6
.
0
T
O
E
G
A
N
G
6
.
0
T
O
E
G
A
N
G
Via de toegangscodes krijgen de gebruikers toegang tot het systeem. Uw systeem ondersteunt tot 999
toegangscodes voor gebruikers. Aan de codes wordt een gebruikersnummer tussen 002 en 999 toegekend
(gebruikersnummer 001 is de systeemmastercode). De installateur zal de toegangscodes voor de gebruikers zo
programmeren dat ze uit vier, zes cijfers of variabelen van één tot zes cijfers bestaan. Elk cijfer kan tussen nul en
negen liggen. Als de installateur uw systeem zo geprogrammeerd heeft dat het een variabele codelengte
accepteert, moet u op de [ENTER] ‐toets drukken nadat u uw toegangscode hebt ingevoerd.
LCD
LED
LCD
LED
Gebruikshandleiding EVO641/EVO641R + DGP2-641BL/DGP2-641RB –090204/01
S
C
O
D
E
S
S
C
O
D
E
S
6.1
SYSTEEMMASTERCODE (standaard 123456)
De systeemmastercode verleent u toegang tot alle functies die in uw systeem beschikbaar is
en biedt u ook de mogelijkheid om eventueel toegangscodes voor gebruikers toe te voegen,
te wijzigen of te wissen. We raden u aan om deze code te wijzigen zodat anderen geen
toegang tot het systeem kunnen krijgen en zonder toestemming opties kunnen wijzigen. De
installateur kan uw systeemmastercode zo instellen dat ze uit 4 of 6 cijfers bestaat.
Om de systeemmastercode te wijzigen :
1. Voer de huidige [System master code] (systeemmastercode) in (standaard 123456)
2. Druk op de knop [0]
3. Druk op de knop [ACC]
4. Voer de cijfers [0] [0] En [1] in.
5. Voer een [New code] (nieuwe code) in.
6. Druk op de [ENTER] –toets om te bewaren en het programma te verlaten.
De systeemmastercode biedt toegang tot alle toegangsdeuren en alle toegangscontrole‐
functies en dat op elk tijdstip. Enkel het serienummer van de kaart en de gekozen
activeringsmethode kunnen worden gewijzigd. Als de andere opties manueel worden
gewijzigd, zal de mastercode onmiddellijk op de origineelgeprogrammeerde worden
teruggezet.
U kunt aan de toegangscode van een gebruiker een label (naam) toewijzen en dat op elk
punt tijdens de procedure "Toegangscodes van gebruikers programmeren". Zie onderdeel 6.4
op pagina 16 voor het toewijzen van een gebruikerslabel.
6.2
GEBRUIKERSOPTIE KOPIEREN
Met deze functie kunt u de gebruikersopties, toegangscontroleopties en toewijzingen van
bereiken van de ene toegangscode van een gebruiker naar de andere kopiëren. Alle
gebruikersoptie worden gekopieerd, behalve de gebruikersocde de kaarttoewijzing en het
gebruikerslabel.
Om gebruikersopties te kopiëren :
1. Voer uw [ACCESS CODE] (toegangscode) (systeemmastercode of toegangscode van de
bebruikers via de master functie in).
2. Druk op de knop [0] en vervolgens op de toets [ACC]
3. Voer het 3‐cijferige gebruikersnummer in waar u de opties NAAR wilt kopiëren.
4. Druk op de toets [MEM]
5. Voer het 3‐cijferige gebruikersnummer in VANWAAR u de opties wilt kopiëren.
6. Voer een gebruikerscode in. Als de gebruikerscode een variabele lengte heeft, druk u op
de toets [ENTER] nadat u de gebruikersocde ingevoerd hebt. Ken, indien nodig, een
toegangskaart (stap 9 (of 13) in onderdeel 6.5.1 op pagina 17) en een gebruikerslabel
(zie onderdeel 6.3 op pagina 14).
7. Druk op de [ENTER] ‐toets om te bewaren en het programma te verlaten.
13