5. Inbedrijfstelling
Parameter Beschrijving
Concentratie antivries
GEL%
Handbediening
MAN
Software versie
XXX
(1) De parameter is afgesteld op On als de sanitair warmwatersensor S3 is aangesloten
44
Instelbereik
Instelbaar
per
20 / 70 %
1
Auto / 1 On / 1
OF
5.5.3.
n Verschil referentietemperatuur - DT
De regeling registreert de temperatuur die is gemeten door de
sensoren TC en TR en vergelijkt de temperatuurverschillen met het
verschil voor de inschakeling dat is voorgedefinieerd op 6 K. Om zo
snel mogelijk zo warm mogelijk water te kunnen produceren, probeert
de regeling een temperatuurverschil van 20 K (fabrieksinstelling)
tussen de collector en de boiler te bereiken.
M000393-B
n Zelfkalibratiefase - tu
Wanneer de zonnecollector de minimumtemperatuur CMIN bereikt
en het vooraf bepaalde temperatuurverschil van 6K met de
temperatuur van het warmwatertoestel, schakelt de regelaar de
circulatiepomp op zonne-energie in op vol vermogen voor de door de
parameter tu bepaalde periode. Tijdens deze fase worden de
eventueel in de zonnecollectoren aanwezige luchtbellen afgevoerd
naar het solarstation dankzij de hoge circulatiesnelheid in de buizen,
M000397-B
en geëlimineerd door de ontluchter.
n Richttemperatuur van het warmwatertoestel - SX
De richtwaarde SX is de gewenste temperatuur voor het
I
warmwatertoestel. Hoe hoger de richttemperatuur van het
warmwatertoestel, hoe meer energie er opgeslagen is. De instelling
op 60°C is geschikt voor een normaal gebruik met dagelijks aftappen.
OPGELET
M002799-A
Bij lange afwezigheid is het aan te raden de
richttemperatuur van het zonnewarmwatertoestel te doen
zakken tot 45°C. Tijdens de periodes dat men aanwezig
is, moet de richttemperatuur ingesteld zijn op 60°C.
Fabrieksinstelling Opmerkingen
45
AUTO
Beschrijving van de
installateursinstellingen
150SE-1S
Indien GELT = 1 of 2
Auto: Automatische modus
4
1 On: Zonnepomp
4
ingeschakeld
1 OF: Zonnepomp
4
uitgeschakeld
27/04/2016 - 7606881-05