Inhoudsopgave
Advertenties
Cetetherm AquaEfficiency
Instructies voor installatie, onderhoud en bediening
Installatie van een AquaEfficiency-eenheid
Werk aan de installatie moet worden uitgevoerd door een geautoriseerde installateur.
De temperatuur en de druk van het water zijn zeer hoog. Alleen gekwalificeerde monteurs
mogen werken aan de AquaEfficiency.
Verkeerde bediening kan ernstig persoonlijk letsel en schade aan het gebouw veroorzaken.
Minimum druk/temperatuur aan primaire kant: 1.0 bar bij 7°C, 1.5 bar bij 100°C
Maximum druk/temperatuur aan primaire kant:10 bar /110°C
Minimum druk/temperatuur aan secundaire kant: 1.0 bar/ 7°C,
Minimum druk / temperatuur aan secundaire kant: 10 bar/ 100°C
3.1
Uitpakken/Voorbereiding/Montage
• Vóór installatie moet deze handleiding worden gelezen.
• Het systeem moet worden geïnstalleerd en aangesloten in overeenstemming met de standaard
stroomdiagrammen die zijn gedefinieerd in
• Spoel de leidingen schoon alvorens ze op de leidingwatermodule aan te sluiten.
De leidingen kunnen vaste deeltjes bevatten die ervoor kunnen zorgen dat de regelklep met actuator
niet goed werkt of die de klep kunnen blokkeren.
•
Controleer de aanhaalmaten van de pakking en platenwarmtewisselaar (GPHE), zie de maattabel in
18.1 Reinig de platenwarmtewisselaars (P-serie).
•
Controleer ook:
o
Positie luchtopening
o
Bezinkpot aanwezig aan primaire zijde
o
Boilerinstallatie en capaciteitsconformiteit
o
Drukbegrenzer (primaire tank, mengfles of equivalent) aanwezig aan primaire zijde
o
Compensatieklep aan secundaire zijde van indirecte (semi-instantane) installatie
o
Toegankelijkheid van unit en componenten
• Sluit de primaire en de secundaire kant van de module aan.
• Vul beide zijden geleidelijk met water.
• Ontlucht de hogere delen.
• Ontlucht alle pompdelen.
• Installeer de elektriciteit van de eenheid met inachtneming van de informatie over de elektrische
installatie, zie hoofdstuk
• Schakel de stroom in.
• Controleer de controllerinstelling en schakel de gewenste functies in.
3.2
Ingebruikname
De regelaar is in de fabriek ingesteld. Als een functie moet worden afgestemd, kunnen de waarden aan de
hand van deze handleiding voor parameterinstellingen worden veranderd. Aanvankelijk moet de ingebruikname
worden uitgevoerd met de fabrieksinstellingen.
Vul het formulier in dit hoofdstuk in
4
Stroomschema's.
8 Elektrische installatie
en
21
Ingebruiknameformulier.
6
18.13 Technische
gegevens.
Advertenties
Inhoudsopgave
