14.6 Hoofdmenu
Het hoofdmenu is het bovenste menu en gebruikt
pictogrammen voor de navigatie. Druk op een pictogram
om naar een submenu te gaan en specifieke instellingen
te veranderen.
Menustructuur
Hoofdmenu
Instellingen
Algemene ECO-verlaging
Ventiel-/pompinterval
Aanvoerdiagnose
Automatisch inregelen
Ruimtecontrole
Ruimtebypass
SD-kaart
Instellingen plafondkoeling
Vakantie
Verwarmen/koelen
Temperatuurverschil koelen*
Bedrijfsmodus*
Integratie
Relais regelmodule
Algemene ingang (GPI)
Relaisuitgangsmodule
Integratie warmtepomp
Trends
Alarmen
Voorkeuren
Taal
Display
Regionale instellingen
RF-koppeling
Datum & tijd
Resetten fabrieksinstelling
Systeeminformatie
* Alleen zichtbaar als koelen beschikbaar is in het menu Verwarmen/
Koelen
U P O N O R S M AT R I X W AV E / W AV E P L U S · I N S TA L L AT I E - E N B E D I E N I N G S H A N D L E I D I N G
14.7 Systeeminstellingen
In dit menu kunnen systeemspecifieke instellingen
worden gewijzigd.
Algemene ECO-verlaging
Standaard: 4,0 ˚C
Instelbereik: 0,0 – 11,0 ˚C, in stappen van 0,5 ˚C
Hiermee regelt u een algemene temperatuur voor de
ECO-verlaging, die gebruikt gaat worden om in de
ECO-modus de schakeltemperatuur van de ruimte
voor alle ruimtethermostaten te wijzigen . Het verlaagt
de schakeltemperatuur in de verwarmingsmodus en
verhoogt de schakeltemperatuur in de koelmodus.
LET OP!
Het wijzigen van deze waarde zal alle reeds
ingestelde temperatuuraanpassingen voor
de individuele ruimtes resetten en de nieuwe
waarde zal naar de ruimtethermostaten
worden doorgestuurd.
Ventiel-/pompinterval
Standaard: Ventiel en pomp
Mogelijke instellingen: Inactief, Alleen ventiel, Ventiel en pomp
Hiermee regelt u dat in periodes met lage activiteit van
de ventielen en/of pompen ze toch een keer per week
werken om te voorkomen dat ze vast gaan zitten.
Indien op actief, kunt u een dag en tijdstip instellen.
Aanvoerdiagnose
Standaard: Inactief
Mogelijke instellingen: Actief, Inactief
Activeer een functie die controleert of de
aanvoertemperaturen niet te hoog of te laag zijn. Het
resultaat wordt na ongeveer 24 uur getoond. Indien
nodig, verschijnt ook informatie over hoe het systeem
geoptimaliseerd kan worden.
Automatisch inregelen
Standaard: Actief
Mogelijke instellingen: Actief, Inactief
Activeer automatisch inregelen.
Zie voor meer informatie, paragraaf 3.5 Functies >
Automatisch inregelen.
UK
CZ
DE
DK
EE
ES
FI
FR
HR
HU
IT
LT
LV
NL
NO
PL
PT
RO
RU
SE
SK
77