Bedrading
4.1
Overzicht bedrading
Klembezetting
Sensoringang 2
RTD, Ω: 3- en 2-draads
TC, mV
Afb. 5: Bedraden van de koptransmitter
4.2
Aansluiten van de sensorkabels
Let erop bij het aansluiten van 2 sensoren, dat er geen galvanische verbinding
tussen de sensoren ontstaat. De daardoor optredende compensatiestromen
veroorzaken een aanmerkelijke vervalsing van de meting. De sensoren moeten
ten opzichte van elkaar galvanisch geschieden blijven, door elke sensor separaat
op een transmitter aan te sluiten. Het instrument waarborgt voldoende
galvanische scheiding (> 2 kV AC) tussen in- en uitgang.
Bij bezetting van beide sensoringangen zijn de volgende aansluitcombinaties mogelijk:
RTD of weerstands-
transmitter, twee-
draads
RTD of weerstands-
transmitter, drie-
Sensor-
draads
ingang 2
RTD of weerstands-
transmitter, vier-
draads
Thermokoppel (TC),
spanningstransmitter
12
Sensoringang 1
RTD, Ω: 4-, 3- en 2-draads
rood
(zwart)
rood
(zwart)
TC, mV
wit
(geel)
RTD of weer-
standstransmit-
ter, tweedraads
Â
Â
-
Â
rood
rood
wit
wit
Displayaansluiting/
service-interface
Sensoringang 1
RTD of weer-
RTD of weer-
standstransmit-
standstransmit-
ter, driedraads
ter, vierdraads
Â
Â
-
Â
TMT85
Busaansluiting en
voedingsspanning
A0007285-NL
Thermokoppel
(TC), spannings-
transmitter
Â
-
-
Â
-
-
Â
Â
Endress+Hauser