3
Installatie
Het wordt aanbevolen om de handleidingen door te nemen voor installatie, gebruik en
onderhoud van ontvlambare gasdetectors en zuurstofdetectors (norm EN/IEC 60079-
29-2) en toxische detectors (norm EN 45544-4).
De installatie dient te worden uitgevoerd conform de heersende normen, de klassering
van het gebied, in overeenstemming met de normen EN/IEC 60079-14, EN/IEC
61241-14, de van kracht zijnde uitgaven of andere nationale en/of plaatselijke
normen.
3.1
Reglementering en gebrulksvoorwaarden
• De installatie moet in overeenstemming zijn met de van kracht zijnde reglementering voor
installaties in explosieve omgevingen, met name de normen IEC/EN 60079-14 en
IEC/EN 60079-17 (van kracht zijnde uitgaven) of conform de andere nationale normen.
• Doorgaans staan de omgevingstemperaturen, voedingsspanningen en vermelde
vermogens in dit document in verhouding tot de beveiliging tegen explosiegevaar. Het
betreft hier niet de werkingstemperaturen van de detector.
• Gebruik van de apparatuur is toegestaan in de zones 0, 1, 2, 20, 21 en 22 en voor
omgevingstemperaturen tussen -40 ° C tot + 70 °.
• De detectiecel die in de zender zit vervat, dient steeds in contact staan met de
omgevingslucht. Dientengevolge:
- De detector niet afdekken.
- De detector niet overschilderen
- Vermijd stofafzetting
3.2
Benodigd materiaal
• Volledige detector.
• Vereiste verbindingskabel.
• Multimeter (indien nodig met intrinsieke veiligheid).
• Gereedschap.
• Bevestigingsmateriaal
NPO100DU
Revision M.1
DETECTOR EXPLOSIEMTER DETECTIEAPPARAAT EN ZENDER
VOORTOXISCH GAS EN ZUURSTOF
OLC/OLCT 100
GEBRUIKSAANWIJZINGVANL
7