Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Ontdooisensor; Pumpdownvertraging; Ventilatorregeling Ventilator Stop Bij Thermostaatuitschakeling - Danfoss AK-CC 210 Gebruiksaanwijzing

Universele koelregelaar
Inhoudsopgave

Advertenties

Ventilatorstartvertraging na ontdooien
Instelling van de tijdvertraging voor het starten van de ventilator(en) na ontdooistop
en na afdruiptijd. (Tijdens deze vertraging zal het water aan de verdamper vastvrie-
zen)
Ventilator starttemperatuur
De ventilatoren kunnen ook op de, hier in te stellen, temperatuur (S5) inschakelen.
Als de ingestelde temperatuur niet wordt bereikt binnen de tijd van d07 zal op tijd
worden geschakeld.
Ventilator(en) ingeschakeld tijdens ontdooien
Keuze ventilator(en) AAN of UIT gedurende ontdooien.
0: Uit (ventilatoren draaien tijdens 'pump down')
1: Aan (uit gedurende 'Ventilatorvertraging')
2: Aan gedurende 'pump down' en ontdooiing. Daarna uit.

Ontdooisensor

Keuze ontdooisensor S4 of S5.
0: Geen ontdooisensor. Ontdooistop gebaseerd op tijd.
1: S5
2: S4

Pumpdownvertraging

Stel de tijd in waarin de verdamper wordt 'afgepompt' voor de ontdooiing.
Egalisatievertraging (alleen bij heetgas ontdooiing)
Tijdvertraging na een ontdooiing om de verdamperdruk te egaliseren via de bypass-
klep.
Ontdooien – op basis van koeltijd
Stel hier de maximale toegestane koeltijd zonder ontdooiing in. Zodra deze tijd
wordt overschreden, zal een ontdooiing worden gestart.
Met een instelling van 0 is deze functie niet actief.
Ontdooien – op basis van S5 temperatuur
De regelaar zal de effectiviteit van de verdamper volgen en zal, via interne berekenin-
gen en metingen van de S5 temperatuur, een ontdooiing starten als de variatie van
de S5 temperatuur te groot wordt.
Stel hier in hoe groot het 'verval' van de S5 temperatuur mag zijn. Zodra deze waarde
wordt overschreden, zal een ontdooiing worden gestart.
De functie kan alleen worden gebruikt bij 1:1 systemen waar de verdampingstem-
peratuur lager wordt om te garanderen dat de luchttemperatuur stabiel blijft. In
centrale systemen moet deze functie uit staan.
Met een instelling van 20 is deze functie niet actief.
Vertraging heetgas inspuiting
Kan gebruikt worden indien kleppen van type PMLX en GPLX worden gebruikt. De
tijd wordt zo ingesteld zodat de klep volledig dicht is voordat de heetgasinpuiting
wordt gestart.
Druk op de onderste toets om de ontdooiing temperatuur in de display uit te lezen.
Houdt de onderste toets vier seconden ingedrukt om een extra ontdooiing uit te
voeren.
Op deze manier kan ook een actieve ontdooiing worden gestopt.
De LED op de display geeft wanneer een ontdooiing actief is.
Ventilatorregeling
Ventilator stop bij thermostaatuitschakeling
Selecteer hier of de ventilatoren moeten stoppen bij uitgeschakelde thermostaat.
Vertraagde ventilator stop bij thermostaatuitschakeling
Als gekozen is voor ventilator stop bij thermostaatuitschakeling kan hier worden
ingesteld hoe lang de ventilatoren nog moeten doordraaien.
Ventilator stop op temperatuur
Deze functie stopt de ventilatoren als de hier ingestelde temperatuur aan de ont-
dooisensor wordt bereikt. (Om extra opwarming van bijvoorbeeld een vriescel te
voorkomen).
Herstart vindt plaats bij 2K onder de instelling.
Deze functie is niet actief gedurende het ontdooiproces of opstart na ontdooien.
Bij instelling op +50°C is de functie inactief.
AK-CC 210
Manual RS8EP510 © Danfoss 12-2015
d07
FanStartDel
d08
FanStartTemp
d09
FanDuringDef
d10
DefStopSens.
d16
Pump dwn del.
d17
Drain del
d18
MaxTherRunT
d19
CutoutS5Dif.
d23
--
Defrost temp.
Def Start
Start handontdooiing
Defrost Relay
Lees hier de status van het ontdooire-
lais of bedien het relais handmatig.
Hold After Def
Toont ON als de regelaar in werking is
met gecoördineerde ontdooistart.
Defrost State
Ontdooistatus
1 = pump down / ontdooiing
Fan control
F01
Fan stop CO
(Yes = Ventilator stopt)
F02
Fan del. CO
F04
FanStopTemp.
11

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave