DEEL 3 - Technische handleiding
Aandrijfinrichting vervangen
1. Haal de stekker uit het stopcontact.
2. Trek de stroomkabel uit de stekker op de besturingseenheid.
3. Trek daarna de kabel van de aandrijfinrichting uit de stekker op de besturings-
eenheid en maak de aandrijfinrichting vrij van het bed zodat deze goed te be-
reiken is.
4. Verwijder vervolgens de 2 inbusschroeven
die de aandrijfinrichting aan de draagarm
vastzetten en verwijder de aandrijf-
inrichting.
5. Als de kabel voor de aandrijfinrichting
hergebruikt moet worden moet deze van
de defecte aandrijfinrichting gedemon-
teerd worden. Deze kabel zit met een
vergrendelingsmechanisme vast op de
aandrijfinrichting. Ontgrendel dit mecha-
nisme door er aan beide kanten van het
mechanisme een kleine schroevendraaier
onder te zetten.
6. Haal daarna de kabel uit de defecte aan-
drijfinrichting en zet deze op de nieuwe
aandrijfinrichting.
7. Monteer de nieuwe aandrijfinrichting
hierna op de draagarm en zet deze vast
met 2 inbusschroeven.
8. Zet de kabel voor de aandrijfinrichting vast met 2 nieuwe kabelbinders en leid
deze langs de binnenkant van het bedframe naar de besturingseenheid. Zet de
kabel dusdanig vast langs het bedframe dat de kabel niet beklemd raakt tussen
de beweegbare delen van het bed. Zie evt. paragraaf "Kabels leiden vanaf de
aandrijf-inrichting (incl. kabelbinders)"
9. Steek de stekker in het stopcontact.
10. Reset het systeem door de 2 bovenste knoppen op de handbediening tegelijker-
tijd in te drukken. Er klinkt nu een reeks ritmische piepgeluiden. Houd de knop-
pen ingedrukt tot de piepgeluiden stoppen.
11. Controleer of de aandrijfinrichting op juiste wijze draait.
Verwijder inbusschroeven en koppel de
aandrijfinrichting los
Ontgrendel het vergrendelingsmechanisme
51