Opnamen maken met programma
automatische belichting ([P]-modus)
U kunt tal van functie-instellingen aanpassen aan uw favoriete opnamestijl.
1
Open de modus [G].
Voer de stappen 1–2 in "Specifieke
scènes"
Pas de instellingen naar wens
2
aan
een opname.
•
Als er geen correcte belichting kan worden verkregen wanneer u de
ontspanknop half indrukt, worden de sluitertijd en de diafragmawaarden in
oranje weergegeven. Probeer in dit geval de ISO-waarde aan te passen
(=
74) of de flitser te activeren (bij donkere onderwerpen,
de juiste belichting te verkrijgen.
•
U kunt ook films opnemen in de modus [G] door op de filmknop te drukken.
Sommige instellingen voor FUNC.
mogelijk automatisch aangepast voor het opnemen van films.
•
Zie [G] voor meer informatie over het opnamebereik in de modus
"Opnamebereik"
(=
204).
Foto's
Films
(=
60) uit en kies [G].
(= 72
– 85) en maak
=
83) om zo
(=
25) en MENU
(=
26) worden
Helderheid van het beeld (Belichting)
De helderheid van het beeld aanpassen
(Belichtingscompensatie)
U kunt de standaardbelichting die door de camera wordt ingesteld,
aanpassen in stappen van 1/3 in een bereik van –2 tot +2.
Druk op de knop <o>. Kijk naar het
scherm en druk op de knoppen <q><r>
om de helderheid aan te passen. Druk
daarna op de knop <m>.
Het correctieniveau dat u hebt opgegeven
wordt nu weergegeven.
Wanneer u films opneemt, moet de
belichtingscompensatiebalk worden
weergegeven.
•
U kunt ook foto's maken met de belichtingscompensatiebalk weergegeven.
•
Wanneer u een film maakt, wordt [&] weergegeven en wordt de belichting
vergrendeld.
•
U kunt de helderheid ook aanpassen door op de knop <o> te drukken en
vervolgens op de balk te tikken of deze te verslepen.
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
Foto's
Films
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus
Modus Hybride automatisch /
Dubbele opname
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
72