De scherpstelling aanpassen
Hier vindt u informatie over hoe u de scherpstelling van de camera kunt aanpassen voor diverse onderwerpen.
Macro gebruiken
p A S M d v
Gebruik macro om close-upfoto's te maken van onderwerpen
zoals bloemen en insecten. Voor de macro-opties, zie 'Autofocus
gebruiken'.
Probeer de camera heel stil te houden, om te voorkomen dat de foto's
onscherp worden.
Schakel de flitser uit als de afstand tot het onderwerp minder dan 40
cm bedraagt.
Autofocus gebruiken
Om scherpe foto's te maken, selecteert u de scherpsteloptie die
bij de afstand tot het onderwerp past.
1
Druk in de opnamemodus op [
2
Selecteer een optie.
Optie
Beschrijving
Normaal (AF): Scherpstellen op een onderwerp op
meer dan 80 cm afstand.
Macro: Scherpstellen op een onderwerp op 5-80 cm
afstand (50- 80 cm bij gebruik van zoom).
Auto macro: Scherpstellen op een onderwerp op meer
dan 5 cm afstand (meer dan 50 cm bij gebruik van
zoom).
Handm. scherp: Scherpstellen op een onderwerp door
handmatig de scherpstelafstand te verstellen. (pag. 57)
Afhankelijk van de opnamemodus kunnen de opties verschillen.
56
Opnameopties
p A S M d
c].
Verpl.
Instellen
OK