7.5
Wegen met tarra
De weegschaalcontainer opleggen. Na succesvolle stabilisatiecontrole de toets
drukken. De nulaanduiding verschijnt. Het containergewicht wordt eerst
in het weegschaalgeheugen opgeslagen.
Het gewogen materiaal wegen, het netto gewicht verschijnt.
Nadat de weegschaalcontainer wordt weggenomen, verschijnt zijn gewicht als
een negatieve aanduiding.
Het tarreren kan willekeurige aantal keren worden herhaald, bijvoorbeeld bij het
wegen van enkele ingrediënten van een mengsel (bijwegen). De grens wordt
bereikt op het moment dat het hele weegbereik wordt gebruikt.
Om de tarrawaarde te wissen dient het weegplateau te worden ontlast en de toets
gedrukt.
7.6
Functie Pre-Tare
Functie Pre-Tare instellen:
Door deze functie wordt het mogelijk het gewicht van de tarracontainer op te slaan.
Deze waarde wordt opgeslagen ook indien de weegschaal intussen wordt uit- of
aangezet.
De weegschaal met de toets
De tarracontainer op het weegschaalplateau stellen i en de toets
totdat de blinkende ―PrEtArE‖ verschijnt.
De toets
opgeslagen als pre-tara gewicht.
Het gewogen materiaal wegen, het netto gewicht verschijnt.
15
drukken. Het gewicht op het weegschaalplateau wordt
aanzetten en op de nulaanduiding wachten.
drukken,
KDE-T-BA_IA-nl-1210