Hartelijk dank dat u voor Condair hebt gekozen Installatiedatum (DD-MM-JJJJ): Inbedrijfstellingsdatum (DD-MM-JJJJ): Opstellingslocatie: Model: Serienummer: Eigendomsrechten Dit document en de daarin opgenomen informatie zijn eigendom van Condair Group AG. Het is zonder vooraf- gaande toestemming van Condair Group AG niet toegestaan om deze handleiding (of uittreksels daaruit) door te geven en te vermenigvuldigen of om de inhoud van deze handleiding aan derden te verkopen of door te geven.
Inhoudsopgave Inleiding Voorwoord Instructies voor deze montagehandleiding Voor uw veiligheid Productoverzicht Modeloverzicht 3.1.1 Stand-aloneapparaten klein formaat ("S"), RS 5...10 en middelgroot ("M"), RS 16...40 3.1.2 Stand-aloneapparaten groot formaat ("L"), RS 50...80 3.1.3 Dubbele apparaten (2x "M"), RS 40...80 3.1.4 Linkup-systemen (3x "M"), RS 100...120 3.1.5 Linkup-systemen (4x "M"), RS 140...160 3.2...
Pagina 4
Waterinstallatie 5.5.1 Overzicht waterinstallatie 5.5.2 Instructies voor de waterinstallatie 5.5.3 Controle van de waterinstallatie Opmerkingen over bevochtigingsregelsystemen/bevochtigingsregeling 5.6.1 Systeem 1 – ruimtebevochtigingsregeling – 5.6.2 Systeem 2 ruimtebevochtigingsregeling met continue begrenzing van het vochtgehalte in de toegevoerde lucht 5.6.3 Systeem 3 – continuregeling van de relatieve vochtigheid in de toegevoerde lucht 5.6.4 Welk regelsysteem voor welke toepassing? 5.6.5...
Inleiding Voorwoord Hartelijk dank dat u voor de stoomluchtbevochtiger Condair RS hebt gekozen. De stoomluchtbevochtiger Condair RS is volgens de laatste stand van de techniek en conform erkende veiligheidstechnische voorschriften geconstrueerd. Desondanks kunnen bij ondeskundig gebruik van de stoomluchtbevochtiger Condair RS gevaren voor de gebruiker en/of derden ontstaan en/of kan er materiële schade ontstaan.
Pagina 6
In deze gebruiksaanwijzing gebruikte symbolen OPGELET! De signaalwoorden "LET OP" samen met het cirkelvormige gevarensymbool duiden op de in deze documentatie opgenomen instructies met betrekking tot veiligheid en gevaren die, indien ze niet in acht worden genomen, kunnen leiden tot beschadiging en/of een storing van het apparaat of andere zaken.
Voor uw veiligheid Algemeen Eenieder die belast is met installatiewerkzaamheden aan de Condair RS moet de montagehandleiding voor de Condair RS gelezen en begrepen hebben alvorens met de werkzaamheden aan het apparaat te beginnen. Kennis van de inhoud van de montagehandleiding en van de gebruiksaanwijzing is een basisvereiste voor het beschermen van het personeel tegen gevaar, het voorkomen van een onjuiste installatie en om daardoor het apparaat veilig en adequaat te kunnen bedienen.
Pagina 8
Vermijden van gevaarlijke bedrijfssituaties Alle personen die belast zijn met werkzaamheden aan de Condair RS zijn verplicht om veranderingen aan het apparaat die de veiligheid nadelig beïnvloeden onmiddellijk te melden aan de verantwoordelijke functionaris van de eigenaar en de Condair RS te beveiligen tegen onbedoeld inschakelen. Niet toegestane wijzigingen aan het apparaat Zonder schriftelijke toestemming van Condair mag de Condair RS niet worden omgebouwd of worden uitgebreid met onderdelen.
Productoverzicht Modeloverzicht De stoomluchtbevochtiger Condair RS is leverbaar als stand-aloneapparaat in verschillende maten van de behuizing ("S", "M" en "L"), als dubbele apparaat (2x "M") en als Linkup-systeem (3x "M" of 4x "M") met verschillende verwarmingsspanningen voor stoomcapaciteiten van 5 kg/u tot max.
Identificatie van het product Het product kan aan de hand van het typeplaatje worden geïdentificeerd: Productie Typeaanduiding Serienummer (7 posities) Maand/jaar Condair Group AG, Gwattstrasse 17, 8808 Pfäffikon SZ, Switzerland Verwarmingsspanning Type: Condair RS 40 P-VE Serial-No: XXXXXXX 05.15 Voltage: 400V 3~ / 50...60Hz El. Power: 30.0 kW / 43.3 A Maximale stoomcapaciteit Steam capacity: 40.0 kg/h Contr.volt.: AC 200-240V/50-60Hz...
Pagina 15
Sleutel modelbenaming Voorbeeld: Condair RS 50 L 400V/3~ P VE Productnaam Apparaatmodel: Maat behuizing: L: grote behuizing Verwarmingsspanning: 230V/1~/50...60Hz: 230V/1~ 200V/3~/50...60Hz: 200V/3~ 230V/3~/50...60Hz: 230V/3~ 380V/3~/50...60Hz: 380V/3~ 400V/3~/50...60Hz: 400V/3~ 415V/3~/50...60Hz: 415V/3~ 440V/3~/50...60Hz: 440V/3~ 460V/3~/50...60Hz: 460V/3~ 480V/3~/50...60Hz: 480V/3~ 500V/3~/50...60Hz: 500V/3~ 600V/3~/50...60Hz: 600V/3~ Regelnauwkeurigheid: P: hoge regelnauwkeurigheid Waterbeheer:...
3.4.2 Gedetailleerde informatie over accessoires 3.4.2.1 Stoomverdeelbuis DV81-... De keuze van de stoomverdeelbuis DV81-… is afhankelijk van de kanaalbreedte "B" (voor horizontale inbouw) resp. de kanaalhoogte "H" (voor verticale inbouw) en de capaciteit van de stoomluchtbe- vochtiger. Belangrijk! Kies altijd een zo lang mogelijke stoomverdeelbuis (m.h.o. de optimalisering van de bevochtigingsafstand).
3.4.2.2 Stoomverdeelsysteem OptiSorp Het stoomverdeelsysteem OptiSorp wordt toegepast in ventilatiekanalen met een korte bevochtigings- afstand (zie Hoofdstuk 5.4.2 voor de berekening van de bevochtigingsafstand). Geef bij de bestelling de afmetingen van het kanaal op. Let daarop op het volgende: Systeem 1 Systeem 2 Systeem 3 Systeem 4...
3.4.2.3 Ventilatieapparaat De ventilatieapparaten worden in combinatie met de stoomluchtbevochtiger Condair RS gebruikt om ruimten rechtstreeks te bevochtigen. Ze kunnen naar keuze direct op de stoomluchtbevochtiger worden bevestigd of apart op de wand boven de stoomluchtbevochtiger worden gemonteerd. Opmerking: Nadere informatie over het ventilatieapparaat vindt u in de afzonderlijke montagehandleiding en gebruiksaanwijzing voor dit product.
Controle van levering, opslag en vervoer Controle van de levering Na ontvangst van de levering: – Controleer de verpakking(en) op beschadiging. Eventuele beschadigingen moeten onmiddellijk aan het vervoersbedrijf worden gemeld. – Controleer aan de hand van de pakbon of alle onderdelen geleverd zijn. Ontbrekende onderdelen moeten binnen 48 uur aan uw Condair-vertegenwoordiger worden gemeld.
Opslag en vervoer Opslag De Condair RS moet in de originele verpakking op een beschermde plaats onder de volgende omstan- digheden worden opgeslagen: – Ruimtetemperatuur: 5 ... 40 °C – Ruimteluchtvochtigheid: 10 ... 75% RV Vervoer Vervoer het apparaat en onderdelen indien mogelijk altijd in de originele verpakking en gebruik daarvoor geschikte vervoermiddelen en geschikte hefwerktuigen.
