KERN KXC-TM Versie 1.0 2023-08 Handleiding en bedrijfsvoorschriften Afleesinrichtingen Inhoudsopgave Technische gegevens ..................5 Conformiteitverklaring ..................6 Overzicht van het toestel ..................7 Elementen ..................... 7 Bedienelementen................... 8 3.2.1 Toetsenbordoverzicht ..................8 3.2.2 De waarde numeriek invoeren ................9 3.2.3 Overzicht van de aanduidingen ...............10...
Pagina 3
Extern justeren < CalExt > ................17 7.7.1 7.7.2 Extern justeren met gebruik van een door de gebruiker gedefinieerd justeergewicht < caleud > ..................18 Constante van de zwaartekracht op het justeerpunt < graadj >....20 7.7.3 Constante van de zwaartekracht op de installatieplaats < grause > ..21 7.7.4 IJking ........................
Pagina 4
Menu ....................... 49 14.1 Navigatie in het menu................49 14.2 Menu van de toepassing ................49 14.3 Configuratiemenu ..................50 Menuoverzicht < setup > ................50 14.3.1 Communicatie met de randapparatuur ............62 15.1 KERN Communications Protocol (interfaceprotocol van KERN) ....62 15.2 Alibi geheugen van KERN ................
* Minimaal gewicht van afzonderlijk element bij bepaling van het aantal stuks in laboratoriumomstandigheden: ➢ Er zijn ideale omgevingscondities voor het bepalen van het aantal stuks met hoge resolutie ➢ Geen gewichtsverdeling van getelde delen ** Minimaal gewicht van een element bij bepaling van het aantal stuks in normale omstandigheden: ➢...
3.2 Bedienelementen 3.2.1 Toetsenbordoverzicht Toets Naam Functie in bedrijfsmodus Functie in de menu ➢ Aan-/uitzetten (toets indrukken en ingedrukt houden) ON/OFF ➢ Achtergrondverlichting van het scherm toets aan-/uitzetten (toets indrukken) ➢ Functietoets, zie hoofdstuk 9.5 Toets F1 ➢ Navigatietoets ➢...
3.2.2 De waarde numeriek invoeren Toets Naam Functie Cijferkeuze De ingevoerde gegevens bevestigen. Meerdere malen op Navigatietoets ➔ de toets voor elke positie drukken. Wachten tot het invoervenster met numerieke waarden verschijnt. Navigatietoets De waarde van het blinkende cijfer verminderen (0–9) Navigatietoets ...
3.2.3 Overzicht van de aanduidingen Positie Aanduiding Beschrijving Stabilisatieaanduiding >0< Nulaanduiding Aanduiding van de negatieve waarde Tolerantie-markeringen voor weging met een tolerantiebereik Indicator laadstatus batterij Keuzemogelijkheid: g, kg, lb, gn, oz Indicator eenheden / Pcs / Toepassingspictogram [Pcs] bij het bepalen van aantal stuks of [%] bij het bepalen van percentwaarde Gegevensoverdracht in uitvoering...
Basisopmerkingen (algemene informatie) 4.1 Beoogd gebruik De door u aangekochte weegschaal dient ter bepaling van het gewicht (de weegwaarde) van het gewogen materiaal. Ze dient als een "niet automatische weegschaal” te worden beschouwd, d.w.z. dat het gewogen materiaal voorzichtig handmatig in het midden van het weegschaalplateau dient te worden geplaatst. De weegwaarde kan na de stabilisatie worden afgelezen.
4.4 Toezicht over de controlemiddelen In het kader van kwaliteitsverzekeringssysteem dienen regelmatig technische meeteigenschappen weegschaal eventueel beschikbare controlegewichten te worden gecontroleerd. De verantwoordelijke gebruiker moet hiervoor een geschikt interval als ook het type en de omvang van deze controle vaststellen. Informatie betreffende toezicht over controlemiddelen zoals weegschalen als ook over noodzakelijke controlegewichten zijn toegankelijk op de website van de firma KERN (www.kern-sohn.com).
7 Uitpakken, installeren en in werking stellen 7.1 Plaats van installatie en gebruikslocatie De weegschalen zijn ontworpen om betrouwbare weegresultaten onder normale gebruiksomstandigheden te garanderen. De keuze van de juiste locatie voor de weegschaal verzekert een nauwkeurige en snelle werking. Op de plaats van installatie moet het volgende in acht worden genomen: •...
