2.2.2 Plaatsen Remeha Aquanta
Aan de onderzijde van de Aquanta bevinden zich vier stelbou-
ten. Met de voorste twee stelbouten is de Aquanta waterpas (±
12 mm) te stellen.
• Bepaal aan de hand van de richtlijnen en de benodigde
opstellingsruimte de juiste plaats voor montage van de
Remeha Aquanta.
• Houd bij de bepaling van de juiste opstellingsruimte reke-
ning met de toegestane positie van de rookgasafvoer- en/of
luchttoevoeruitmonding.
• De vloer moet het gewicht van de Aquanta (gevuld ca. 200
kg.) kunnen dragen en moet voldoende stabiel zijn.
• De ruimte moet vorstvrij zijn.
• De Aquanta moet waterpas staan!
• Om de Aquanta tijdens plaatsingwerkzaamheden te
beschermen tegen vervuiling door bouwstof, dient u de
luchttoevoer- en rookgasafvoeraansluitingen af te dekken.
• Licht ontvlambare materialen of vloeistoffen mogen niet in
de buurt van het toestel worden opgeslagen of gebruikt.
• Bij de Aquanta moet een wandcontactdoos met randaarde
(binnen een afstand van 1 m) en een aansluiting op het
riool (niet hoger dan 450 mm van de opstelplaats) voor de
condensafvoer aanwezig zijn.
LT.NL.CZ1.000.105
8
Remeha Aquanta