Fortena – Gebruikershandleiding
Richtlijnen voor de bediening van het systeem
Eerste gebruik van het systeem
OPMERKING:
De olie op de nieuwe ketting en goten vertraagt in het begin het voertransport.
1.
Vul het nieuwe systeem bij de ingebruikname met doses van 5 kg voer totdat er ongeveer 25 kg voer in het systeem
zit.
GEVAAR:
Steek uw handen nooit in de vultrechter tijdens het vullen van het systeem.
2.
Schakel het systeem in tot het voer verdeeld is.
3.
Herhaal stap 1 en 2 tot het hele circuit gevuld is. Op die manier:
-
Test het systeem en controleer of het circuit correct is geïnstalleerd.
-
Raakt u vertrouwd met het systeem.
-
Test of de kettingspanning juist is. Als dit niet het geval is, raadpleeg dan
(page
I-15).
OPMERKING:
•
Te hoge spanning: ketting loopt met schokken of niet constant.
•
Te lage spanning: ketting stuitert omhoog na de aandrijfeenheden.
OPMERKING:
Als u wat roet aantreft aan de binnenkant van de goten of op de ketting, raden wij aan de eerste 5 kg
voer te mengen met ± ¼ l maïsolie. Dit voorkomt ruis en trillingen tijdens het opstarten.
OPMERKING:
Breng de stal en het strooisel minstens 24 uur voor de aankomst van de dieren op de juiste
temperatuur.
Praktische gegevens over het gebruik van het systeem tijdens de productieperiode
De grille bovenaan de goot maakt het mogelijk hanen en hennen gescheiden te voeren.
Voordat de dieren in de stal komen
•
Laat het systeem draaien en controleer op problemen. Als er problemen zijn, is het belangrijk deze aan te pakken
voordat de dieren er zijn.
•
Zorg ervoor dat de circuits stevig en waterpas zijn.
•
Zorg ervoor dat de vultrechters en trechters in de juiste positie staan.
•
Controleer of er geen bouten zijn losgekomen.
•
Controleer het toevoersysteem op lekken of verstoppingen.
•
Controleer de ketttingspanning.
•
Zorg ervoor dat er niets meer in de goot zit dat het systeem kan blokkeren.
•
Zorg ervoor dat de trechters schoon en droog zijn.
•
Kalibreer de weger. Nauwkeurig wegen van het voer is van cruciaal belang om te voorkomen dat de ronde te veel of
te weinig wordt gevoerd.
•
Stel de capaciteitsregelaar correct in.
10
Roxell – 003 – 4822
Spannen en vervangen van de ketting