7.2 Uitpakken en controle Het apparaat en de onderdelen uit de verpakking afnemen, het verpakkingsmateriaal verwijderen en op de daarvoor voorziene werkplaats plaatsen. Controleer of alle onderdelen van de leveringsomvang aanwezig en onbeschadigd zijn. Leveringsomvang / serietoebehoren: • Display • Gebruiksaanwijzing 7.3 Netaansluiting De weegschaal kan aan het voedingsnetwerk enkel dan worden aangesloten indien de gegevens op het toestel (sticker) en de lokale...
7.4 Bedrijf met de accuvoeding (optioneel) De accu en de lader zijn compatibel. LET OP Bereik bedrijfstemperatuur met accu: 0°C … +40°C. Vervang de accu enkel door een accu van hetzelfde type of van het door de fabrikant aanbevolen type. ...
7.5 Randapparatuur aansluiten Vóór aansluiten of afkoppelen van extra apparatuur (printer, computer) aan/van het gegevensinterface dient de weegschaal noodzakelijk van het netwerk te worden gescheiden. Uitsluitend accessoires en randapparatuur van de firma KERN met de weegschaal gebruiken, optimaal aan de weegschaal aangepast. 7.6 Eerste inbedrijfstelling Om precieze weegresultaten met behulp van elektronische weegschalen te krijgen, dient de weegschaal een juiste werkingstemperatuur te bereiken (zie...
7.7.1 Extern justeren < CalExt > Om configuratiemenu op te vragen tegelijk op TARE en ON/OFF drukken en ingedrukt houden. Afwachten tot het eerste menupunt < Cal > wordt weergegeven. Met➔ bevestigen, de aanduiding < CalExt > verschijnt.
Plaats het justeergewicht en bevestig door op ➔ te drukken, er worden < wait > en < reMvld >weergegeven. Nadat < reMvld > is weergegeven het justeergewicht verwijderen. Na succesvol justeren wordt de weegschaal automatisch terug naar de weegmodus gezet. Bij fout van het justeren (bv.
Pagina 19
De keuze met de toets ➔bevestigen. < Zero >, De volgende aanduidingen < Zero > en < Put ld > worden weergegeven en vervolgens verschijnt de waarde van het justeersgewicht dat op de weegschaal moet worden geplaatst. Plaats het justeergewicht en bevestig door op ➔ te drukken, er worden <...
7.7.3 Constante van de zwaartekracht op het justeerpunt < graadj > Om configuratiemenu op te vragen tegelijk op TARE en ON/OFF drukken en ingedrukt houden. Afwachten tot het eerste menupunt < Cal > wordt weergegeven. Met➔ bevestigen, de aanduiding < CalExt > verschijnt.
7.7.4 Constante van de zwaartekracht op de installatieplaats < grause > Om configuratiemenu op te vragen tegelijk op TARE en ON/OFF drukken en ingedrukt houden. Afwachten tot het eerste menupunt < Cal > wordt weergegeven. Met ➔ bevestigen, de aanduiding < CalExt > verschijnt.
8 IJking Algemeen: Volgens de EU-richtlijn 2014/31/EU moeten weegschalen worden geijkt indien ze als volgt worden gebruikt (door de wet bepaalde omvang): • in het economisch verkeer, als de prijs van een product door de weging ervan wordt bepaald; • bij bereidingen van medicijnen in apotheken als ook bij analyses in medische en farmaceutische laboratoria;...
Pagina 23
Positie van de justeerschakelaar en zegels: Locaties van de zegels TKXC-TM-A-BA_IA-nl-2310...
9 Basismodus 9.1 Aan-/uitzetten Aanzetten: De toets ON/OFF drukken. Nadat de display wordt aangezet, wordt de autotest van de weegschaal doorgevoerd. Afwachten tot de gewichtaanduiding verschijnt. De weegschaal is paraat met de laatste actieve toepassing. Uitzetten: De toets ON/OFF drukken en ingedrukt houden tot de display verdwijnt.
9.3 Op nul zetten Om de optimale weegresultaten te verkrijgen, dient de weegschaal voor de weging op nul te worden gezet. Enkel in het bereik ±2% Max is het mogelijk om op nul te zetten. Bij de waarden groter dan ±2% Max verschijnt de foutmelding < zlimit >. ...
