DEEL 3 - Technische handleiding
Draagarmen met aandrijfinrichting monteren
De kabels aan de 4 draagarmen voor de aan-
drijfinrichtingen hebben kleurcodes.
Monteer de draagarm voor de aandrijfinrich-
ting met de groene O-ring op de stekker van
de aandrijfinrichting aan de rechterkant van
de patiënt. Monteer de draagarm voor de aan-
drijfinrichting met de gele O-ring op de stekker
van de aandrijfinrichting aan de linkerkant van
de patiënt.
1. Plaats de draagarm met aandrijfinrichting
vanaf de onderkant in de montagebeugel.
Verstel de stelschroef om de draagarm in
de gewenste positie te plaatsen.
2. Draai daarna de stelschroef los en
laat die op zijn plek vallen, zodat
de montagebeugel in de gewenste positie/
hoogte blijft. Druk op de stelschroef om
zeker te zijn dat deze helemaal ingedrukt
is. Duw tegen de draagarm om te con-
troleren of de montagebeugel vast zit.
3. Zet alle 4 draagarmen met aandrijfinrich-
ting op deze manier vast.
Tussenstang plaatsen
Monteer de tussenstang aan elke kant tus-
sen de 2 draagarmen met aandrijfinrichting.
Gebruik 2 stuks 8 x 20 mm bolkop bouten
en 2 stuks zelfborgende M8 moeren met M8
sluitringen.
Monteer de tussenstang in het bovenste gat
van de hoekbeugel op de draagarm met aan-
drijfinrichting.
Plaats de platte kant van de tussenstang aan
de kant van het matras.
Plaats de draagarm met aandrijfinrichting
in de montagebeugel
Verstel de stelschroef
Montage van tussenstang
Plaats de platte kant van de tussenstang aan
de kant van het matras
35