Geen water in de ketel
é[7
of pomp draait niet
é[8
Ventilator fout
Geen doorstroming
é10
tijdens ontluchtings-
cyclus
é12
Controlefout WTW-unit
Smeltbeveiliging van de
é13
warmtewisselaar is aan-
gesproken
é43
Parameter grenzen
é44
Parameter checksum
é45
Default parameters
tabel 13 Storingscodes
• Te weinig water.
• Geen doorstroming.
• Te veel lucht in de installatie.
• Ventilator draait niet
• Ventilator blijft draaien
• Te weinig water.
• Te veel lucht in de installatie.
• Geen doorstroming.
• WTW uitgevallen
• Koppelstuk blijft open staan
• Warmtewisselaar defect
• Te weinig water.
• Geen doorstroming.
• Te veel lucht in de installatie.
• Parameterinstellingen staan
niet goed
• Parameterinstellingen staan
niet goed
• Parameterinstellingen kunnen
niet op default worden terug-
gezet
44
Remeha Aquanta
• Controleer de minimale waterdruk; lees de manometer
af.
• Controleer de werking van de pomp; met een schroe-
vendraaier as gangbaar maken; gaat dat goed maar
pomp reageert nog niet controleer dan de bedrading
van de pomp; is die goed dan is pomp defect.
• Ontlucht de installatie en ketel (draai de dopjes los
van de automatische ontluchters op de pomp en lucht-
afscheider)
Controleer:
• werking ventilator;
• bedrading en aansluiting van de ventilator.
Controleer:
• werking ventilator;
• bedrading en aansluiting van de ventilator;
• natuurlijke schoorsteentrek.
• Controleer de minimale waterdruk; lees de manometer
af.
• Ontlucht de installatie en ketel (draai de dopjes los
van de automatische ontluchters op de pomp en lucht-
afscheider)
Controleer;
• de werking van de pomp; met een schroevendraaier
as gangbaar maken; gaat dat goed maar pomp rea-
geert nog niet controleer dan de bedrading van de
pomp; is die goed dan is pomp defect.
• Of de radiatorkranen in de cv-installatie zijn geopend.
Controleer:
• werking WTW-unit;
• verbindingskabel tussen WTW-unit en ketel
Controleer:
• stekker en bekabeling van smeltveiligheid op de warm-
tewisselaar;
• vervang warmtewisselaar pas na verhelpen van moge-
lijke oorzaak.
• Controleer de minimale waterdruk; lees de manometer
af.
• Controleer de werking van de pomp; met een schroe-
vendraaier as gangbaar maken; gaat dat goed maar
pomp reageert nog niet controleer dan de bedrading
van de pomp; is die goed dan is pomp defect.
• Ontlucht de installatie en ketel (draai de dopjes los
van de automatische ontluchters op de pomp en lucht-
afscheider)
• dF en dU code opnieuw programmeren (= herstel)
• Controleren en herstellen met Recom, als herstel niet
lukt; vervang automaat
• dF en dU code opnieuw programmeren (= herstel)
• Controleren met Recom; als herstel niet lukt; vervang
automaat
• Vervang automaat
* Herplaats de (nieuwe) sensoren maximaal 40 mm onder de
warmtewisselaar.