelding  Oorzaak  Oplossing  Gebruiker heeft de optie Info  Druk op de groene knop om de  geselecteerd.    melding te bevestigen.    Afdrukken wordt uitgevoerd.  Geen actie vereist.    Afdruktaak voltooid.  Druk op de groene knop om de  melding te bevestigen.    58 ...
  • Pagina 59 Uitsluitend ter informatie (groen)  Pop‐upmelding  Oorzaak  Oplossing  Gebruiker heeft testresultaten  Druk op de groene knop om de  verwijderd.   melding te bevestigen.    Gegevens worden naar USB‐ Geen actie vereist, of druk op de  station geëxporteerd.  rode knop om te annuleren.    Gegevens zijn naar USB‐station  Druk op de groene knop om de  geëxporteerd.  melding te bevestigen.    Gebruiker heeft software  Druk om verder te gaan op   geïnstalleerd/bijgewerkt.  .    Importeren rapport‐ (printer‐)  Druk op de groene knop om de  sjabloon voltooid.  melding te bevestigen.  Testmethode verwijderen  Druk op de groene knop om de  voltooid.  melding te bevestigen.        59 ...
  • Pagina 60   Gebruikersinteractie vereist (geel)  Pop‐upmelding  Oorzaak  Oplossing  Instrument werd ingeschakeld  Zorg dat de  na uitschakelen terwijl de  transportvergrendeling  transportvergrendeling  ontgrendeld wordt en druk op de  geactiveerd was.  groene knop om te bevestigen.  Deksel met buizenverwarmer  Sluit het deksel om verder te  staat open.   gaan.    Gebruiker heeft de optie  Geen actie vereist.  Afdrukken geselecteerd.  Gebruiker heeft de installatie  Plaats het USB‐station (USB‐stick)  van een software‐update  met de software‐update en druk  geselecteerd.  op de knop voor het USB‐station  of druk op de rode knop om te  annuleren.  Gebruiker heeft toevoeging van  Plaats het USB‐station (USB‐stick)  een nieuwe rapport‐ (printer‐)  met de nieuwe printersjabloon en  sjabloon geselecteerd.   druk op de groene knop om te  bevestigen of druk op de rode  knop om te annuleren.  60 ...
  • Pagina 61 Gebruikersinteractie vereist (geel)  Pop‐upmelding  Oorzaak  Oplossing  Gebruiker heeft exporteren van  Plaats het USB‐station (USB‐stick)  gegevens naar een USB‐station  en druk op de groene knop om te  (USB‐stick) geselecteerd.  bevestigen of druk op de rode  knop om te annuleren.    Gebruiker heeft toevoeging van  Plaats het USB‐station met de  een nieuwe testmethode  nieuwe methoden en druk op de  geselecteerd en heeft een USB‐ groene knop om te bevestigen of  station als de oorsprong van de  druk op de rode knop om te  update geselecteerd.   annuleren.    Gebruiker heeft verwijdering  Druk op de groene knop om te  van resultaten geselecteerd.  bevestigen of druk op de rode  knop om te annuleren.  Gebruiker heeft een nieuwe test  Druk op de groene knop om te  gestart en heeft geprobeerd om  bevestigen of druk op de rode  af te sluiten.  knop om te annuleren.  Gebruiker heeft de run  Druk op de groene knop om te  afgebroken.  bevestigen of druk op de rode  knop om te annuleren.  61 ...
  • Pagina 62 Gebruikersinteractie vereist (geel)  Pop‐upmelding  Oorzaak  Oplossing  Beheerder heeft verwijdering  Druk op de groene knop om te  van een gebruiker geselecteerd.  bevestigen of druk op de rode  knop om te annuleren.  Gebruiker heeft wissen van het  Druk op de groene knop om te  gebeurtenislogboek  bevestigen of druk op de rode  geselecteerd.   knop om te annuleren.  Gebruiker heeft verwijdering  Druk op de groene knop om te  van een testmethode  bevestigen of druk op de rode  geselecteerd.  knop om te annuleren.    Gebruiker heeft afmelden  Druk op de groene knop om te  geselecteerd.   bevestigen of druk op de rode  knop om te annuleren.    Gebruiker heeft op de  Druk op de groene knop om te  voedingsschakelaar gedrukt om  bevestigen of druk op de rode  uit te schakelen.   knop om te annuleren.    62 ...
  • Pagina 63 Gebruikersinteractie vereist (geel)  Pop‐upmelding  Oorzaak  Oplossing  Gebruiker heeft activeren van  Druk op de groene knop om te  de transportvergrendeling  bevestigen of druk op de rode  geselecteerd.  knop om te annuleren.  Geen actie vereist.  Het instrument wordt gereed  gemaakt voor  transportvergrendeling.   Gebruiker heeft de activering  Zet de transportvergrendeling in  van de transportvergrendeling  de vergrendelde stand en druk op  bevestigd.  de groene knop om te bevestigen.        63 ...
  • Pagina 64 Controleer of de geselecteerde  zijn.  tests compatibel zijn.    Gebruiker heeft een ongeldige  Druk op de groene knop om de  barcode van een QC‐monster  melding te bevestigen. Scan de  gescand.  barcode in de juiste indeling of  voer gegevens in voor een  patiëntenmonster.    Er is een fout opgetreden.  Neem contact op met de  technische ondersteuning. Druk  op de groene knop om de melding  te bevestigen.    Geheugen is vol en  Breng zo nodig gegevens over  overschrijven van oude  naar een ander opslagapparaat en  resultaten is uitgeschakeld.  verwijder gegevens van de Solana  om geheugen vrij te maken. Druk  op de groene knop om de melding  te bevestigen. Of druk op de rode  knop om te annuleren. De  gebruiker kan dan echter geen  nieuwe tests uitvoeren.      64 ...
  • Pagina 65 Kritieke informatie (rood)  Pop‐upmelding  Oorzaak  Oplossing  Gegevensoverdracht mislukt.   Neem contact op met de  technische ondersteuning. Druk  op de groene knop om de melding  te bevestigen.    Afdrukfout.  Druk op de groene knop om de  melding te bevestigen. Bekijk het  gebeurtenislogboek.     Gebruiker heeft geprobeerd  Druk op de groene knop om de  meer dan 12 buizen toe te  melding te bevestigen. Beoordeel  wijzen.   de buistoewijzingen.     Installatie van de nieuwe  Druk op de groene knop om de  methode is mislukt.  melding te bevestigen. Bekijk het  gebeurtenislogboek.    Installatie van de nieuwe  Druk op de groene knop om de  afdruksjabloon is mislukt.  melding te bevestigen. Bekijk het  gebeurtenislogboek.      Deze andere symbolen kunnen worden weergegeven:  65 ...
  • Pagina 66 Lokale DYMO‐printer is aangesloten   Schijf vol   of een netwerkprinter is  (verwijder gegevens)    geconfigureerd.  Let op: Schijf is bijna   Instrument is aangesloten op een   vol  permanente voedingsbron.    LIS is geactiveerd. Als er nieuwe LIS‐   Virena‐waarschuwingsteken dat er   orders zijn, is dit pictogram geel.    een verbindingsfout is opgetreden.  66 ...
  • Pagina 67: Technische Specificaties

