6
Inbedrijfstelling .........................................................................................57
7
Uitschakeling van het apparaat ..............................................................76
8
Controle en onderhoud ............................................................................77
04/02/2021 - 300025753-001-17
6.1
Bedieningspaneel ...............................................57
6.1.1
Betekenis van de toetsen ......................................57
6.1.2
Betekenis symbolen van het display .....................57
6.2
Controlepunten vóór inbedrijfstelling ..............58
6.2.1
Ketel bedrijfsklaar maken ......................................58
6.2.2
Gascircuit ..............................................................58
6.2.3
Hydraulisch circuit .................................................60
6.2.4
Elektrische aansluitingen ......................................60
6.3
Het apparaat inschakelen ..................................60
6.4
Gasinstellingen ...................................................61
6.4.1
Aanpassing aan een ander type gas .....................61
6.4.2
Controle en instelling van de verbranding .............62
6.4.3
Basisinstelling van de gas-/luchtverhouding .........65
6.5
Controles en afstellingen na
inbedrijfstelling ...................................................65
6.5.1
Afsluitende werkzaamheden .................................65
6.6
Weergave van de gemeten waarden .................66
6.6.1
Weergave van de gemeten waarden ....................66
6.6.2
Uitlezen van de urenteller en percentage succesvolle
starts .....................................................................68
6.6.3
Status en Sub-status .............................................68
6.7
Instellingen wijzigen ...........................................69
6.7.1
Beschrijving van de parameters ............................69
6.7.2
Wijzigen van parameters op
installateursniveau ................................................73
6.7.3
Instelling van de maximale belasting voor CV-
bedrijf ....................................................................73
6.7.4
Terug naar de fabrieksinstellingen Reset
Parameters ............................................................74
6.7.5
Auto-detect uitvoeren ............................................75
7.1
Uitschakeling van de installatie ........................76
7.2
Vorstbeveiliging ..................................................76
8.1
Servicemelding ...................................................77
8.2
Preventief onderhoud met geautomatiseerde
servicemelding ....................................................77
8.2.1
De automatische servicemelding resetten ............78
8.2.2
Aanstaande servicemelding voorkomen en nieuwe
(volgende) service interval starten ........................78
3