Montage- en installatiewerkzaamheden Veiligheidsinstructies voor de montage- en installatiewerkzaamheden Kwalificaties van personeel Alle montage- en installatiewerkzaamheden mogen uitsluitend door daartoe bevoegd en door de eige- naar gemachtigd gekwalificeerd personeel worden uitgevoerd. Het is aan de klant om te controleren of de kwalificaties juist zijn. Algemeen Alle informatie in deze montagehandleiding over de apparaatmontage en de water- stoom- en elektrische installatie moet verplicht worden gelezen en in acht worden genomen.
Installatieoverzichten Typische installatie voor kanaalbevochtiging Vochtigheidssensor of vochtigheidsregelaar . 4 . 2 n d e o l g e s t u Kanaal voor e t v o f d t o t h n d i luchtafvoer z i e e k e n d B Vochtigheidsschakelaar...
Pagina 26
Typische installatie voor directe ruimtebevochtiging Ventilatieapparaat (afzonderlijk boven de stoomluchtbevochtiger gemonteerd) Stoomleiding – zo kort mogelijk (max. lengte 4 m) – voldoende helling/verval min.15% (8,5°) – Geen vernauwingen Condensaatleiding – Waterafvoer op het diepste punt – Min. verval 15% (8,5°) –...
Apparaatmontage 5.3.1 Instructies voor de plaatsing van het apparaat bijv. RS 60 5 0 0 5 0 - 2x "M" * aanbevolen: 250 mm l e B . 5 0 l e A m i n bijv. RS 120 3x "M" 5 0 0 5 0 - .
Pagina 28
De plaatsing van de Condair RS is in hoge mate afhankelijk van de plaats waar de stoomverdeler wordt gemonteerd (zie Hoofdstuk 5.4.2). Om de juiste werking van de stoomluchtbevochtiger te waarborgen en een optimale efficiëntie te bereiken, moeten de volgende punten in acht worden genomen voor de plaatsing van de stoomluchtbevochtiger: –...
5.3.2 Apparaat monteren 5.3.2.1 Standaardmontage Overzicht standaardmontage stand-aloneapparaten klein en middelgroot formaat Maat Apparaatgrootte RS 5...10 ("S") RS 16...40 ("M") "a" in mm 54,0 54,0 "b" in mm 446,0 556,0 "c" in mm 80,2 88,6 "d" in mm 304,8 406,4 Gewichten Apparaatgrootte RS 5...10 ("S")
Pagina 30
Overzicht standaardmontage stand-aloneapparaten groot formaat Maat Apparaatgrootte RS 50...80 ("L") "a" in mm 164,0 "b" in mm 426,0 "c" in mm 117,2 "d" in mm 406,4 Gewichten Apparaatgrootte RS 50...80 ("L") Nettogewicht in kg 81,0 Gewicht tijdens werking in kg 132,0 Afb.
Pagina 31
Procedure standaardmontage 1. Teken de bevestigingspunten "A" en "B" af op de gewenste plaats met een luchtbelwaterpas en boor gaten met een diameter van 10 mm en een diepte van 50 mm. 2. Plaats de meegeleverde pluggen en schroef per plug een schroef tot op 5 mm afstand tussen de kop van de schroef en de muur in de bevestigingsgaten "A".
5.3.2.2 Montage met wandrek (optie) Overzicht montage van stand-aloneapparaten klein en middelgroot formaat met wandrek Maat Apparaatgrootte RS 5...10 ("S") RS 16...40 ("M") "a" in mm 193,5 193,5 "b" in mm 304,8 406,4 "c" in mm 57,6 61,8 Gewichten Apparaatgrootte RS 5...10 ("S") RS 16...40 ("M") Nettogewicht in kg...
Pagina 33
Overzicht montage van stand-aloneapparaten groot formaat met wandrek Maat Apparaatgrootte RS 50...80 ("L") "a" in mm 263,5 "b" in mm 406,4 "c" in mm 117,2 Gewichten Apparaatgrootte RS 50...80 ("L") Nettogewicht in kg 81,0 Gewicht tijdens werking in kg 132,0 Afb.
