STORING
Druk te laag
Interne-statuslampjes:
ROOD: één keer knipperen
GROEN: één keer knipperen
Of
ROOD: één keer knipperen
GROEN: drie keer knipperen
Lampjes bedieningspaneel:
ROOD: Aan
GEEL: Uit
GROEN: Uit
Apparaat is aangesloten, aan/uit-
knop staat aan, continu geluidsalarm.
Compressor is uitgeschakeld (cyclus
kan niet worden doorlopen door
lage druk).
Kapotte onderdelen
Interne-statuslampjes:
ROOD: één keer knipperen.
GROEN vijf keer knipperen
Of
ROOD: twee keer knipperen
GROEN: drie keer knipperen
Lampjes bedieningspaneel:
ROOD: Aan
GEEL: Uit
GROEN: Uit
Apparaat is aangesloten, aan/uit-
knop staat aan, continu geluidsalarm.
Compressor is uitgeschakeld.
Alarm Apparaat werkt niet: Aan of
uit
Interne-statuslampjes:
ROOD: twee keer knipperen
GROEN: vier keer knipperen, of
ROOD: twee keer knipperen.
GROEN: vijf keer knipperen
Onderdeelnr. 1195014
HOOFDSTUK 4—PROBLEMEN OPLOSSEN
WAARSCHIJNLIJKE OORZAAK
Compressorinlaatfilter is vuil of
verstopt
Compressor:
a. Lekken bij de verbindingen of
slangen
b. Lekkende of kapotte
overdrukklep
c. Onvoldoende spanning bij de
uitstroomopening
d. Versleten afdichtingsringen of
pakkingen
Warmtewisselaar:
a. Lek in de slangen of behuizing
b. Controleer de slangen en de
warmtewisselaar
Regelaar gebarsten of lekt
PE-klep lekt
Kapotte spoel hoofdklep
Connector los
Kapotte spoel PE-klep (weerstand 80
ohm ± 10)
Kapotte printplaat
Kapotte spoel PE-klep (weerstand 80
ohm ± 10)
Connector los
Kapotte printplaat
Storing printplaat
23
OPLOSSING
Vervang de compressorinlaatfilter. Raadpleeg De
inlaatfilter van de compressor vervangen op
pagina 30.
a. Draai de aansluitingen vast. Vervangen of
repareren.
b. Repareer het lek of vervang het onderdeel.
c. Gebruik geen verlengsnoeren. Gebruik een
ander stopcontact.
d. Vervang de compressor. Raadpleeg
Compressor op pagina 37.
a. Vervangen of opnieuw vastzetten.
b. Vervang de slangen of zet ze opnieuw vast.
Vervang de warmtewisselaar. Raadpleeg De
warmtewisselaar vervangen op pagina 50.
Vervang de regelaar. Raadpleeg De regelaar
vervangen op pagina 47.
Vervang de PE-klep. Controleer het voltage bij de
aansluiting van de PE-klep op een
gelijkstroomschema voor 24 V. De PE-klep wordt
ongeveer een seconde voorafgaand aan de
activering van de 4-wegklep actief of krijgt stroom
met ongeveer 24 V. Als het voltage constant hoger
is dan 24 V, vervangt u de printplaat. Raadpleeg De
printplaat vervangen op pagina 58. Als het voltage
op de printplaat normaal is, vervangt u de PE-klep.
Raadpleeg De PE-klep vervangen op pagina 41.
OPMERKING: Controleer op lekken en begin bij
de uitstroomopening van de compressor tot en
met alle pneumatische verbindingen. Ernstige
lekkage zorgt ervoor dat de druk onder een
afdoende uitlaatdruk blijft, waardoor de
compressor wordt uitgeschakeld.
a. Vervang hoofdklep.Raadpleeg De 4-wegklep
vervangen op pagina 67.
b. Vervang spoel hoofdklep. Raadpleeg De 4-
wegklep vervangen op pagina 67.
Maak de connector weer vast.
Vervang PE-spoel bij kortsluiting of als die open is
na controle weerstand. Raadpleeg De PE-klep
vervangen op pagina 41.
Vervang de printplaat. Raadpleeg De printplaat
vervangen op pagina 58.
Vervang PE-spoel bij kortsluiting of als die open is
na controle weerstand. Raadpleeg De PE-klep
vervangen op pagina 41.
Maak de connector weer vast.
Vervang de printplaat. Raadpleeg De printplaat
vervangen op pagina 58.
Vervang printplaat.Raadpleeg De printplaat
vervangen op pagina 58.
Platinum®-zuurstof-concentrator