– De temperatuur aan de opstellings-
plaats mag in de zomer niet aanzienlijk
hoger dan de buitentemperatuur zijn.
1.3.11 Schade aan het gebouw door
lekkende collectorvloeistof
Lekkende collectorvloeistof kan schade aan
gebouwen veroorzaken.
▶ Koppel het zonnelaadstation los van het
stroomnet.
▶ Repareer lekken in het zonnesysteem.
▶ Vul het zonnesysteem met collectorvloei-
stof.
▶ Schakel de stroomtoevoer naar het zon-
nelaadstation in.
1.3.12 Gevaar voor materiële schade door
vorst
▶ Installeer het product in een vorstvrije
ruimte.
▶ Gebruik uitsluitend met collectorvloeistof
van de fabrikant.
– Door de installatie te vullen met collec-
torvloeistof van de fabrikant wordt een
vorstbestendigheid tot ongeveer -28 °C
bereikt. Bij lagere buitentemperaturen
dan -28 °C ontstaat er echter niet di-
rect vorstschade, omdat de explosieve
kracht van het water wordt verminderd.
1.4
Voorschriften (richtlijnen, wetten,
normen)
▶ Neem de nationale voorschriften, normen,
richtlijnen en wetten in acht.
1.5
Eisen aan de leidingen
▶ Gebruik voor de bedrading normale in de
handel verkrijgbare leidingen.
Minimale doorsnede
Aansluitleiding 220-240 V
Voelerleiding (laagspanning)
Busleiding (laagspanning)
Maximale leidinglengte
Voelerleidingen
Busleidingen
Voeler- en busleidingen mogen over een
lengte van meer dan 10 m niet parallel met
220-240 V-leidingen lopen.
0020206878_02 GHSD 8 Installatie- en onderhoudshandleiding
≥ 1,5 mm²
≥ 0,75 mm²
≥ 0,75 mm²
≤ 50 m
≤ 300 m
▶ Plaats de aansluitleidingen afzonderlijk.
▶ Bevestig alle aansluitleidingen m.b.v. de in
het product geïntegreerde kabelhouders.
▶ Gebruik de vrije klemmen van de produc-
ten niet als steunklemmen voor verdere
bekabeling.
▶ Installeer de systeemcomponenten in
droge ruimtes.
Veiligheid 1
5