6.0 Opties
Remmen
Wielvergrendelingen (Fig.
6.0)
Uw rolstoel heeft twee
wielvergrendelingen. Ze
komen rechtstreeks op de
banden terecht. Om de
vergrendelingen te
gebruiken, drukt u beide
vergrendelingshendels naar
voren tot tegen de
aanslagen. Om de
vergrendeling ongedaan te
maken, trekt u de hendels weer
naar hun oorspronkelijke positie.
Wielvergrendeling één hand
(Fig. 6.1 - 6.2)
Uw rolstoel is uitgerust met twee
sets wielvergrendelingen, aan de
linker- en rechterkant. Ze komen
rechtstreeks op de banden
terecht. Om ze in te schakelen
drukt u de vergrendelingshendel
naar voren tegen de stop aan.
Om het wiel vrij te geven, trekt u
de hendel weer naar zijn
oorspronkelijke positie.
WAARSCHUWING!
Het remvermogen vermindert wanneer:
Onjuiste montage en aanpassing van de remmen
•
de bandendruk niet voldoende is;
•
het loopvlak van de band versleten is;
•
de banden nat zijn;
•
de wielvergrendelingen niet goed afgesteld zijn.
•
De parkeerremmen zijn niet bedoeld om als rem voor een
•
bewegende rolstoel te dienen.
U mag de remmen dan ook niet gebruiken om een
•
bewegende rolstoel te doen remmen.
Rem altijd met behulp van de hoepels.
•
Zorg ervoor dat de afstand tussen de banden en de
wielvergrendelingen voldoet aan de vermelde specificaties. Om
die afstand aan te passen, draait u schroef los en stelt u de
juiste afstand in. Draai vervolgens de schroeven weer aan (Fig.
6.0, 6.1, 6.2).
Telkens wanneer u de achterwielen hebt bijgesteld, moet u
nagaan of de afstand tot de remmen in orde is. Pas die indien
nodig aan.
Life i
Rev.H
Fig. 6.0
Fig. 6.1
1
3,0 mm
3,0 mm
Fig. 6.2
1
3,0 mm
,0 mm
Trommelremmen
Trommelremmen
Trommelremmen helpen een begeleider om veilig en goed te
remmen.
U kunt deze ook gebruiken met behulp van een
vergrendelingshendel (1) om te voorkomen dat u wegrolt.
U moet de hendel in zijn plaats horen klikken.
Trommelremmen werken onafhankelijk van de luchtdruk in de
banden (Fig. 6.3).
WAARSCHUWING!
U mag de trommelremmen alleen door erkende dealers laten
aanpassen.
Gebruik de 2 trommelremmen altijd tegelijkertijd zodat u de
controle over de rijrichting behoudt!
Trommelremmen kunnen uitsluitend als dynamische rem
worden gebruikt om de rolstoel te stoppen wanneer deze in
beweging is.
Schakel altijd de wielvergrendeling in tijdens een lange of korte
stop, of bij het overplaatsen van de gebruiker, om de rolstoel op
zijn plaats te houden.
Fig. 6.3
Verlenging van de remhendel
Het gebruik van de langere
hendel kost u minder moeite om
de wielvergrendeling in werking
te zetten.
De langere remhendel is door
schroeven verbonden aan de
remmen. Door deze op te
lichten, kan hij naar voren
worden gekanteld.
(Fig. 6.4).
OPGELET!
Wanneer u de wielvergrendeling te dicht bij het wiel monteert,
zal deze moeilijker te hanteren zijn. Hierdoor kan de verlengde
hendel breken!
De hendel kan ook breken wanneer u op de verlenging gaat
leunen tijdens transfers! Opspattend water en vuil van de
banden kan slecht functioneren van de wielvergrendelingen
veroorzaken.
1
Fig. 6.4
83