7. VERBINDING
Stem de aansluitbloknummers van de verbindingskabels van de binnenunit af
op die van de buitenunit.
Draai de klem op het klemmenblok niet te vast om beschadiging of breuk van de
schroef te voorkomen.
Draai de klem op het klemmenblok niet te vast om beschadiging of breuk van de
schroef te voorkomen.
Bevestig geen stijve draad met een geplooide ronde klem. Druk op de klem kan
storingen en abnormale verwarming van de kabel veroorzaken.
Steek de aansluitkabel stevig in het klemmenblok. Een slecht ingestoken kabel
vormt een risico op vals contact.
7.1. Schematisch diagram
7.2. Elektrische dimensionering
De kabeldoorsneden worden ter indicatie gegeven. De installateur moet nagaan of ze overeen-
stemmen met de behoeften en de geldende normen.
Woonmodellen
1U-007DBR
1U-009DBRB
1U-012DBRB
1U-018DBRB
Buitenunit klemmenblok
1 (N)
N
Voeding
Aardleiding
1 (N)
Stroomvoorziening
Stroomkabel
Verbindingskabel
3G x 1,5 mm
2
2 (L)
3 (C)
L
2 (L)
3 (C)
Binnenunit
klemmenblok
4G x 1,5 mm
2
Vermogen-
schakelaar
voorziening
16 A
Op het netwerk
Stroom-
21