4. Installatie
4
Installatie
4.1
Installatievoorschriften
9
4.1.1.
Alle types montages
OPGELET
4
4
4
M001788-A
4 De installatie mag niet gespoeld of gevuld worden wanneer de
zonnepanelen warm zijn (veel zon).
4 Het zonnesysteem moet altijd met warmtegeleidende vloeistof :
gevuld wordenTyfocor L of LS.
M001707-A
4.1.2.
Montage op dak
OPGELET
Voor het begin van de installatie moet worden
gecontroleerd dat het dak solide is en de statische
belasting kan dragen.
4 De montageset is een specifiek bevestigingssysteem voor vlakke
zonnepanelen NEO 2.1 / SUN 211 en mag alleen worden gebruikt
in overeenstemming met het bijbehorende technisch advies.
De installatie en het onderhoud van het apparaat
moeten uitgevoerd worden door een vakman
overeenkomstig de geldende reglementaire teksten
en regelen der kunst.
De zonne-installaties moeten worden geaard tegen
de bliksem.
Bescherming van het milieu: Plaats een voldoende
groot opvangreservoir onder de aftap- en
ontlastleiding van de klep.
NEO 2.1 / SUN 211
05/10/09 - 300020211-001-B