KEystOnE OPTISEAl FIg. 14/16 - 15/17 EN BREWSEAl VlINDERklEPPEN
Handleiding voor installatie en onderHoud
OpMERKInGEn
• De afsluiter kan met of zonder aandrijving in de
leiding gemonteerd worden. Zorg ervoor dat de klep
voorzichtig bewogen kan worden zodat u kunt voelen
of het klepblad de leiding raakt.
• Het de verantwoordelijkheid van de gebruiker
(en niet van de fabrikant van de afsluiter) zich ervan
te verzekeren dat het leidingsysteem volgens de
juiste eisen is aangelegd en dat de afsluiter naar
behoren is geïnstalleerd.
• De aangesloten leiding moet minimale krachten
en momenten overbrengen op de afsluiter tijdens
en na installatie.
• Hanteren en optillen van de afsluiter MOET
gebeuren volgens de voorschriften in
paragraaf 1.2 'Hanteren'.
BElanGRIJK
De aansluitende flenzen moet in goede staat zijn
en vrij van vuil en/of insluitingen. Beide leidingen
moeten van binnen geheel schoon zijn.
3.3.1 Bestaand systeem (zie figuur)
1. Controleer of de afstand tussen de flenzen
overeenkomt met de bouwlengte van de
afsluiter. Spreid de flenzen met geschikt
gereedschap om de afsluiter gemakkelijk in
de leiding te kunnen plaatsen.
2. Steek bij ringtype-afsluiters een paar bouten
door de flensgaten om de afsluiter te dragen
als hij tussen de flenzen geplaatst is.
3. Sluit de klep zover dat de kleprand ten
minste 10 mm binnen het huis valt.
4. Plaats de afsluiter tussen de flenzen,
centreer de afsluiter en plaats alle
flensbouten. Draai de bouten met de hand
vast.
5. Zet de klep voorzichtig helemaal open. (Het
klepblad staat parallel aan de vlakke kanten
aan de bovenzijde van de as. De spiebaan
wijst naar de rand van het klepblad.)
6. Houdt de afsluiter goed uitgelijnd, neem
de flensspreiders voorzichtig weg en draai
de flensbouten weer met de hand aan.
7. Draai de klep langzaam open en dicht om
te controleren of het klepblad voldoende
speling heeft.
8. Zet alle bouten kruislings met het juiste
aanhaalmoment vast. Bouten nooit te vast
aandraaien.
3.3.2 Nieuw systeem (zie figuur)
1. Draai de klep bijna helemaal dicht en
centreer beide flenzen ten opzichte van het
huis. Zet het huis met en enkele bouten
goed vast.
2. Plaats de combinatie flens-afsluiter-flens
tussen de leidingen en centreer het geheel.
3. Zet de flenzen met een paar puntlassen vast
aan de leiding.
4. Verwijder de bouten en haal de flens weg
tussen de flenzen.
BElanGRIJK
Las de flenzen nooit helemaal vast terwijl
de afsluiter tussen de flenzen zit geklemd;
de hitte zal de zitting ernstig beschadigen.
5. las nu de flenzen aan de leiding vast en laat
de flenzen geheel afkoelen.
6. Plaats nu de afsluiter volgens de procedure
die hierboven is beschreven voor bestaande
systemen.
3.4 Controle van de afsluiter
Controleer de werking van de afsluiter door
hem in de volledig open en de volledig gesloten
stand te zetten. Ter controle van de klepstand
moet de standaanwijzer op de aandrijving
of de handbediening verdraaien van de
aanduiding 'geheel open' naar 'geheel gesloten'
op de aandrijving of de meerstandenplaat.
Doorgaans sluit de klep in de richting van de
klok.
3