4. Installatie
1
2
22
Indien de plaatsingscriteria voor een optimale ontluchting niet
gerespecteerd kunnen worden, dient men over te gaan tot het
plaatsen van een ontluchter met manuele bediening R op de hoogste
plaats(en) van de zonneinstallatie.
4
A
Z
E
R
3
M001755-A
n Aansluiting
4 Het gebruik van een ijzerzaag is verboden.
4 Aansluiting van de buizen door middel van klemringen.
4 Hardsolderen: toegevoegd soldeermetaal zonder vloeimiddel
volgens DIN EN 1044, bijvoorbeeld LAg2P of L-CuP6.
4 Schroefkoppelingen: enkel te gebruiken indien zij bestand zijn
tegen glycol, tegen druk (6 bar naargelang de uitvoering) en tegen
uiteenlopende temperaturen (-30 °C, 180 °C) (aanduiding van de
M001756-A
fabrikant).
4 Afdichtmateriaal: Hennep.
4 Press fitting (6 bar, 140 ºC).
n Isolatie van de leidingen
Ideaal
Onjuist (hoge punt niet afgetapt)
Juist (hoge punt afgetapt)
Plaats van het ontluchter met manuele ontluchting
OPGELET
Zachtsolderen is niet toegestaan.
Het gebruik van een vloeimiddel werkt corrosievorming in
de hand in installaties die werken op basis van
propyleenglycol als warmtegeleidende vloeistof. In alle
gevallen is het doorspoelen van de buizen noodzakelijk.
OPGELET
Om de isolatie tegen mechanische invloeden te
beschermen, tegen vogels en tegen UV-licht, dient een
versterking te worden aangebracht bovenop de
thermische isolatie ter hoogte van het dak, bestaande uit
een aluminium mof of uit zelfklevende aluminium tape.
Deze bijkomende versterking dient afgedicht te zijn met
behulp van siliconen.
150SE-1S
27/04/2016 - 7606881-05