Verschuiving referentie
Wanneer deze functie op ON wordt gezet, zal de thermostaatreferentie verschoven
worden met de in r40 ingestelde waarde. Deze functie kan ook geactiveerd worden
via ingangen DI1 en DI2 (definitie in o02 of o37)
Waarde voor verschuiving referentie
De thermostaatreferentie en alarmwaarden worden verschoven met deze waarde
wanneer de functie wordt geactiveerd. Geactiveerd worden via r39 of DI ingang
Alarm
De regelaar kan in verschillende situaties een alarm genereren. Als er een alarm is,
zullen alle LED's in de display knipperen en zal het alarmrelais schakelen.
Tijdvertraging van een temperatuuralarm (korte vertraging)
Als één van de twee alarmgrenzen A13 of A14 worden overschreden zal een timer-
functie worden gestart. Het alarm wordt actief als de ingestelde tijd is verstreken. De
tijdsinstelling is in minuten.
Tijdvertraging voor deuralarm
De tijdvertraging is in minuten.
De functie wordt gedefinieerd in o02 of o37.
Opstarttijdvertraging hoog temperatuuralarm (lange vertraging)
Deze tijdvertraging wordt gebruikt na opstart, tijdens ontdooiing en direct na een
ontdooiing.
Er vindt overschakeling plaats naar de normale vertraging (A03) als de temperatuur
onder de ingestelde hoge temperatuur alarmgrens komt.
Tijdsinstelling is in minuten.
Hoge temperatuur alarmgrens
Hier wordt de temperatuur ingesteld waarbij een alarm moet worden gegenereerd na
de tijdvertraging (A3 of A12). Instelling in °C. De ingestelde waarde wordt bij nacht-
verhoging met dezelfde instelling verhoogd (r13). Verlaging van de alarmgrens vindt
bij negatieve instelling van r13 niet plaats.
De alarmgrens wordt ook verschoven in connectie met de referentieverschuiving
(r39).
Lage temperatuur alarmgrens
Hier wordt de temperatuur ingesteld waarbij een alarm moet worden gegenereerd na
de tijdvertraging (A3). Instelling in °C.
De alarmgrens wordt ook verschoven in connectie met de referentieverschuiving
(r39).
Vertraging voor DI1 alarm
Een schakeling van de ingang resulteert in een alarm wanneer de tijdvertraging is
verstreken. Deze functie van DI1 wordt gedefinieerd in o02.
Vertraging voor DI2 alarm
Een schakeling van de ingang resulteert in een alarm wanneer de tijdvertraging is
verstreken. Deze functie van DI1 wordt gedefinieerd in o37
Temperatuursignaal voor alarmering (alarmsensor)
Hier moet de weging van de sensoren gedefinieerd worden die de alarmthermostaat
moet gebruiken. S3, S4 of een combinatie van beiden.
Met een instelling van 0% wordt S3 gebruikt en bij 100% wordt S4 gebruikt.
Compressor
Het compressorrelais volgt de thermostaat. Als de thermostaat koeling vraagt wordt
het compressorrelais ingeschakeld.
Minimum AAN en UIT tijden
Om teveel compressorschakelingen te voorkomen kunnen minimum AAN en UIT
tijden worden ingesteld.
Deze tijden worden genegeerd als bijvoorbeeld een ontdooiing wordt gestart.
Minimale AAN-tijd in minuten
AK-CC 210
Manual RS8EP510 © Danfoss 12-2015
r39
Th. offset
r40
Th. offset K
Night setbck
(start van nachtsignaal)
Forced cool.
(Start van geforceerde koeling)
Alarm settings
Met datacommunicatie kan de pri-
oriteit van de verschillende alarmen
gedefinieerd worden. De instelling
wordt uitgevoerd in het menu 'Alarm
destinations' .
A03
Alarm delay
A04
DoorOpen del
A12
Pulldown del
A13
HighLim Air
A14
LowLim Air
A27
AI.Delay DI1
A28
AI.Delay DI2
A36
Alarm S4%
Reset alarm
EKC error
Compressor control
c01
Min. On time
9