Procedure 1. Teken de bevestigingspunten "A" voor het wandrek af op de gewenste plaats met een luchtbelwa- terpas en boor gaten met een diameter van 10 mm en een diepte van 50 mm. 2. Plaats de meegeleverde pluggen en bevestig het wandrek met de meegeleverde schroeven. Lijn het wandrek met een luchtbelwaterpas horizontaal uit alvorens de schroeven aan te draaien.
Stoominstallatie 5.4.1 Overzicht stoominstallatie t a k e . 4 . 2 o b s n d e s t u o l g e o f d e t v z i e t o t h n d i e k e n d B o n b...
Pagina 36
Ventilatieapparaat (afzonderlijk boven de stoomluchtbevochtiger gemonteerd) Stoomleiding – zo kort mogelijk (max. lengte 4 m) – voldoende helling/verval min.15% (8,5°) – Geen vernauwingen – Waterafvoer op het diepste punt Condensaatleiding – Slang of vaste leiding (met zelfde binnendiameter – Min. verval 15% (8,5°) DS80 als stoomuitstroomnippel) –...
5.4.2 Plaatsing van de stoomverdeler De plaats waar de stoomverdeler wordt gemonteerd, moet bij het ontwerp van de klimaatregeling worden bepaald. Neem om een correcte bevochtiging van de kanaallucht te waarborgen de volgende instructies in acht. Bepaling bevochtigingsafstand De uit de stoomverdeler komende stoom heeft een bepaalde afstand nodig, voordat de stoom in zoverre door de voorbijstromende lucht is opgenomen dat hij niet meer als nevel zichtbaar is.
Pagina 38
Voorbeeld uitgaande van: 1= 30% RV, 2= 70% RV φ φ Bevochtigingsafstand B 1,4 m (0,36 m voor stoomverdeelsysteem OptiSorp) Opmerking: Als de bevochtigingsafstand om installatietechnische redenen verkort worden, moet de stoom- hoeveelheid per apparaat over meerdere stoomverdeelbuizen worden verdeeld of moet het stoomver- deelsysteem OptiSorp worden gebruikt.
Pagina 39
voor luchtrooster voor vochtigheidsregelaar/vochtigheidssensor voor/na verwarmingsregister/filter " ) ( 1 . 1 . 5 2,5 x B voor zweefstoffilter voor/na ventilator/zone-uitgang " ) ( 1 . Montage- en installatiewerkzaamheden...
Pagina 40
Montage-instructies De stoomverdeelbuizen zijn ontworpen voor horizontale (aan de kanaalwand) of met accessoires voor de verticale montage (in de kanaalbodem). De uitblaasopeningen moeten altijd naar boven of in de tegengestelde richting van de luchtstroom wijzen. Indien mogelijk moeten de stoomverdeelbuizen altijd aan de drukzijde (max. kanaaldruk 1500 Pa) van het kanaal worden gemonteerd.
Pagina 41
1 / 4 1 / 4 gm i 1 / 4 gm i 1 / 4 2 / 5 2 / 5 1 / 5 1 / 5 1 / 5 1 / 5 1 / 5 1 / 5 H min.= 600 mm H min.= 500 mm H min.= 400 mm...
Aanbevelingen voor de plaatsing van de ventilatieleidingen – Om de montage van de stoomverdeelbuizen te vergemakkelijken en voor controledoeleinden moet een voldoende grote onderhoudsopening in het ventilatiekanaal worden aangebracht. – In het gebied van de bevochtigingsafstand moet het ventilatiekanaal waterdicht worden uitgevoerd. –...
5.4.4 Plaatsing en montage van de ventilatieapparaten (accessoire BP) De ventilatieapparaten BP kunnen naar keuze direct op de stoomluchtbevochtiger worden bevestigd of apart op de wand boven het apparaat worden gemonteerd. Om ervoor te zorgen dat de stoomstroom van het ventilatieapparaat ongehinderd kan uitzetten en niet condenseert op obstakels (plafonds, dwars- balken, pijlers, enz.) moeten bij het plaatsen van het ventilatieapparaat de volgende minimale afstanden in acht worden genomen.
