–
De afvoertemperatuur bedraagt: 80...90 °C (met optionele afvoerwaterkoeling < 60 °C). Gebruik
uitsluitend temperatuurbestendige installatiematerialen!
–
Zorg ervoor dat de afvoerleiding(en), de afvoertrechter en de sifon voor controle- en reinigingsdo-
eleinden goed toegankelijk en correct bevestigd zijn.
–
De meegeleverde afvoerslang altijd naar links van de afvoeraansluiting af en naar onderen in de
richting van de afvoertrechter leiden (zie
Bij de grote apparaten met twee stoomcilinders moet iedere afvoer naar een afzonderlijke afvoertrech-
ter worden geleid (zie
Bij dubbele apparaten moeten de afvoerslangen met slangklemmen worden aangesloten op een
verzamelleiding met een continu verval (min. 15%/8,5°) en moet de afvoer van de verzamelleiding
met een continu verval (min. 15%/8,5°) in een afvoertrechter worden geleid (zie
voertrechter moet links opzij van de stoomluchtbevochtiger worden geplaatst, om schade aan het
apparaat door opstijgende stoom te voorkomen.
–
Bevestig de afvoerleiding zodanig dat deze tijdens het bedrijf niet uit de afvoertrechter kan glijden.
–
Het uiteinde van de afvoerleiding(en) mag de afvoertrechter(s) niet raken (er moet een luchtspleet
van min. 2 cm zijn).
5.5.3
Controle van de waterinstallatie
Controleer de volgende punten:
–
Watertoevoer
Zijn in de watertoevoerleiding naar het apparaat resp. naar de afzonderlijke modules een zeef-
filterklep resp. een afsluitklep en een waterfilter van 125 µm gemonteerd?
Is de toegestane waterdruk (zonder afvoerwaterkoeling: 1 – 10 bar, met afvoerwaterkoeling:
2 – 10 bar) en de toegestane watertemperatuur (zonder afvoerwaterkoeling: 1 – 40 °C, met
afvoerwaterkoeling: 1 – 25 °C) in acht genomen?
Is de toevoercapaciteit toereikend en is de minimale binnendiameter van 8 mm voor de toe-
voerleiding over de gehele lengte van de leiding in acht genomen (Voor systemen met optionele
afvoerwaterkoeling bevelen wij een minimale binnendiameter van 12 mm aan)?
Zijn alle onderdelen en alle leidingen correct bevestigd en zijn alle schroefverbindingen vastge-
draaid?
Is de toevoerleiding lekdicht?
Voldoet de uitvoering van de toevoerleiding aan de plaatselijke voorschriften voor waterinstal-
laties?
–
Waterafvoer
Is de minimale binnendiameter van de afvoerleiding(en) van 30 mm over de gehele lengte van
de leiding in acht genomen?
Is/zijn de afvoerleiding(en) met genoeg verval (min. 15%/8,5° continu naar onderen) aangelegd?
Zijn er temperatuurbestendige materialen (tot 100 °C resp. 60 °C) toegepast voor systemen met
optionele afvoerwaterkoeling?
Is/zijn de afvoerslang(en) correct bevestigd (met slangklem vastgedraaid op de apparaataans-
luiting)?
Is tussen de afvoerleiding en de trechter een luchtspleet (min. 2 cm) aanwezig?
Voldoet de uitvoering van de afvoerleiding aan de plaatselijke voorschriften voor waterinstallaties?
Afb.
21).
Afb.
22).
Montage- en installatiewerkzaamheden
23). De af-
Afb.
53