[h] knippert op het scherm wanneer de ontspanknop wordt ingedrukt,
en opnemen is niet mogelijk
(=
33).
[
] verschijnt wanneer de ontspanknop half wordt ingedrukt
(=
33).
•
Stel [IS modus] in op [Continu]
(=
85).
•
Klap de flitser op en stel de flitsmodus in op [h]
•
Verhoog de ISO-waarde
(=
74).
•
Plaats de camera op een statief of neem andere maatregelen om de camera stil te
houden. In dit geval moet u [IS modus] instellen op [Uit]
De opnamen zijn niet scherp.
•
Druk de sluiterknop half in om scherp te stellen op het onderwerp en druk de knop
daarna volledig in om een opname te maken
•
Zorg dat de onderwerpen zich binnen het scherpstelbereik bevinden
•
Stel [AF-hulplicht] in op [Aan]
(=
51).
•
Bevestig dat onnodige functies zoals macro worden uitgeschakeld.
•
Probeer op te nemen met de focusvergrendeling of AF-vergrendeling
82).
Opnamen zijn wazig.
•
Afhankelijk van de omstandigheden tijdens de opname kan vervaging van beelden
optreden wanneer Touch Shutter wordt gebruikt. Houd de camera stil tijdens de
opname.
Er worden geen AF-kaders weergegeven en de camera stelt niet
scherp wanneer de sluiterknop half wordt indrukt.
•
Om de AF-kaders weer te geven en de camera goed te laten scherpstellen, probeert
u de gebieden met veel contrast in het centrum van de compositie te plaatsen voordat
u de ontspanknop half indrukt. Of probeer de ontspanknop meerdere malen half in te
drukken.
(=
83).
(=
85).
(=
24).
(=
204).
(=
79,
De onderwerpen in de opnamen zijn te donker.
•
Klap de flitser op en stel de flitsmodus in op [h]
•
Pas de helderheid aan met behulp van belichtingscompensatie
•
Pas het contrast aan met i-Contrast
(=
•
Gebruik AE lock of spotmeting
(=
73).
De onderwerpen zijn te helder, de highlights zijn vervaagd.
•
Klap de flitser in en stel de flitsmodus in op [!]
•
Pas de helderheid aan met behulp van belichtingscompensatie
•
Gebruik AE lock of spotmeting
(=
73).
•
Verminder de belichting van het onderwerp.
De opnamen zijn te donker, ondanks dat er is geflitst
•
Maak de opname binnen het bereik van de flits
•
Verhoog de ISO-waarde
(=
74).
De onderwerpen in geflitste foto's zijn te helder, de highlights zijn
vervaagd.
•
Maak de opname binnen het bereik van de flits
•
Klap de flitser in en stel de flitsmodus in op [!]
Het subvenster is donker.
•
In sommige opnameomstandigheden kan het subvenster donkerder zijn dan het
opnamescherm.
Er verschijnen witte stippen of andere beeldartefacts in geflitste
opnamen.
•
Dit komt doordat het licht van de flitser wordt weerspiegeld door stof- of andere
deeltjes in de lucht.
Opnamen zien er korrelig uit.
•
Verlaag de ISO-waarde
(=
74).
•
Hoge ISO-waarden kunnen in sommige opnamemodi leiden tot korrelige beelden
(=
61).
(=
83).
(=
72).
74, 110).
(=
32).
(=
72).
(=
33).
(=
204).
(=
204).
(=
32).
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus
Modus Hybride automatisch /
Dubbele opname
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
184