Hoofdsteun
Hoofdsteun
(Fig. 6.30)
U kunt de hoogte van de hoofdsteun
aanpassen en de steun kan
horizontaal naar voren en naar
achteren worden versteld. Hiertoe
draait u de schroef (1 of 2) los. Zo
kunt u de hoofdsteun naar de
gewenste positie verstellen. Draai
de schroeven weer vast (zie ook de
pagina betreffende draaikracht/
torque).
Stabilisatiestang
Inklappende stabilisatiestang
Deze stang dient om de rug te
stabiliseren.
Om de rolstoel te kunnen
opvouwen, moet de
ontkoppelingshendel naar binnen
worden geduwd (Fig. 6.31) of
worden losgekoppeld en de
stabiliseerstang moet naar beneden
worden geklapt. Bij het uitklappen
van de rolstoel dient u ervoor te zorgen dat de stabilisatiestang
op zijn plaats is vergrendeld.
Opties – One-arm-drive
One-arm-drive
(Fig. 6.32 - 6.32.1)
Om de rolstoel recht
vooruit te laten rijden,
moeten beide hoepels
tegelijkertijd worden
gebruikt. Om de rolstoel op
te vouwen, koppelt u de
telescopische stang los
door deze naar binnen te
duwen (1). Om de wielen te
verwijderen, drukt u op de
vergrendelingsknop op de
as (2).
OPGELET!
Fig. 6.30.1
Controleer altijd of
Fig. 6.32.1
de verbindingen op
de juiste wijze zijn
bevestigd, om letsel
te voorkomen.
88
Fig. 6.30
Fig. 6.31
Fig. 6.32
2
1
Zijkanten
Centrale ondersteuning
Bevestiging: laat de stang van de armleuning in de houder op
1
het rolstoelframe glijden tot hij niet verder kan.
Aanpassing hoogte:
Trek de stang van de armsteun uit de houder.
Stel de positie van de beugel (1) door de schroef (2) te
verwijderen, waarna u de beugel in de gewenste positie kunt
zetten. Plaats de schroef terug en draai deze weer aan.
2
Laat de stang van de armsteun weer in de houder glijden, (Fig.
6.33).
Positie kussen armleuning:
De armleuning (het kussen) kan worden aangepast door de
schroeven (3) los te maken, en de armleuning in de gewenste
positie te plaatsen. Draai daarna de schroeven weer aan (Fig.
6.33).
Aanpassing armsteunhouder
Door middel van de twee schroeven (1) kan de armsteunhouder
strakker of losser worden vastgezet (Fig. 6.34).
Zijkant met kledingbescherming (Fig. 6.35)
Met de kledingbescherming wordt kleding niet vuil door
opspattend water. U kunt de positie ten opzichte van het
achterwiel instellen door de zijkanten te bewegen.
Verwijder hiervoor de schroeven (1 en 2).
Nadat u de zijkanten in de gewenste positie heeft geplaatst,
draait u de schroeven opnieuw aan (zie de pagina betreffende
draaimoment).
WAARSCHUWING!
Noch de armleuningen, noch de opvulkussens mogen worden
gebruikt om de rolstoel te
tillen of te dragen
Fig. 6.33
3
1
Fig. 6.35
1
Fig. 6.34
2
Life i
1
2
Rev.H