9.5 Wijzigingstoets en F toets (standaardinstellingen) Aan de toets voor omschakelen en F toets kunnen verschillende functies worden toegewezen. Standaard (< defaul >) zijn in de toepassingen van de weegschaal volgende functies toegewezen: De toets drukken en ingedrukt De toets drukken houden ➢...
Overige instellingen zijn beschikbaar in het configuratiemenu in het submenu < button >, zie hoofdstuk 14.3.1. Hieronder worden de standaardinstellingen (< defaul >) voor do toepassing <Wegen> omgeschreven. 9.5.1 Omschakelen van de weegeenheid Standaard is de toets zo ingesteld dat door het indrukken op de toets tussen de weegeenheden kan worden omgeschakeld.
Andere eenheid activeren: De menu instelling < unit > kiezen en met de toets➔ bevestigen. Afwachten totdat de nulaanduiding blinkt. Met de navigatietoetsen de weegeenheid kiezen en met de toets ➔ bevestigen. Vereiste instellingen bij de keuze van een app (FFA, %) vermeld in het hoofdstuk 11.4.2 en 11.4.3.
10 Bedieningsconcept De weegschaal wordt af fabriek geleverd met verschillende toepassingen (normaal wegen, controlewegen, optellen). Bij de eerste inschakeling staat de weegschaal in de toepassing <Wegen>. Na inschakeling van de weegschaal kan echter de verdere werking ervan worden bepaald door de juiste toepassing in de toepassing- menu te kiezen (zie hoofdstuk 14.2).
Pagina 30
Afhankelijk van de geselecteerde toepassing worden alleen de toepassingsspecifieke instellingen in het toepassingsmenu weergegeven, het maakt mogelijk het doel snel en direct te bereiken. • Informatie over de toepassingsspecifieke instellingen is te vinden in de beschrijving van de desbetreffende toepassing. •...
11 Toepassing <Wegen> De uitvoering van gewoon wegen en tarreren omschreven in hoofdstuk 9.2 of Fehler! Verweisquelle konnte nicht gefunden werden.. Meer specifieke instellingsmogelijkheden zijn in de onderstaande hoofdstukken beschreven. Indien de toepassing <Wegen> nog niet actief is, de menuinstelling <mode>...
Overzicht (modellen met ijking): Niveau 1 Niveau 2 Niveau 3 Omschrijving / hoofdstuk Geplaatste massa als PRE-TARE overnemen, zie Ptare actuAl hoofdstuk 11.2.1 PRETARE manuAl Tarra numeriek invoeren, zie hoofdstuk 11.2.2 CLEAR PRE-TARE waarde wissen hold Functie Hold activeren, zie hoofdstuk 11.3 Unit Deze functie bepaalt in welke weegeenheid het resultaat wordt weergegeven, zie hoofdstuk 11.4.1...
De ingevoerde tarra is geldig tot de nieuwe tarra wordt ingevoerd. Om het te wissen de toets TARE drukken of de menuinstelling < clear > bevestigen door op ➔ te drukken. 11.2.2 Bekende tarra numeriek invoeren < Ptare > < manuAl > ...
De eerste stabiele gewichtswaarde wordt in de bovenste rand van het display door [HOLD] opgeslagen. Nadat de lading is verwijderd, blijft de waarde nog 10 seconden op het display staan. 11.4 Weegeenheden 11.4.1 De weegeenheid instellen De menuinstelling < unit > kiezen en met de toets➔...
De menuinstelling < unit > kiezen en met de toets ➔bevestigen. Met de navigatietoetsen de instelling <FFA> kiezen en met de toets ➔ bevestigen. Vermenigvuldigingsfactor invoeren, het invoeren van numerieke waarden zie hoofdstuk3.2.2, de actieve positie knippert.
12 Toepassing <Tellen> Indien de toepassing <Aantal stuks tellen> nog niet actief is, kies dan de menuinstelling mode > < count >, zie hoofdstuk 10. 12.1 Toepassingsspecifieke instellingen Menu opvragen: De toets TARE drukken en zo lang ingedrukt houden tot de aanduiding <...
12.2 Toepassing gebruiken 12.2.1 Stukken tellen Vooraleer het mogelijk wordt om het aantal elementen met de weegschaal te bepalen, dient het afzonderlijke stukgewicht (het eenheidsgewicht) de zogenaamde referentiewaarde te worden bepaald. Daartoe moet een bepaald aantal van de te tellen onderdelen op de weegschaal worden gelegd. De weegschaal bepaalt het totale gewicht en wordt het vervolgens door aantal stuks zgn.
