P
ROBLEMEN MET DE SOFTWARE
Het afdrukproces wordt bepaald door de software (besturingsomgeving, toepassingen en
printerstuurprogramma's). Zorg dat u het juiste stuurprogramma voor uw printer hebt
geselecteerd. Raadpleeg de bij de software horende documentatie voor meer informatie.
SYMPTOOM
De afdruk is
vervormd.
De uitvoersnelheid
van de printer is
lager dan
aangegeven.
De bovenmarge
wordt op iedere
pagina steeds groter.
P
ROBLEMEN MET DE HARDWARE
SYMPTOOM
Een afbeelding wordt
deels op de ene en
deels op de andere
pagina afgedrukt.
Wanneer u probeert
af te drukken
gebeurt er niets
maar de printer is
gereed om gegevens
te ontvangen.
Er worden
onbekende tekens
afgedrukt.
De printer loopt vast
of toont een
foutbericht wanneer
u de computer
opnieuw start.
Luchtjes.
PROBLEEM
Onjuist stuurprogramma
geïnstalleerd.
Vertragingen in het
afdrukken worden vaak
door de toepassing
veroorzaakt. Soms
worden vanwege de
geselecteerde
lettertypen en de wijze
waarop deze naar de
printer worden gestuurd
documenten met alleen
tekst langzaam
afgedrukt.
Opschuivende tekst. Het
aantal regels per pagina
in de software is niet
gelijk aan het aantal
regels per pagina in de
printer.
PROBLEEM
Onvoldoende
printergeheugen voor
een afbeelding met deze
resolutie.
Configuratiefout.
Verkeerde
kabelconfiguratie. Zie
tevens Problemen met
de software.
Wanneer u de computer
opnieuw start en de
printer is ingeschakeld,
kan een
communicatiefout
optreden.
Formulieren of
zelfklevende enveloppen
die door de hete fuser
worden gevoerd,
veroorzaken luchtjes.
Problemen oplossen > 64
OPLOSSING
Installeer het juiste stuurprogramma.
Gebruik voor de tekst in uw document een
printerlettertype om de maximale
afdruksnelheid te bereiken.
In veel softwarepakketten wordt uitgegaan
van 66 regels per pagina maar de
standaardinstelling van de printer is 64.
Wijzig dit in de software of stel REGELS per
PAGINA op het softwarebesturingsscherm
in op hetzelfde aantal regels per pagina in
de software.
OPLOSSING
Wijzig de resolutie, verklein de
afbeeldingsgrootte of installeer meer
geheugen in de printer.
Controleer de kabelaansluiting. Als u meer
dan één printer gebruikt, controleert u of u
uw printer hebt geselecteerd.
Controleer de configuratie en de lengte van
de kabel, en of deze niet is beschadigd.
Schakel de printer uit voordat u de
computer opnieuw start.
Zorg ervoor dat het materiaal dat u
gebruikt bestand is tegen hitte en zorg
voor een goede ventilatie.