Montage- en gebruikershandleiding Stabilisatie-kogelkoppeling
9. Bediening:
Voor het veilig aan- en afkoppelen van de aanhanger moet:
De vrije ruimte rondom de koppelingskogel en mogelijke belemmeringen door
een reservewiel, frame of opbouw moet gecontroleerd worden. Daarbij moet ook
de maximaal mogelijke oploopweg van het oploopsysteem en de aan beide zijden
mogelijke zwenking van de trekstang gecontroleerd worden.
Er moet (minstens 10mm) ook bij
volledig ingeschoven trekstang
en zijdelings verdraaide treks-
tang vrije ruimte aanwezig zijn!
De aanhanger moet gelijkmatig, zonder overschrijding van de toegestane aslast of
draaglast (S) (aangegeven op de typeplaatjes) beladen worden.
Ter controle van de veilige bevestiging van de kogelkoppeling moet altijd de posi-
tie van de slijtage-indicator en de speling tussen de kogelkoppeling en de koppe-
lingskogel gecontroleerd worden.
Als tussen de koppelingskogel en de kogelkoppeling speling optreedt, die bij het
gebruik bijv. door kloppen merkbaar is, dan betekent dit dat de kogelkoppeling
resp. de koppelingskogel versleten zijn en onmiddellijk vervangen moeten wor-
den. De minimale diameter van de koppelingskogel, gemeten aan de kleinste plek,
bedraagt 49 mm. Als de kleinste diameter kleiner is, dan moet de koppelingskogel
vervangen worden!
Bij een vervorming of beschadiging van de kogelkoppeling moet deze onmiddellijk
vervangen worden!
Kogelkoppelingen zijn veiligheidsrelevante onderdelen.
Daarom zijn veranderingen aan de kogelkoppelingen niet toegestaan!
De handgreep mag niet met het
aanbouwdelen botsen.
Deze moeten evt. verwijderd
worden!
13
versie 8 / 209692.005