5.4.5 Montage van de stoom- en condensaatleidingen Installatie-instructies – Gebruik voor de stoomleiding uitsluitend de originele stoom- en condensaatslangen van uw Condair-partner of vaste leidingen van koper of roestvrij staal (min. DIN 1.4301). Stoom- en condensaatleidingen die bestaan uit andere materialen kunnen onder bepaalde omstandigheden tot bedrijfsstoringen leiden.
Installatievoorbeelden Accessoires: VS-DV81 Ømin. 200 mm Ømin. 200 mm Afb. 17: Stoomverdeelbuis is op meer dan 500 mm boven de bovenkant van het apparaat gemonteerd Montage- en installatiewerkzaamheden...
Pagina 46
Voor voldoende koeling zorgen conform plaatselijke voorschriften Obstakel Voor voldoende koeling zorgen conform plaatselijke voorschriften Op het diepste punt condensaatafvoer (zonder afname van de diameter) monteren Afb. 18: Stoomverdeelbuis is op minder dan 500 mm boven of onder de bovenkant van het apparaat gemonteerd Montage- en installatiewerkzaamheden...
Pagina 47
Stoomleiding over de gehele lengte isoleren Ømin. 200 mm Afb. 19: Stoomleiding met vaste leidingen en isolatie Montage- en installatiewerkzaamheden...
5.4.6 Fouten bij de plaatsing van de stoom- en condensaatleiding Verkeerd Goed Slang is voor de eerste bocht minder dan 300 mm loodrecht Voer de slang voor de eerste bocht ten minste 300 mm naar boven gevoerd (condensaatvorming). loodrecht naar boven. Minimale buigstraal van de stoomslang/stoomleiding niet in Neem de minimale buigstraal van 300 mm (bij stoomslangen) acht genomen (condensaatvorming).
5.4.7 Controle van de stoominstallatie Controleer de stoominstallatie op juistheid aan de hand van de volgende checklist: – Stoomverdeler Stoomverdeler (stoomverdeelbuis of OptiSorp-systeem) correct geplaatst en bevestigd? Staan de uitblaasopeningen van de stoomverdeler in een rechte hoek ten opzichte van de stroomrichting bij horizontale montage of in een hoek van 45°...
Waterinstallatie 5.5.1 Overzicht waterinstallatie Waterafvoeraansluiting ø 30 mm Watertoevoeraansluiting G 3/4 inch Watertoevoerleiding (min. binnendiameter 8 mm, Aanbeveling: Afvoerslang (inbegrepen) Gebruik gewapende slang, niet inbegrepen) – Binnendiameter ø 30 mm Zeeffilterklep (accessoire) of – Afvoerslang altijd naar links wegleiden afsluitklep en filter 125 µm –...
Waterafvoeraansluitingen ø 30 mm Watertoevoeraansluitingen G 3/4 inch Afvoerslangen (meegeleverd) Watertoevoerleidingen – Binnendiameter ø 30 mm (min. binnendiameter 8 mm, Aanbeveling: – Afvoerslangen altijd naar links wegleiden Gebruik gewapende slang, niet meegeleverd) – Constant verval (min. 15%/8,5°) tot de verzamelleiding –...
Opmerkingen: Voor aansluitdrukken > 10 bar moet de aansluiting via een drukreduceerklep (inge- steld op 2,0 bar) worden gerealiseerd. Neem bij aansluitdrukken van < 1,0 bar (apparaten zonder afvoerwaterkoeling) resp. < 2 bar (apparaten met afvoerwaterkoeling) contact op met uw Condair- vertegenwoordiger.
– De afvoertemperatuur bedraagt: 80…90 °C (met optionele afvoerwaterkoeling < 60 °C). Gebruik uitsluitend temperatuurbestendige installatiematerialen! – Zorg ervoor dat de afvoerleiding(en), de afvoertrechter en de sifon voor controle- en reinigingsdo- eleinden goed toegankelijk en correct bevestigd zijn. – De meegeleverde afvoerslang altijd naar links van de afvoeraansluiting af en naar onderen in de richting van de afvoertrechter leiden (zie Afb.
