10 Buitenbedrijfstelling
9.8
Veiligheidsklep controleren
1.
Controleer de functie van de veiligheidsklep door venti-
leren.
2.
Als bij het ventileren geen water naar buiten komt of als
de veiligheidsklep niet goed afsluit, vervang de veilig-
heidsklep dan.
9.9
Elektrisch verwarmingselement controleren
en vervangen
1.
Controleer het elektrisch verwarmingselement op wer-
king.
–
Menu → Installateurniveau → Testmenu → Test-
programma's → Elektr. verwarm. el. testen
Aanwijzing
Het testprogramma controleert of de zonne-
energiepomp een volumestroom veroorzaakt
en controleert of de temperatuur stijgt, nadat
het elektr. verwarm. el. is gestart.
2.
Vervang een defect elektrisch verwarmingselement.
3.
Let hierbij op de montagehandleiding, die bij het nieuwe
elektrische verwarmingselement is gevoegd.
9.10
Verdere controles/werkzaamheden
We raden aan om het onderhoud van het zonnesysteem
tegelijk met het onderhoud van de volledige CV-installatie
uit te voeren.
▶
Controleer de collectoren en collectorbevestigingen op
vervuilingen en vastheid.
▶
Controleer of de weergegeven waarden voor de zonneo-
pbrengst plausibel zijn.
▶
Instrueer de gebruiker om de antiblokkeerfunctie van de
pompen elke 24 uur op foutloze werking te testen.
9.11
Inspectie- en onderhoudswerkzaamheden
afsluiten
Nadat u alle onderhoudswerkzaamheden hebt afgesloten:
▶
Controleer de elektrische aansluitingen op vastheid.
▶
Open de onderhoudskranen.
▶
Schakel de spanningsvoorziening weer in.
▶
Controleer het product aan zonne-, verwarmings- en
warmwaterzijde op dichtheid.
▶
Monteer de frontmantel. (→ Pagina 14)
▶
Zorg ervoor dat het startscherm wordt weergegeven en
er geen foutmelding verschijnt.
▶
Zorg ervoor dat er bij een geactiveerd tijdvenster het
correcte symbool (zon of maan) wordt weergegeven op
het display.
▶
Wanneer u de collectorvloeistof heeft vervangen resp.
bijgevuld, dan test u de vulling via het testprogramma
P.03.
▶
Heeft u een elektrisch verwarmingselement geïnstalleerd,
dan test u dit via het testprogramma P.02.
▶
Laat de installatie proefdraaien.
24
10 Buitenbedrijfstelling
10.1
Tijdelijke buitenbedrijfstelling
10.1.1 Product uitschakelen
▶
Schakel het product via de ter plekke geïnstalleerde
scheidingsvoorziening (bijv. zekeringen of contactver-
breker) spanningsvrij.
10.1.2 Voor vorstbescherming zorgen
▶
Maak het product leeg. (→ Pagina 23)
10.1.3 Afsluitinrichtingen sluiten
▶
Sluit ook alle ter plekke aanwezige afsluitvoorzieningen.
10.2
Definitieve buitenbedrijfstelling
10.2.1 Product uitschakelen
▶
Schakel het product via de ter plekke geïnstalleerde
scheidingsvoorziening (bijv. zekeringen of contactver-
breker) spanningsvrij.
10.2.2 Boiler, zonnesysteem en CV-installatie
volledig ledigen
1.
Maak het product leeg. (→ Pagina 23)
2.
Laat de collectorvloeistof af. (→ Pagina 22)
3.
Leeg het CV-circuit volledig.
4.
Voer de collectorvloeistof op een deskundige manier af
(Collectorvloeistof afvoeren (→ Pagina 24)).
11 Recycling en afvoer
11.1
Recycling en afvoer
Verpakking afvoeren
▶
Voer de verpakking reglementair af.
▶
Neem alle relevante voorschriften in acht.
11.2
Collectorvloeistof afvoeren
▶
Zorg ervoor dat de collectorvloeistof rekening houdende
met de plaatselijke voorschriften bijv. op een geschikte
vuilstortplaats of een geschikte verbrandingsinstallatie
verwerkt wordt.
▶
Neem bij hoeveelheden onder 100 l contact op met de
plaatselijke gemeentereiniging of de chemocar.
12 Serviceteam
Contactgegevens over ons serviceteam vindt u op het aan
de achterkant opgegeven adres of www.bulex.be.
Installatie- en onderhoudshandleiding GHSD 8 0020206878_02