• De telefoon gebruikt een servercertificaat om een beter beveiligde verbinding
tot stand te brengen met de server. De telefoon ontvangt het servercertificaat
van de serviceprovider voordat de verbinding tot stand wordt gebracht. De
geldigheid van het certificaat wordt vervolgens gecontroleerd aan de hand van
de autorisatiecertificaten die in de telefoon zijn opgeslagen. Servercertificaten
worden niet opgeslagen.
Als de datatransmissie tussen de telefoon en de server gecodeerd is, wordt
tijdens een verbinding het beveiligingspictogram
• Autorisatiecertificaten worden door sommige diensten, zoals bankdiensten,
gebruikt voor het controleren van de geldigheid van andere certificaten.
Autorisatiecertificaten kunnen in de beveiligingsmodule zijn opgeslagen door
de serviceprovider, of kunnen worden opgehaald van het netwerk als de dienst
het gebruik van autorisatiecertificaten ondersteunt.
• Gebruikerscertificaten worden uitgegeven door een certificerende autoriteit.
Gebruikerscertificaten zijn bijvoorbeeld nodig voor digitale handtekeningen en
verbinden de gebruiker aan een bepaalde persoonlijke sleutel in een
beveiligingsmodule.
Copyright
©
2004 Nokia. All rights reserved.
weergegeven.
178