Opmerkingen over bevochtigingsregelsystemen/bevochtigingsregeling 5.6.1 Systeem 1 – ruimtebevochtigingsregeling Systeem 1 is geschikt voor directe ruimtebevochtiging en voor luchtbehandelingsinstallaties met voornamelijk circulatielucht. De vochtvoeler resp. hygrostaat wordt bij voorkeur in het afvoerluchtkanaal of direct in de ruimte gemonteerd. Vochtvoeler Ventilatorvergrendeling Stromingsschakelaar Maximaalhygrostaat Hygrostaat Continuregelaar extern (bijv.
5.6.3 Systeem 3 – continuregeling van de relatieve vochtigheid in de toegevoerde lucht De regeling van de relatieve vochtigheid in de toegevoerde lucht dient alleen daar te worden toegepast, waar de regeling van relatieve vochtigheid in de ruimte om installatietechnische redenen niet mogelijk is. Bij deze installaties vindt de vochtregeling steeds met behulp van een PI-regelaar plaats.
Elektrische installatie 5.7.1 Instructies voor de elektrische installatie GEVAAR! Gevaar van elektrische schokken De Condair RS werkt met netspanning. Bij geopende apparaten kunnen stroomvoerende on- derdelen blootliggen. Het aanraken van stroomvoerende onderdelen kan tot ernstig letsel of de dood leiden. Houd u daarom aan de volgende instructie: Sluit de Condair RS pas aan op het elektriciteitsnet, als alle montagewerkzaamheden voltooid zijn, alle installaties op een correcte uitvoering zijn gecontroleerd en het apparaat weer correct gesloten en vergrendeld is.
5.7.3 Elektrisch schema Condair RS 50...80 - stand-aloneapparaten "L" Besturingskast Module A Module B LEVEL POWER DRN2 J3 DRN1 J2 INLET J1 UNIT BOARD SUPPLY Driverkaart module B CR2032 CONTROL LIMIT BLOWER ENABLE 24VDC MODULE B MAINS SUPPLY VOUT IN GND IN GND 24V IN 24V IN 24V GND...
Pagina 62
Legenda Vochtigheidscontinuregelaar (actief) of vochtigheidssensor Ohmse vochtigheidsregelaar (passief), jumper JP1 plaatsen en jumper JP2 verwijderen Aan/uit-regelaar, jumper JP2 plaatsen en jumper JP1 verwijderen Begrenzingssignaal Ohmse begrenzingsregelaar, jumper JP1 plaatsen en jumper JP2 verwijderen Ventilatorvergrendeling Stromingsschakelaar Veiligheidshygrostaat Extern vrijgavecontact (niet onder spanning) Extern aftapcontact (niet onder spanning) Interne zekering 24 V-voeding (1 A, met vertraging werkend) Interne zekering 230 V-voeding (6,3 A, met vertraging werkend)
5.7.6 Aansluitwerkzaamheden externe aansluitingen Aansluiting externe veiligheidsketting De potentiaalvrije contacten van externe bewakingsap- MAINS SUPPLY CONTROL paraten (bijv. ventilatievergrendeling "B1", stromings- VOUT IN GND L N SC1SC2PEPE schakelaar "B2", veiligheidshygrostaat "B3", enz.) wor- den volgens het schema met een tweeaderige kabel in serie (veiligheidsketting 'K2') op de klemmen "SC1"...
Pagina 64
Bedrading bevochtigingsregeling Aansluiting vraag- en bevochtigingssignaal De signaalkabel van een externe regelaar of een vocht- voeler (bij gebruik van de interne P/PI-regelaar) worden volgens het schema op de klemmen "IN" en "GND" aangesloten op de driverkaart. De aansluitkabel moet via een geschroefde kabelverbinding de besturingskast CONTROL in worden gevoerd.
