KEystOnE OPTISEAl FIg. 14/16 - 15/17 EN BREWSEAl VlINDERklEPPEN
Handleiding voor installatie en onderHoud
3 InstallatIE
WaaRsChUWInG!
In verband met de veiligheid is het van belang om
de volgende voorzorgsmaatregelen te treffen voor
u werkzaamheden verricht aan de afsluiter:
1. Personeel moet bij het afstellen gebruik
maken van geschikt gereedschap.
Alle noodzakelijke persoonlijke
beschermingsmiddelen moeten worden
gedragen.
2. Voor installatie moet de leiding drukloos zijn.
3. Alleen personeel dat getraind is in alle
aspecten van het handmatig of machinaal
hanteren van de afsluiter mag deze installeren
en hanteren.
4. Oneigenlijk gebruik van de afsluiter is niet
toegestaan. De afsluiter, aandrijving, hendel
of andere onderdelen mogen bijvoorbeeld niet
als ´opstapje´ worden gebruikt.
5. Zorg ervoor dat de druk/temperatuurgrenzen
zoals aangegeven op het typeplaatje vallen
binnen de bedrijfsomstandigheden. Het
trimnummer op het typeplaatje geeft de
gebruikte materialen aan. Zie het Product
Manual voor het P/T-diagram van de afsluiter
en een omschrijving van de trimnummers.
6. Let erop dat de afsluitermaterialen geschikt
zijn voor het medium in de leiding.
7. Bij DVGW-gas goedgekeurde lugged afsluiters
moeten in plaats van flensbouten doorgaande
draadeinden gebruikt worden.
3.1 visuele inspectie van de afsluiter
1. Controleer of de constructiematerialen
zoals aangegeven op het typeplaatje
geschikt zijn voor de beoogde toepassing
en volgens specificatie.
2. Identificatie van het typeplaatje
Fabricator:
keystone
Fig.:
b.v. OptiSeal 14-112
JOB:
Job nummer
Nominal size:
DN
M.P.W.P.:
maximaal toelaatbare
werkdruk
Flange compatibility: b.v. PN 10/16
Temperature:
b.v. -40/120°C
Body:
b.v. gJl 250.
3.2 Flenzen en leidingen
Controleer voor installatie of het boutpatroon
van afsluiter en leidingflenzen overeenkomen.
Flenzen moeten aan de volgende eisen voldoen:
- Binnendiameter:
D min.: de afsluitermaat Q + voldoende
speling voor de klep.
D max.: de optimale binnendiameter (ID) is gelijk
aan de binnendiameter van een standaardflens
EN 1092-1, tabel 8, type 11. Neem contact
op met uw Emerson verkoopvestiging in geval
van een binnendiameter groter dan D max of
voor andere flenstypes, aangezien een grotere
binnendiameter kan leiden tot verminderde
werking van de afsluiter.
- Als de flens (of de leiding) is voorzien
van een verhoogd aansluitvlak, moet de
binnendiameter hiervan ten minste 8 mm
groter zijn dan de maat YY van de afsluiter.
Het gebruik van flenspakkingen is niet
toegestaan, omdat dit de afsluiter kan
beschadigen.
Het ontwerp van de keystone zitting maakt
gebruik van flenspakkingen overbodig.
gebruik bouten volgens de desbetreffende
norm.
Gebruik geen flenspakkingen, deze leiden tot
beschadiging van de afsluiter!
3.3 Installatie van de afsluiter
De afsluiters zijn bidirectioneel en kunnen
in beide richtingen ten opzichte van de
stroming gemonteerd worden. De afsluiter
zal de stroming in beide richtingen regelen.
De aanbevolen installatiestand is met de as
horizontaal waarbij de onderrand van de klep
met de stroming mee opent (vooral bij slurries
en bij media met een neiging tot sedimentatie).
Voor optimale regeling en probleemloze
werking wordt een rechte leiding aanbevolen
van 10 tot 20 leidingdiameters aan de inlaatzijde
en 3 tot 5 leidingdiameters aan de uitlaatzijde.
Een afsluiter is geen koevoet. gebruik
de afsluiter niet om de flenzen te spreiden.
2