5.6
Frontmantel afnemen
C
1.
Grijp in de greep aan de onderste rand van de witte
afscherming (A).
2.
Trek de onderste rand van de afscherming naar voren
en trek de afscherming er naar boven toe af (A).
3.
Draai de schroef (B) los (niet volledig verwijderen).
4.
Trek de frontmantel er naar voren toe af (C).
5.7
Hydraulische installatie uitvoeren
Opgelet!
Beschadigingsgevaar door vervuilde lei-
dingen!
Vreemde voorwerpen, zoals las-/soldeerres-
ten, afdichtingsresten of vuil in de buisleidin-
gen kunnen schade aan het product veroor-
zaken.
▶
Spoel de buisleidingen van het zonnecir-
cuit voor de installatie grondig door.
▶
Zorg ervoor, dat na het doorspoelen geen
water in het zonnecircuit achterblijft.
Opgelet!
Beschadigingsgevaar door ondichtheden!
Mechanische spanningen aan aansluitleidin-
gen kunnen tot ondichtheden en hierdoor tot
schade aan het product leiden.
▶
Vermijd mechanische spanningen aan
aansluitleidingen!
0020206878_02 GHSD 8 Installatie- en onderhoudshandleiding
▶
Voer de hierna in dit hoofdstuk beschreven werkzaamhe-
den alleen als erkend installateur uit.
B
5.7.1
Drinkwaterleidingen monteren
Voor de aansluiting van de drinkwaterleidingen op de boiler
worden verschillende buizennetwerksets als toebehoren
voor de installatie op of in de muur aangeboden.
Voor het ter plekke te installeren buizennetwerk zijn de vol-
gende componenten nodig:
–
Warmwater-thermostaatmenger
–
evt. warmwater-expansievat
–
evt. drukregelaar in de koudwaterleiding
–
evt. zwaartekrachtrem in het CV-circuit
–
Onderhoudskranen
–
evt. legionellabeschermingspomp
De warmwater-thermostaatmenger zorgt ervoor, dat het hete
water uit de boiler met koud water tot een gewenste maxi-
male temperatuur tussen 30 en 70 °C gemengd wordt. Als
A
bij de ingebruikname van het zonnesysteem de warmwater-
thermostaatmenger op de gewenste maximale temperatuur
ingesteld wordt, dan wordt deze maximale temperatuur aan-
gehouden op de warmwateraftappunten.
▶
Neem bij de montage van de aansluitleidingen de monta-
gehandleiding in acht, die bij het betreffende toebehoren
zit.
▶
Om een werkzame verbrandingsbescherming te waar-
borgen, moet de thermostaatmenger op < 60 °C inge-
steld worden en moet de temperatuur op een warmwater-
aftappunt gecontroleerd worden.
▶
Let erop dat de hoogst toegestane inlaatwaterdruk 1 MPa
bedraagt.
5.7.2
Afblaasleiding installeren
1.
Installeer de afblaasleiding met een continue neer-
waartse helling in een vorstvrije omgeving.
2.
Zorg ervoor dat de grootte van de afblaasleiding over-
eenkomt met de grootte van de voor het model goedge-
keurde veiligheidsklep.
3.
Zorg ervoor dat de afblaasleiding maximaal twee boch-
ten heeft en maximaal 2 m lang is.
4.
Zorg ervoor dat de afblaasleiding steeds open is.
5.
Bouw de afblaasleiding zo in, dat bij het afblazen vrij-
komend warm water of damp geen gevaar vormt voor
personen.
6.
Bedien de aftapinrichting van de veiligheidsklep regel-
matig om kalkafzetting te verwijderen en controleer of
de inrichting niet geblokkeerd is.
Installatie 5
Aanwijzing
Pakkingen van rubberachtige materialen kun-
nen plastisch vervormen, wat kan leiden tot
drukverliezen. We adviseren het gebruik van
pakkingen van kartonachtig vezelmateriaal.
Aanwijzing
Uit de afblaasleiding kan altijd water druppe-
len.
11