Pagina 65
Aansluiting 24 V aan/uit-hygrostaat De signaalkabel van een 24 V aan/uit-hygrostaat wordt conform het schema aangesloten op de contacten "VOUT", "IN" op de driverkaart in de besturingskast. De aansluitkabel moet via een geschroefde kabelver- binding de besturingskast in worden gevoerd. CONTROL Opmerking: Voor de aansluiting van een 24 V aan/uit- VOUT IN GND...
Pagina 66
Aansluiting bedrijfs- en storingssignalering op afstand (optie) De optionele bedrijfs- en storingstelecommunicatiekaart heeft vier potentiaalvrije relaiscontacten voor de aan- sluiting van de volgende bedrijfs- en storingsmeldingen: F1 (100 mA) – "Error" (klemmen 1 en 2): Dit relais wordt ingeschakeld, als er zich een storing voordoet.
Pagina 67
Aansluiting klep voor afvoerwaterkoeling (optie) De aansluitkabel van de optionele klep voor de afvoerwa- terkoeling "Y1" wordt volgens het schema aangesloten op klemmenblok "DRN1 J2" op de overeenkomstige stuurkaart in de besturingskast. DRN2 J3 DRN1 J2 INLET J1 De aansluitkabel moet via een geschroefde kabelver- binding de besturingskast in worden gevoerd.
Pagina 68
Aansluiting stuurspanning Opmerking: Als de Condair RS is uitgerust met de optie "CVI" of "TR", is een afzonderlijke stuurspan- ningsvoorziening overbodig. De stuurspanningsvoorziening (L1, N, PE) wordt con- MAINS SUPPLY form het schema aangesloten op de overeenkomstige L N SC1SC2 PEPE klemmen op de driverkaart.
Pagina 69
Aansluiting verwarmingsspanning L1 L2 L1 L2 L2 L3 L2 L3 Besturingskast Besturingskast (Module A) (Module B) 200-600 V/3~/50..60 Hz 200-600 V/3~/50..60 Hz 230 V/1~/50..60 Hz 230 V/1~/50..60 Hz De verwarmingsspanningsvoorziening (L1, L2, L3 en PE of L1, N en PE) wordt volgens het schema aangesloten op de bijbehorende klemmen van de hoofdbeveiliging "K1"...
Pagina 70
Aansluiting spanningsvoorziening via optie TR (voor systeem met 3-fasige enkelvoudige spanning) MODULE B MAINS SUPPLY MODULE B MAINS S L1 L2 L1 L2 L N SC1SC2PEPE L N SC1 Voedingskabel 6,3 A, met (Module A / Module B) vertraging werkend L2 L3 Optie TR Besturingskast...
Pagina 71
Aansluiting spanningsvoorziening via optie CVI (voor systeem met 3-fasige enkelvoudige spanning/nuldraad) MODULE B MAINS SUPPLY MODULE B MAINS S L1 L2 L1 L2 L N SC1SC2PEPE L N SC1 Voedingskabel (Module A / Module B) L2 L3 6,3 A, met vertraging werkend Option CVI Besturingskast...
5.7.8 Controle van de elektrische installatie Controleer de volgende punten: Komen de voedingsspanningen voor de verwarmings- en stuurspanning overeen met de specificaties in het elektrische schema? Zijn de voedingsspanningen (verwarmings- en stuurspanning) van de correcte zekeringen voorzien? Zijn in de voedingsleidingen van de verwarmings- en stuurspanningsvoorzieningen de onderhouds- schakelaars "Q.." geïnstalleerd? Zijn alle componenten conform het aansluitschema correct aangesloten? Zijn alle aansluitkabels bevestigd? Zijn de aansluitkabels voorzien van trekontlasting (door geschroefde kabelverbindingen gevoerd?)
CE-conformiteitsverklaring Konformitätserklärung Declaration of conformity Déclaration de conformité Wir, Nous, Condair Group AG Condair Group AG Condair Group AG CH-8808 Pfäffikon SZ CH-8808 Pfäffikon SZ CH-8808 Pfäffikon SZ erklären in alleiniger Verantwortung, declare under our sole responsibility, that déclarons sous notre seule dass das Produkt the product responsabilité, que le produit...