LCD
LED
1
Voer [MASTERCODE] in
Programmeermodus openen :
2
Druk op [0] gevolgd door [ACC]
3
Selecteer gebruiker
Voer gewenste gebruikerscode
4
in
Gebruikersopties
5
Druk op de toets [ ]
6
Gebruikersbereiken toewijzen
Druk op de toets [ ]
7
Toegangsniveau en –rooster
toewijzen. Cijfer invoeren
Druk op de toets [ ]
Toegangscontrole
8
gebruikersopities
Druk op de toets [ ]
Toegangskaart toewijzen
9
Afstandsbediening toewijzen
10
11
Gebruikerslabels
Druk op [ENTER] of op de toets
[ ] om te bewaren en verder te
gaan naar de volgende gebruiker
Gebruikshandleiding EVO641/EVO641R + DGP2-641BL/DGP2-641RB –090204/01
6.5.1 Gebruikersintellingen programmeren
Waarbij sectie [002] tot [999] voor gebruiker nummer 002 tot 999 staat.
Druk op [ ] om door de lijst te scrollen of op [BYP] om de volgende beschikbare gebreuiker te
zoeken (EVO641 / EVO641R)
Gebruikersopties (vet = standaardinstelling)
[1]
UIT
AAN
AAN
[3] Onder dwang
[4] Overbrugging
[5] Enkel activeren
[6] Omtrekzone & onmiddelijk
[7] Geforceerd
[8] Uit = enkel toegang to klavierpartites.
Aan = toegang tot om het even weldke aan de gebruiker toegewezen partitie.
Gebruikerscodebereiken toewijzen (*)
[1] Gebruikerscode heeft toegang tot Bereik 1
[2] Gebruikerscode heeft toegang tot Bereik 2
[3] Gebruikerscode heeft toegang tot Bereik 3
[4] Gebruikerscode heeft toegang tot Bereik 4
Toegangsniveau en –rooster
(00) (00)
Eerste waarde tussen haakjes
Toegangsniveau = voer een niveau van 00 (standaard)
Tot 15 (00 = toegang tot alle deuren)
Gebruikersopties toegangscontrole (standaard : alle opties UIT)
[1] Toegangscontrole
d'une fenêtre de tolérance à l'horaire
[2] Kan deactiveren met toegangskaart
[3] Toegangscode met verlengde
[4]
UIT
AAN
UIT
AAN
Toegangskaart toewijzen
Voer het serienummer van de toegangskaart manueel in of houd de kaart voor de aan het kavier
verbonden lezer.
Afstandsbediening toewijzen (De draadloze uitbreidingsmodule EVO641 / EVO641R en MG‐RTX3
moeten deel uitmaken van het systeem).
Voer het serienummer van de afstandsbediening manueel in of druk twee maal op een knop van
de afsandsbediening.
Gebruikerslabels (*)
Voer een nieuw gebruikerslabel in.
Voor gedetailleerde instructies, zie pagina 14.
(*) De standaardinstelling hangt van de aan de gebruiker die programmeert toegewezen patities af. Als een
gebruiker (met masterfunctie) die aan partitie 1 en 2 toegewezen is bijvoorbeeld een gebruikerscode
programmeert, zullen partitie 1 en 2 de standaardinstelling zijn voor de nieuwe gebruiker.
Opmerking :
Als geen bereik toegewezen wordt en als de installateur programmeerbare output (PGM) geprogrammeerd
heeft, kan de gebruiker enkel de PGM beheren. Zie onderdeel 9.1 op pagina 25 voor meer gedetailleerde uitleg
over PGM.
[2]
Masterfunctie
UIT
Gedeactiveerd
UIT
Master – gebruiker kan enkel toegangscodes voor gebruikers programmeren.
AAN
Full Master – gebruiker kan toegangscodes voor gebruikers, opties en
toewijzingen programmeren.
Opmerkingen:
[5]
Activeren met kaart
UIT
Deactiveren
UIT
Normale activering
AAN
Activeren van de omtrekzones
AAN
Geforceerd activeren
Opmerking :
Elke optie wordt verondersteld AAN te staan als het
nummer tussen de haakjes verschijnt.
Voor een gedetailleerde beschrijving van de
-
gebruikersopties, zie onderdeel 6.6 op pagina 18.
Standaard kunnen alle gebruikers het systeem normaal
-
activeren.
[5] Gebruikerscode heeft toegang tot Bereik 5
[6] Gebruikerscode heeft toegang tot Bereik 6
[7] Gebruikerscode heeft toegang tot Bereik 7
[8] Gebruikerscode heeft toegang tot Bereik 8
Tweede waarde tussen haakjes
Rooster = voer een niveau van 00 (standaard) tot
15 in (00 = toegang op elk tijdstip toegestaan)
[6] Tolerantievenster aan rooster toevoegen
[7] Toegangscode volgt rooster
[8] UIT : Toegangkaart ontgrendelt deur en
deactiveert systeem
AAN: Toegangskaart ontgrendelt deur en voor
deactiveren vereiste toegangscode.
Opmerking
Voor een gedetailleerde
beschrijving 6.7 op pagina 19
17