11
Bijzondere aanwijzingen voor
gebruik in een explosieve omgeving
en bedrijfsveiligheid
11.1
Algemene opmerkingen
De detectors OLC/OLCT 100 voldoen aan de eisen van de Europese richtlijn ATEX
2014/34/UE inzake explosieve stof en gasomgevingen. Dankzij de testen van de metrologische
prestaties, uitgevoerd door de erkende organisatie INERIS (lopende), zijn de detector-zenders
OLC/OLCT 100, bestemd voor het meten van explosieve gassen, geklasseerd als
veiligheidsinrichtingen volgens de betekenis van de Europese richtlijn. Zij kunnen op deze manier
bijdragen aan het beperken van de risico's op explosiegevaar.
De gegevens die in de volgende paragrafen worden beschreven, moeten in rekening worden
gebracht en nageleefd door de verantwoordelijke van de site waar deze apparatuur zich
bevindt. Wat betreft de doelstelling om de veiligheid en gezondheid van werknemers te
verbeteren die worden blootgesteld aan explosieve omgevingen, verwijzen we naar de
Europese richtlijn ATEX 1999/92/EG.
De OLC/OLCT 100 detectors voldoen eveneens aan de eisen van Internationaal
certificatieschema IEX Ex, inzake explosieve stof en gasomgevingen.
Er kunnen twee beschermingsmodi worden gebruikt:
• De beschermingsmodus met gebruik van brandbestendige behuizing 'db' voor
gasvormige explosieve atmosferen, of behuizing 'tb' voor explosieve stofatmosferen.
• De intrinsiek veilige beveiligingsmodus 'ia' voor gasvormige explosieve of stofatmosferen.
11.2
Kabelingangen
De wartels moeten explosiebestendig ('d' of 'db') zijn voor explosieve omgevingen. De
kabelingangen zullen een beschermingsgraad hebben van ≥ IP 66 en zullen worden
geïnstalleerd conform de ICE/EN 60079-14-norm, de van kracht zijnde uitgave en eventueel
ook volgens bijkomende eisen opgelegd door plaatselijke of nationale reglementeringen.
De gebruikte kabels moeten een toegelaten gebruikstemperatuur hebben van minstens 80 °C.
NPO100DU
Revision M.0
DETECTOR EXPLOSIEMTER DETECTIEAPPARAAT EN ZENDER
VOORTOXISCH GAS EN ZUURSTOF
OLC/OLCT 100
GEBRUIKSAANWIJZINGVANL
53