1
1
.
0
B
R
A
N
D
‐
E
N
1
1
.
0
B
R
A
N
D
‐
E
N
LCD
LED
LCD
LED
Gebruikshandleiding EVO641/EVO641R + DGP2-641BL/DGP2-641RB –090204/01
I
N
B
R
A
A
K
A
L
A
R
I
N
B
R
A
A
K
A
L
A
R
11.1 STANDAARDBRANDZONE
Tijdens een brandalarm produceert de bel/sirene een onderbroken geluid (BEEP‐BEEP‐BEEP)
tot het afgezet of gereset wordt. Als de zone een standaardbrandzone is, kan het systeem
onmiddellijk een alarmsignaal naar de meldkamer sturen.
Om een loos alarm te deactiveren:
1. Voer uw [ACCESS CODE] (toegangscode) in op het klavier.
2. Bel snel naar de meldkamer om de verantwoordelijke het loze alarm te melden.
De brandzone kan automatisch worden gereset zodra het probleem opgelost is. Als dit
niet gebeurt, drukt u gelijktijdig op de knoppen [CLEAR] en [ENTER] en houdt u ze
gedurende twee seconden ingedrukt.
11.2 VERTRAAGDE BRANDZONE
Als de zone een vertraagde brandzone is, verstrijkt een automatische vertraging vooraleer
het systeem de meldkamer contacteert. Zie figuur 7 op pagina 30 om onnodige rapportering
van loze alarmen te voorkomen.
Als het brandalarm per ongeluk in werking wordt gesteld:
1. Druk binnen de 30 seconden na het alarm op de knop [CLEAR].
2. Verhelp het probleem in het bereik (d.w.z. verdrijf de rook rond de rookdetector).
3. Als het probleem na 90 seconden nog steeds bestaat, zal het alarm opnieuw in werking
treden. Druk opnieuw op [CLEAR].
4. Het systeem zal het melden van het alarm nog eens 30 seconden uitstellen.
Als u het loze alarm niet kunt stoppen, zal het systeem een alarmsignaal sturen.
Bel naar de meldkamer om de verantwoordelijke het loze alarm te melden.
De brandzone kan automatisch worden gereset zodra het probleem opgelost is. Als dit
niet gebeurt, drukt u gelijktijdig op de knoppen [CLEAR] en [ENTER] en houdt u ze
gedurende twee seconden ingedrukt of overleg met de installateur.
11.3
TIPS VOOR BRANDVEILIGHEID
Hoe zorgt u er voor dat u voorbereid bent op een brand in uw woning of zaak?
• Zorg dat iedereen weet dat hij/zij eerst zichzelf in veiligheid moet brengen en daarna hulp
Inroepen.
• Stel een brandevacuatieplan op en duid buiten een verzamelplaats aan.
• Houd regelmatig brandoefeningen.
• Voorzie, indien mogelijk, voor elke ruimte twee mogelijke evacuatiemanieren.
• Oefen evacuatie naar buiten met gesloten ogen.
• Geef iedereen instructies om nooit rechtop te staan tijdens een brand, maar steeds onder
de rook te kruipen en de mond bedekt te houden.
• Geef iedereen instructies om nooit terug te keren naar een gebouw dat in brand staat, om
geen enkele reden; het kan de persoon zijn/haar leven kosten.
• Controleer regelmatig de rookalarmen. Rookalarmen die goed werken, verhogen voor
iedereen aanzienlijk de kans op overleven.
M
E
N
M
E
N
29