Pagina 38
Aantal van de door de gebruiker gedefinieerde referentiestuks: Indien nodig een weegcontainer plaatsen en de weegschaal tarreren. Aantal gewenste referentiestuks opleggen. De menuinstelling < ref > opvragen en met de toets ➔bevestigen. Met de navigatietoetsen de instelling < free > kiezen en met de toets ➔...
Pagina 39
Vermenigvuldigingsfactor invoeren, het invoeren van numerieke waarden zie hoofdstuk3.2.2, de actieve positie knippert. Met de toets ➔ bevestigen. De weegschaal staat nu in de modus voor het tellen van stuks en telt alle stukken die op het weegplateau liggen. 2.
12.2.2 Doeltellen Met toepassing <Doeltellen> is het mogelijk om materiaal te wegen naar het doelaantal stuks binnen een bereik van vastgestelde toleranties. Wanneer het streefaantal stuk wordt bereikt, luidt een akoestisch signaal (voor zover in het menu geactiveerd) en een visueel signaal (tolerantieteken). Optisch signaal: De afgelezen tolerantietekens leveren de volgende informatie: Streefaantal stuks boven opgegeven tolerantie...
Pagina 41
Uitvoering: 1. Streefaantal stuks en tolerantie definiëren Zorg ervoor dat de weegschaal in de modus van het bepalen van het aantal stuks en het gemiddelde gewicht van een enkel stuk is gedefinieerd (zie hoofdstuk 12.2.1). Zo nodig met de toets omschakelen.
Pagina 42
Met de navigatietoetsen de instelling < errlow > selecteren met de toets ➔ bevestigen. Met de navigatietoetsen de weegeenheid kiezen en met de toets ➔ bevestigen. Het verschijnt een venster voor numerieke invoer. De actieve positie knippert. ...
13 De toepassing <Controlewegen> Indien de toepassing <Controlewegen> nog niet actief is, de menuinstelling <mode check> kiezen, zie hoofdstuk 10. 13.1 Toepassingsspecifieke instellingen Menu opvragen: De toets TARE drukken en zo lang ingedrukt houden tot de aanduiding < apcmen > verschijnt. Het display verandert eerst in <...
13.2 Toepassing gebruiken 13.2.1 Doelwegen Met toepassing <Doelwegen> is het mogelijk om materiaal te wegen naar het doelaantal stuks binnen een bereik van vastgestelde toleranties. Wanneer de doelmassa wordt bereikt, luidt een akoestisch signaal (voor zover in het menu geactiveerd) en een visueel signaal (tolerantieteken). Optisch signaal: De afgelezen tolerantietekens leveren de volgende informatie: Bovengrens...
Pagina 45
Uitvoering: 1. Doelgewicht en tolerantie definiëren Met de navigatietoetsen de instelling < target > kiezen en met de toets ➔ bevestigen. Er wordt de aanduiding < value > weergegeven. Met de toets ➔ bevestigen, het wordt een venster voor numerieke invoer weergegeven.
Pagina 46
Met de navigatietoetsen de instelling < errlow > selecteren met de toets ➔ bevestigen. Met de navigatietoetsen de weegeenheid kiezen en met de toets ➔ bevestigen. Het verschijnt een venster voor numerieke invoer. De actieve positie knippert. ...
13.2.2 Controlewegen Met de toepassing <Controlewegen> is het mogelijk om te controleren of het gewogen materiaal zich binnen het bepaalde tolerantiebereik bevindt. Het overschrijden (of onderschrijden) van de grenswaarden wordt aangegeven door een visueel (tolerantietekens) en akoestisch signaal (indien geactiveerd in het menu).
Pagina 48
De instelling met de navigatietoetsen kiezen, de instelling < limlow > kiezen. Met de toets ➔ bevestigen, het verschijnt het venster voor het invoeren van de numerieke waarde voor het invoeren van de onderste grenswaarde. De actieve positie knippert. ...
14 Menu 14.1 Navigatie in het menu Menu opvragen: Toepassingsmenu Configuratiemenu De toets TARE drukken en ingedrukt Tegelijk op TARE en ON/OFF drukken houden tot het eerste menupunt en ingedrukt houden tot het eerste verschijnt. menupunt verschijnt. Parameters selecteren en instellen: Op één niveau scrollen Gebruik de navigatietoetsen om bepaalde menublokken achter elkaar te selecteren.
14.3 Configuratiemenu In het configuratiemenu is het mogelijk de weegschaalinstellingen / het bedrijf van de weegschaal aan eigen vereisten (bv. omgevingsomstandigheden, speciale weegprocessen) aan te passen. Deze instellingen zijn globaal en onafhankelijk van de geselecteerde toepassing (uitgezonderd < button >). 14.3.1 Menuoverzicht <...
Pagina 51
Print intfce Rs232 Interface RS232* Gegevensuit USB-d voer Interface USB* Interface WLAN* wlan * enkel met KUP aansluiting Optelmodus inschakelen/uitschakelen, zie hoofdstuk 15.3.1 prmode trig On, off Gegevensoverdracht nadat de knop manual PRINT wordt gedrukt. zie hoofdstuk15.3.2 autopr On, off Automatische gegevensoverdracht bij stabiele en positieve weegwaarde, zie hoofdstuk 15.3.3.
Pagina 52
LAYOUT On, off none Standaard layout On, off Model De modelnaam van de weegschaal uitvoeren Serial On, off Het serienummer van de user weegschaal uitvoeren Alibi geheugen- ALid identificatie uitvoeren date Gegevensuitvoer Time Tijd uitvoeren On, off Overdracht van wegingsprotocol volgens DPL Instellingen worden niet gewist reset...
Pagina 53
BEEPER keys Aan-/uitzetten akoestisch signaal nadat de toets is ingedrukt Geluidsignaal Check Akoestisch signaal uit Slow Langzaam ch-ok Standaard Fast Snel Cont. Continu Akoestisch signaal uit Slow Langzaam ch-lo Standaard Fast Snel Cont. Continu Akoestisch signaal uit Slow Langzaam ch-hi Standaard Fast Snel...
Pagina 54
button Standaard instellingen, zie defaul hoofdstuk9.5 Toetsenvaststelling Toets gedeactiveerd Instelling weegeenheid, zie unit hoofdstuk11.4.1 Toepassing kiezen, zie mode hoofdstuk 10 HOLD functie uitvoeren, zie hoofdstuk11.3 hold * enkel voor de toepassing <Weging> Instellingen van PRE-Tare functie openen, zie hoofdstuk 11.2 f1-key ptare ...
Pagina 55
tarerg 100% Definitie van het maximale tarrabereik, mogelijk om 10% - Tarreerbereik 100% te selecteren. De waarde numeriek invoeren, zie hoofdstuk 3.2.2 ztrack Automatisch nul aanhouden [< 3d] Nul aanhouden Indien de hoeveelheid gewogen materiaal enigszins verminderd of vergroot wordt, kan het in de weegschaal geplaatste “compensatie- en stabilisatiemechanisme”...
Pagina 56
Modellen met ijking Overige niveaus / beschrijving Niveau 1 Niveau 2 Beschrijving Rs232 baud 1200 Communicatie Usb-d 2400 4800 9600 14400 19200 38400 57600 115200 128000 256000 7dbits data 8dbits None parity even 1sbit stop 2sbits none handsh protoc TKXC-TM-A-BA_IA-nl-2310...
Pagina 57
Print intfce Rs232 Interface RS232* Gegevensuit USB-d voer Interface USB* Interface WLAN* wlan * enkel met KUP aansluiting Optelmodus inschakelen/uitschakelen, zie hoofdstuk 15.3.1 prmode trig On, off Gegevensoverdracht nadat de knop manual PRINT wordt gedrukt. zie hoofdstuk15.3.2 autopr On, off Automatische gegevensoverdracht bij stabiele en positieve weegwaarde, zie hoofdstuk 15.3.3.
Pagina 58
LAYOUT On, off none Standaard layout On, off Model De modelnaam van de weegschaal uitvoeren Serial On, off Het serienummer van de user weegschaal uitvoeren Alibi geheugen- ALid identificatie uitvoeren date Gegevensuitvoer Time Tijd uitvoeren On, off Overdracht van wegingsprotocol volgens DPL Instellingen worden niet gewist reset...
Pagina 59
BEEPER keys Aan-/uitzetten akoestisch signaal nadat de toets is ingedrukt Geluidsignaal Check Akoestisch signaal uit Slow Langzaam ch-ok Standaard Fast Snel Cont. Continu Akoestisch signaal uit Slow Langzaam ch-lo Standaard Fast Snel Cont. Continu Akoestisch signaal uit Slow Langzaam ch-hi Standaard Fast Snel...
Pagina 60
button Standaard instellingen, zie defaul hoofdstuk9.5 Toetsenvaststelling Toets gedeactiveerd Instelling weegeenheid, zie unit hoofdstuk11.4.1 Toepassing kiezen, zie mode hoofdstuk 10 HOLD functie uitvoeren, zie hoofdstuk11.3 hold * enkel voor de toepassing <Weging> Instellingen van PRE-Tare functie openen, zie hoofdstuk 11.2 f1-key ptare ...
Pagina 61
datime -2022- Jaar invoeren Datum en tijd 12-31 daform Maand en dag invoeren 23. 5 9. 5 9 tiform Tijd invoeren (uur, minuut, seconde) units on, off Eenheden beschikbare Met deze functie wordt bepaald welke gewichtseenheden weegeenheden / beschikbaar moeten zijn in het menu van bepaalde toepassingseen toepassing <...
15 Communicatie met de randapparatuur 15.1 KERN Communications Protocol (interfaceprotocol van KERN) Via het KCP-systeem kunnen vele parameters en apparaat functies worden opgeroepen en gecontroleerd. KERN-eenheden met KCP kunnen gemakkelijk worden aangesloten op computers, industriële besturingen en andere digitale systemen. Een gedetailleerde beschrijving is te vinden in de handleiding "KERN Communications Protocol", beschikbaar in het downloadgedeelte op onze KERN- website (www.kern-sohn.com).
15.2 Alibi geheugen van KERN Bij geijkt wegen onder wettelijk toezichtdoor een aangesloten computer (bv. het afdrukken van een leveringsbron vanaf de computer in plaats van direct op een op de weegschaal aangesloten printer), wordt in het kader van consumentenbescherming op basis van de IJkwet een elektronische archivering op een geijkt geheugen aanbevolen die het manipuleren van de gegevens voorkomt.
15.3 Functies voor gegevensoverdracht 15.3.1 Optelmodus < sum > Met deze functie is het mogelijk om de afzonderlijke weegwaarden aan het optelgeheugen met de toets toe te voegen en deze na het aansluiten van de optionele printer te drukken. Functie activeren: In het configuratiemenu de instelling <...
Protocolsjabloon (KERN YKB-01N): Menuinstelling < prmode > < format > < short > Eerste weging Tweede weging Derde weging Aantal wegingen/ totaal Protocolsjabloon (KERN YKB-01N): Instelling van het menu < prmode > < weight > < sglprt > < on > Eerste weging Tweede weging Derde weging...
15.3.2 Gegevensoverdracht nadat PRINT < manual > wordt ingedrukt Functie activeren: Selecteer in het configuratiemenu de menu-instelling < print > < prmode > < trig > en bevestig met de toets . Voor handmatige gegevensuitvoer met de navigatietoetsen de menu-instelling <...
Selecteer in het configuratiemenu de menu-instelling < print > < prmode > < trig > en bevestig met de toets . Om continu gegevens over te dragen met de navigatietoetsen de menuinstelling < cont > kiezen en met de toets ➔ bevestigen. Met de navigatietoetsen ...
Pagina 68
Om het menu te verlaten op de navigatietoets herhaaldelijk drukken. Protocolsjabloon (KERN YKB-01N): format short format long TKXC-TM-A-BA_IA-nl-2310...
16 Onderhoud, werkprestatie, verwijderen Ontkoppel het apparaat van de bedrijfsspanning voordat met onderhoud, reiniging of reparatiewerkzaamheden wordt gestart. 16.1 Reinigen Men dient geen agressieve reinigingsmiddelen te gebruiken (oplosmiddel, e.d.) maar het apparaat enkel met een doekje reinigen met lichte zeeploog. De vloeistof mag het toestel niet binnendringen.
17 Hulp bij kleine storingen Bij storingen van programmaverloop dient de weegschaal kort te worden uitgeschakeld en van netwerk gescheiden. Vervolgens moet de procedure opnieuw worden gestart. Storing Mogelijke oorzaak • De weegschaal is niet ingeschakeld. Gewichtsaanduiding licht niet op. •...