oefenen op de hoepels. Gebruik dan wel handschoenen of andere bescherming in verband met
verbranding van de handen door de wrijving van de hoepels in de handen. Gebruik nooit de
remmen om de snelheid te verlagen of om te stoppen. Wanneer u dit doet is het mogelijk dat u
de controle over de rolstoel verliest of kantelt.
Het verplaatsen (maken van transfers of overstappen)
waarschuwing:
Wanneer u deze waarschuwingen niet opvolgt, kan dit resulteren in vallen of omkiepen, waardoor
ernstig persoonlijk letsel kan ontstaan.
1. Het verplaatsen vereist een goede balans en behendigheid en kan zeer gevaarlijk zijn. Denk
eraan, dat er gedurende het verplaatsen een moment is dat de rolstoel niet onder u is.
2. Om vallen te voorkomen dient u:
a. te leren hoe u uw lichaam dient te positioneren en hoe u zich zelf moet
ondersteunen tijdens het verplaatsen.
b. met uw therapeut of ter zake kundige adviseur een methode voor veilig verplaatsen
te leren.
c. iemand bij u te hebben die u kan helpen, totdat u er zeker van bent dat u veilig zelf
kunt verplaatsen.
Stoepranden en opstapjes
waarschuwing:
Wanneer u deze waarschuwingen niet opvolgt kan dit resulteren in vallen of omkiepen, waardoor
ernstig letsel bij u of andere mensen kan ontstaan.
1. Rij nooit alleen een stoeprand of opstapje op of af tenzij u
een geoefende rolstoelgebruiker bent en veilig een
'wheelie' kunt maken of u er zeker van bent dat u
hiervoor over de benodigde kracht van het bovenlichaam
beschikt.
2. Probeer niet om een hoge stoeprand of opstap (hoger
dan 10 cm) zonder hulp op te rijden, uw rolstoel kan over
zijn balanspunt komen en achterover kiepen. (figuur 18)
3. Rijdt altijd recht (haaks) een stoeprand op of af. Als u
onder een hoek aan zou rijden, komt de rolstoel schuin
te staan met groot risico van vallen.
Figuur 19: Maximale stoeprand / afstap
27