A a n v u l l e n d e v e i l i g h e i d s i n f o r m a t i e
geïmplanteerd medisch apparaat, zoals een pacemaker of geïmplanteerde
hartdefibrillator, om mogelijke storing van het medische apparaat te voorkomen.
Personen met dergelijke apparatuur dienen de volgende richtlijnen na te leven:
• Houd het draadloos apparaat altijd minimaal 15,3 centimeter (6 inch)
verwijderd van het medische apparaat wanneer het draadloze apparaat is
ingeschakeld.
• Draag het draadloze apparaat niet in een borstzak.
• Houd het apparaat bij het oor aan de andere zijde van het lichaam dan de
zijde waar het medische apparaat zich bevindt, om de kans op storingen te
minimaliseren.
• Schakel het draadloze apparaat onmiddellijk uit als u vermoedt dat er een
storing is.
• Lees en volg de richtlijnen van de fabrikant van het geïmplanteerde medische
apparaat.
Als u vragen hebt over het gebruik van het draadloze apparaat met een
geïmplanteerd medisch apparaat, neemt u contact op met uw arts.
Gehoorapparaten
Sommige digitale draadloze apparaten kunnen storingen in bepaalde
gehoorapparaten veroorzaken. Neem contact op met uw serviceprovider als
u last hebt van dergelijke storingen.
■ Voertuigen
RF-signalen kunnen van invloed zijn op elektronische systemen in
gemotoriseerde voertuigen die verkeerd geïnstalleerd of onvoldoende
afgeschermd zijn (bijvoorbeeld elektronische systemen voor brandstofinjectie,
elektronische antislip- of antiblokkeer-remsystemen, systemen voor
elektronische snelheidsregeling of airbagsystemen). Raadpleeg de fabrikant,
of diens vertegenwoordiger, van uw voertuig of van hieraan toegevoegde
apparatuur, voor meer informatie.
Het apparaat mag alleen door bevoegd personeel worden onderhouden of in een
auto worden gemonteerd. Ondeskundige installatie of reparatie kan gevaar
opleveren en de garantie die eventueel van toepassing is op het apparaat doen
vervallen. Controleer regelmatig of de draadloze apparatuur in uw auto nog
steeds goed bevestigd zit en naar behoren functioneert. Vervoer of bewaar geen
brandbare vloeistoffen, gassen of explosieve materialen in dezelfde ruimte als die
waarin het apparaat zich bevindt of onderdelen of toebehoren daarvan. Voor
auto's met een airbag geldt dat de airbags met zeer veel kracht worden
136