Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Maaien; Maaitips; De Maaihoogte Instellen; De Batterij In De Robotmaaier Opladen - Oleo-Mac ORION 700 Gebruiksaanwijzing

Inhoudsopgave

Advertenties

7

Maaien

7.1

Maaitips

Opmerking!
Om de capaciteiten van de robotmaaier volledig te
benutten, is het raadzaam om de robotmaaier tijdens
de koudste uren van de dag en 's nachts te laten werken.
LET OP!
N at i o n a l e vo o r s c h r i f te n k u n n e n h e t
gebruik van de machine beperken. Houd
u aan de plaatselijke regels voor wat betreft
geluidsoverlast.
Houd de maaihoogte constant, tussen 3 en 6 cm, zonder
de helft van de hoogte van het gras te overschrijden.
Bepaal op basis hiervan de maaitijden.
Als het toerental van de motor bij een volle grasmat
aanzienlijk lager wordt, moet de maaihoogte worden
verhoogd en het maaien meerdere malen worden
herhaald.
7.2

De maaihoogte instellen

1
2
1. Druk op de positie (1). Op deze manier wordt het deksel (2)
ontgrendeld, dat kan worden gekanteld en naar boven kan
worden geopend.
24
Opmerking!
De maaihoogte varieert tussen een grashoogte van 3
tot 6 cm.
De maaihoogte kan worden ingesteld in vijfvouden van
6 mm.
1. Til de hendel (2) op en draai hem een kwartslag rechtsom
naar het symbool [open hangslot] (1) (zie ook de Snelgids).
De instelling van de maaihoogte is gedeblokkeerd.
Trek de hendel (2) naar boven: de maaihoogte van het
gras neemt toe.
Duw de hendel (2) naar beneden: de maaihoogte van het
gras neemt af.
Na de instelling van de maaihoogte:
Draai de hendel (2) een kwartslag linksom naar het
symbool [gesloten hangslot] (1) en laat hem inpassen.
2. De instelling van de maaihoogte is geblokkeerd.
3. Breng de hendel (2) omlaag en sluit het deksel.
7.3

De batterij in de robotmaaier opladen

Opmerking!
De geïntegreerde batterij is bij de levering gedeeltelijk
opgeladen.
De batterij hoeft niet te worden opgeladen, omdat de
robotmaaier ook met een gedeeltelijk geladen batterij
kan maaien.
Wanneer het laadniveau tot 0% daalt, keert de
robotmaaier zelf naar het laadstation terug en wordt de
accu opgeladen.
Een onderbreking van het laden beschadigt de batterij
niet.
De laadtemperatuur moet tussen de 0 en 40°C liggen.
Bij temperaturen die hoger zijn dan 45°C verhindert het
ingebouwde veiligheidscircuit de lading van de batterij
om schade te voorkomen.
Als de nuttige duur van de batterij aanzienlijk afneemt,
moet de batterij door een origineel nieuw exemplaar
1
worden vervangen door een dealer, monteur of een
medewerker van een erkende servicedienst.
2
Tip: Plaats het laadstation op een schaduwrijke plek.

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave