2.
Gebruik de
geledigd (altijd, nooit of alleen nadat dit is gevraagd) nadat de operator een job heeft
gewijzigd.
3.
Druk op de knop [OK] om de wijzigingen te accepteren.
Systeemuitvoer
U kunt als volgt de uitvoermodus voor een geselecteerde job wijzigen:
1.
Gebruik de pijlen naast "Selecteer job" om te kiezen voor welke job (Job 1-25 of
Automatisch) u wijzigingen wilt aanbrengen.
2.
Gebruik de
wijzigen.
Modus 1 richt zich op de veelzijdigheid van papierparameters (papierdikte,
documentlengte), dat wil zeggen, op een correcte verwerking zelfs onder extreme
papieromstandigheden.
Modus 2 is de standaardmodus, richt zich op hoge snelheden en wordt als volgt
bereikt:
- Bij multi-invoer (meer dan één pagina van één feeder) zal de beweging op de
verzamelplaat minimaal zijn. In modus 1 wordt de omleidingseenheid gebruikt
om het verzamelproces te voltooien.
- Tijdens het transport van een set van de verzamelplaats naar de powerFold
gaat de volgende set al naar de verzamelplaats. Dit resulteert in sets die elkaar
tijdelijk overlappen in twee verschillende transportrichtingen. In modus 1 heeft
de set de verzamelplaats verlaten voordat de volgende set de verzamelplaats
binnenkomt.
- Anticipatiesignaal voor de envelop wordt gebruikt. Dit betekent dat een
(gevouwen) set de powerFold al verlaat voordat de envelop klaar ligt op de
invoegpositie. In modus 1 is de envelop al op de invoegpositie voordat de set
de powerFold verlaat.
Het is aan te bevelen modus 1 te gebruiken bij een papierdikte van 65 gr/m2 of minder,
een documentlengte van 305 mm of meer en in situaties waarin modus 2 niet goed
functioneert. In alle andere gevallen wordt modus 2 aanbevolen.
naast "Job wijzigen" om in te stellen of enveloppen moeten worden
naast Uitvoer om de uitvoermodus voor de geselecteerde job te
6
69