    Technische specificaties  Functie  Specificaties  Hoogte: 150 mm (5,9 inch)  Afmetingen  Breedte: 240 mm (9,4 inch)  Diepte: 240 mm (9,4 inch)  Gewicht  Ongeveer 4000 gram (8,8 lbs)  Uitsluitend voor gebruik binnenshuis  Temperatuur tussen +15 °C en +35 °C  Bedrijfsomstandigheden  Hoogte maximaal 2000 meter  Hoogste relatieve luchtvochtigheid 80% voor temperaturen van maximaal  31 °C  Vervoersomstandigheden  Temperatuur tussen ‐20 °C en +70 °C (20 tot 80% rV))  Voedingsbron klasse I  Veiligheid  Instrument klasse III  Beschermingsgraad  IP20  Vervuilingsgraad  2  Normen  EN 61010‐1    Mechanische gegevens en hardwarefuncties  Functie  Specificaties  Buizen  Maximaal 12 PCR‐buizen (50 μl)  Gegevensinvoer  Interactief aanraakscherm 17,8 cm (7 inch)  Peltier‐verwarmings‐/koelingselement met 2 onafhankelijke  temperatuursensoren  Verwarmings‐/koelsysteem  (NTC)  15 °C tot 95 °C (59 °F tot 203 °F) met +/‐ 0,5 °C; ramp +/‐ 0,5 °C/s  Verwarming in deksel  5 °C verschil naar verwarmingselement (om condensatie te vermijden) ...
  • Pagina 68: Optiek

    Coumarin, FAM™, ROX™, CY®5, enz.  Scaninterval 12 buizen  10 seconden (voor één golflengtekanaal)  Prestaties  1 acquisitiecyclus voor ruwe gegevens voor maximaal 12 buizen met  maximaal kleuren (op 2 detectoren) binnen 35 seconden  10 tot 12 mol/l fluoresceïne‐natrium in 0,1 N natriumhydroxide (gemeten  Gevoeligheid  met excitatie bij 470 nm en detectie bij 520 nm)  Surveillance  Interne controle met vaste standaarden    Voedingsvereisten van het instrument   Functie  Specificaties  Externe voedingsbron  In: 100‐240 V ~ 1,5‐0,7 A 47: 63 Hz  Uit: 24 V 3 A  Installatie‐ Voedingsbron klasse I  /overspanningsklasse    Accessoires  Specificaties  Functie  Externe printer  DYMO LabelWriter 450‐printer  Maximale stroomsterkte 500 mA (USB 2.0‐specificatie)  Interne barcodescanner  Controletekens zijn CR/LF (carriage return line feed [volgende regel])      20278: Solana‐instrument            68 ...
  • Pagina 69     MDSS GmbH  Schiffgraben 41  30175 Hannover  Duitsland          Quidel Corporation  2005 East State Street, Suite 100  Athens, OH 45701 VS  quidel.com    UM2027806NL00 (12/20)    Solana, Quidel en Virena zijn handelsmerken van de Quidel Corporation.  Alle andere handelsmerken die in dit document staan vermeld, zijn eigendom van hun respectieve eigenaars.  69 ...

Inhoudsopgave