5. Sluit de signaalkabel van de warmtepomp aan op de
aansluiting die gelabeld is met IN.
6. Sluit de signaalkabel naar de warmtepomp aan op
de aansluiting die gelabeld is met OUT.
7. Zet de kabel van/naar de warmtepomp met een
kabelklem vast in de behuizing.
8. Sluit de afdekking van het optionele
aansluitingenvak en zet deze vast.
Ontvochtiger aansluiten (uitsluitend
Wave PLUS met bedieningsmodule)
Het systeem kan tot vier ontvochtigers aan, één per
regelmodule, aangesloten via een relaismodule. De
luchtontvochtiger start wanneer het schakelpunt
voor luchtvochtigheid is bereikt in de koelmodus. Hij
stopt wanneer de minimale werktijd van 30 minuten is
verstreken en wanneer de relatieve luchtvochtigheid tot
onder het ingestelde schakelpunt - dode zone - voor
luchtvochtigheid is gezakt.
LET OP!
Raadpleeg de documentatie van de
leverancier van de luchtontvochtiger en
het betreffende Uponor bedradingsschema
voordat u de aansluiting realiseert.
Hiervoor gebruikt de regelmodule een uitgang op de
Uponor Smatrix relaismodule M-161. Er kan slechts één
luchtontvochtiger per regelmodule worden aangestuurd.
Deze uitgang is een potentiaalvrije relaisuitgang.
Sluit een ontvochtiger als volgt aan op de
relaismodule:
De onderstaande afbeelding toont een ontvochtiger
aangesloten op een relaismodule.
Waarschuwing!
Elektrische installatie- en
servicewerkzaamheden achter de afgesloten
230 V AC afdekkingen moeten onder toezicht
van een bevoegde elektricien gebeuren.
LET OP!
Deze aansluiting vereist een geschikt potenti-
aalvrij schakelcontact in de ontvochtiger.
1. Zorg ervoor dat de stroom naar de relaismodule en
de ontvochtiger is losgekoppeld.
2. Sluit de kabel van/naar de ontvochtiger aan op
aansluiting 2A en 2B op de relaismodule.
3. Registreer de relaismodule bij de regelmodule als
een Relaismodule, systeemeenheid kanaal 2. Zie
paragraaf 5.8 Registreren van relaismodule M-161
voor installatie van de relaismodule.
U P O N O R S M AT R I X W AV E / W AV E P L U S · I N S TA L L AT I E - E N B E D I E N I N G S H A N D L E I D I N G
4. Ga naar het menu Integratie in de
bedieningsmodule en kies Relaismodule.
5. Selecteer de regelmodule waarbij de relaismodule
geregistreerd is en kies Pomp + Ontvochtiger.
Nu is een ontvochtiger aangesloten op een relaismodule
en geactiveerd.
Sluit koudeopwekker aan (optie)
Het systeem kan tot vier koudeopwekkers aan, één per
regelmodule. De koudeopwekker start wanneer er een
koelvraag is en de actuele modus op koelen staat. Het
stopt met koelen als aan de koelvraag is voldaan.
LET OP!
Raadpleeg de documentatie van de
leverancier van de koudeopwekker en het
betreffende Uponor bedradingsschema
voordat u de aansluiting realiseert.
Hiervoor gebruikt de regelmodule een uitgang op de
Uponor Smatrix relaismodule M-161. Er kan slechts één
koudeopwekker per regelmodule worden aangestuurd.
Deze uitgang is een potentiaalvrije relaisuitgang.
Waarschuwing!
Elektrische installatie- en
servicewerkzaamheden achter de afgesloten
230 V AC afdekkingen moeten onder toezicht
van een bevoegde elektricien gebeuren.
Aansluiten van een koudeopwekker op een
relaismodule (uitsluitend Wave PLUS met
bedieningsmodule):
De onderstaande afbeelding toont een ontvochtiger
aangesloten op een relaismodule.
Waarschuwing!
Elektrische installatie- en
servicewerkzaamheden achter de afgesloten
230 V AC afdekkingen moeten onder toezicht
van een bevoegde elektricien gebeuren.
LET OP!
Deze aansluiting vereist een potentiaalvrij
contact dat de input van een koeler aanvoelt.
1. Zorg ervoor dat de stroom naar de relaismodule en
de koudeopwekker is losgekoppeld.
2. Sluit de kabel van/naar de koudeopwekker aan op
aansluiting 2A en 2B op de relaismodule.
3. Registreer de relaismodule bij de regelmodule als
een Relaismodule, systeemeenheid kanaal 2. Zie
paragraaf 5.8 Registreren van relaismodule M-161
voor installatie van de relaismodule.
UK
CZ
DE
DK
EE
ES
FI
FR
HR
HU
IT
LT
LV
NL
NO
PL
PT
RO
RU
SE
SK
33